moessQn
Hij bracht het scholencomplex Ksatrian
Instituut in zijn geliefde stad Bandoeng
tot stand. Daar werden door hem en
anderen lessen op nationalistische
grondslag gegeven.
Hij was pro-Japans, onder meer omdat
hij instemde met de leus 'Azië voor de
Aziaten', en liet een Japanner de Japanse
taal onderwijzen. Reeds in 1914 was hij
zich bewust van de Japanse aspiraties
om Oost-Indië te overheersen.
Tot 1934 lieten de Nederlandse autori
teiten hem met rust. Daarna traden zij
hardhandig tegen Indonesische nationa
listen op wegens de hun inziens toene
mende bedreiging van die zijde. Zij
klaagden Ernest aan wegens het publice
ren van een nationalistisch geschiedenis
leerboek, veroordeelden hem tot een
boete van driehonderd gulden en ontna
men hem zijn onderwijsbevoegdheid.
Groote Donkers en Hun Gedachten II
'Groote Denkers en hun Gedachten'.
Spotprent van E.F.E. Douwes Dekker in
het Bataviaasch Nieuwsblad, van 21
november 1908. De tekening stelt
Charles Boissevain voorhoofdredac
teur van het Algemeen Handelsblad in
Nederland. Boissevain had geschreven
dat het een groot probleem was dat
men in Indië 'rasvermenging' niet had
kunnen voorkomen. Douwes Dekker
tekende onder het hoofd van Boissevain
een Hollandse jongen die een Javaans
meisje kust en schreef erbij: 'De
Fransche-Hollander Ch. Boissevain:
"Dat wij niet hebben kunnen waken
tegen rasver menging in Indië is een
onheil."' (Uit: Frans Glissenaar: D.D.
Het leven van E.F.E. Douwes Dekker.)
Geïnterneerd en bailing
Zoals Nederland sinds 1935 werd
bedreigd door Nazi-Duitsland, zo werd
Nederlands Oost-Indië bedreigd door
Japan, maar slechts weinigen onderken
den het gevaar van Japan. In mei 1940
brak de dreigende onweersbui los en ze
overstelpte ook Ernest Douwes Dekker.
Duitsland bezette Nederland en de rege
ring in Batavia nam tal van - al dan niet
terecht - verdachte tegenstanders gevan
gen, onder wie Ernest, en behandelde
hen hard.
herste Nederlandse biografie
van li.l'. h. Douwes Dekker
Op 8 december 1941 begon de oorlog
tegen Japan, die rampspoedig verliep. In
januari 1942, een maand na de Japanse
inval en twee maanden voor de capitula
tie, vertrok Ernest met 166 andere ver
dachten per schip naar Suriname. Daar
werden zij geïnterneerd in de gevangenis
Nieuw-Aunsterdam en daarna op een
plaats die bekend stond als 'de Joden
Savanne'. De behandeling van de gevan
genen was slecht.
In mei 1945 capituleerde Duitsland, op
15 augustus Japan, maar eerst in juli 1946
mochten de in Suriname geïnterneerden
vrij naar Nederland reizen. Ernest mocht
niet naar Indonesië terug, maar deed dat
clandestien toch in december 1946.
Setiabuclclhi
Douwes Dekker werd in de nieuwe
republiek Indonesië als held verwel
komd, onder andere door president
Soekarno, die hem tot minister van staat
zonder portefeuille benoemde. Ernest
nam deel aan de onderhandelingen met
de Nederlandse autoriteiten, maar nam
na een jaar ontslag omdat hij tegen elk
compromis gekant was. Daarna was zijn
rol als politicus uitgespeeld.
In december 1948 bezetten Nederlandse
troepen de republiek Indonesië. Zij
namen in de hoofdstad Djokjakarta de
regering van de republiek en Douwes
Dekker gevangen. Dat was voor hem de
laatste beproeving. Hij werd weer hard
behandeld, maar in februari 1949 even
als de regering der republiek vrijgelaten.
Douwes Dekker vestigde zich weer in
Bandoeng en schreef er zijn autobiogra
fie: 70 jaar Konsekwenteen getuigenis
van zijn onvermoeid ijveren voor de
onafhankelijkheid van Indonesië.
Douwes Dekker heeft de onafhankelijk
heid nog juist beleefd. Hij ondervond
daarvan grote voldoening, maar had ook
teleurstellingen. Bij zijn terugkeer in
1947 bleek ook zijn tweede vrouw,
Johanna Mossel, van hem vervreemd.
Hij troostte zich in een islamitisch huwe
lijk met Nellie Kruymel, die zich
Harumi Wahasita ging noemen. Hijzelf
noemde zich Setiabuddhi, dat wil zeg
gen: het goede getrouw. De jalan
Setiabudhi van Bandung naar Lembang,
waar hij woonde, is naar hem genoemd.
Hij kleedde zich met sarong en kopiah,
Indonesisch hoofdeksel. Hij beval pro-
republikeinse Indo's het onmiddellijk
opgaan in het volk van de republiek aan
en gaf zelf het voorbeeld, maar de mees
ten verkozen geleidelijke integratie. Hij
laakte de corruptie, het nepotisme en
gemis aan democratie in de republiek.
Douwes Dekkers' gezondheid was sinds
zijn internering zeer verslechterd. Op 8
augustus 1950 overleed hij aan hart
zwakte. Hij kreeg vele eerbewijzen, een
staatsbegrafenis en een graf op het ere-
veld in Bandoeng.
Een kleurrijke figuur
Frans Glissenaar, de schrijver van
Douwes Dekkers' biografie, heeft bij
zonder veel en degelijke navorsing ver
richt. Hij heeft de inhoud van vele
artikelen van de schrijflustige Ernest
weergegeven. Dat is nuttige documenta
tie, maar het levensverhaal van Ernest
verliest daardoor vaart.
Volgens Glissenaar is zijn invloed onder
schat, onder andere die op Soekarno, en
zijn denkbeelden van Ernest opgenomen
in de staatsfilosofie der republiek, de
Pancasila. Uit de biografie blijkt, dat een
eindoordeel over Ernest wordt bemoei
lijkt door zijn duidelijke deugden en
gebreken. Deugden zijn: de bereidheid
om te offeren voor zijn ideaal, zijn char
me, humor en liefde voor zijn gezin, dat
hij tekort moest doen. Gebreken zijn:
eigenwijsheid, ijdelheid, demagogie en te
geringe liefde voor de strikte waarheid.
Hij is in wezen altijd Nederlander geble
ven en een interessante en kleurrijke
figuur. Maar Glissenaars mening, dat
wij in Nederland met een beetje meer
trots naar hem als 'Indonesische
Nederlander' moeten kijken, gaat mij te
ver. Daarvoor heeft Ernest de
Nederlanders teveel verguisd.
D.D.
Het leven van E.F.E. Douwes Dekker
door Frans Glissenaar
Verloren: 248pagina's (paperback)
ISBN 90 6550 064 2
prijs f 40,00
24