Bali
moessQn
Op Bali vormde zich echter langzamer
hand een groep wetenschappers en kun
stenaars die een synthese van oosterse
en westerse cultuuruitingen probeerden
te bewerkstelligen. Antropologe
Margaret Mead, musicus Colin McPhee
en beeldend kunstenaars als de Duitser
Walter Spies, de Hollander Rudolf
Bonnet en de Zwitser Wilhelm Quidort
waren de belangrijke figuren in deze
beweging; invloedrijke kunstenaars die
school maakten bij de vele schilders die
Bali rijk was.
Met de groep rond Spies voerde
Sonnega gesprekken over het karakter
van het land en de invloed van haar
muziek en dans met de vreemde maar
fascinerende ritmen. Op Bali wonen
wilde hij niet. Hij wilde liever elke keer
als hij het eiland bezocht weer over
spoeld worden door de schoonheid van
het land en haar bewoners. Bovendien
hadden mensenkinderen volgens
Sonnega geen recht op het paradijs en
dacht hij een voortdurend verblijf in het
paradijs niet te kunnen verdragen. Toch
is hij gezwicht voor de verleiding en
heeft hij voor zijn uitzetting in 1957 nog
enige jaren op het eiland gewoond.
Baliscne dansers
Sonnega schilderde met veel ritme en
fantasie en bleek in staat een combinatie
te kunnen maken tussen het overweldi
gende landschap, de fascinerende
muziek en het menselijk lichaam. Met
name de Balische dansers inspireerden
hem tot prachtige werken. In Indië leer
de hij andere dan alleen economische en
politieke waarden waarderen. De in zijn
schilderijen zo duidelijk uitspringende
liefde voor kleur en klank namen de
plaats daarvan in. Zijn verrukking over
de tegenstelling van de soms primitieve
De tentoonstelling over
Alike Sonnega is vanaf
0 september 2000 te zien in het
bries Museum aan Je I urfmarht
in LeeuwarJen. Daarna verhuist
Je tentoonstelling naar het
Westfi ■ies Museum in Hoorn.
Meer informatie:
bries Museum,
tel. 058 - 213 22 71.
en soms uiterst verfijnde aard van het
Indonesische volk, de machtige natuur
en de Indonesische muziek vullen dat
beeld aan.
De oorlof
In 1942 bezetten de Japanners de
Archipel. Een Japanse officier, de kun
stenaar Takashikono, was zo gefasci
neerd door het werk van Sonnega dat hij
hem vroeg om samen met hem in de
weekenden in Batavia te schilderen.
Deze opmerkelijke vriendschap hield
Sonnega korte tijd buiten de interne
ringskampen, maar hij kwam uiteindelijk
toch in een Japans kamp terecht. Daar
bleef hij doorwerken en maakte vele
tekeningen van zijn medegevangenen.
Later werd hij gedwongen om voor het
Japanse Propaganda Departement
(gevestigd aan het Koningsplein in
Batavia) te werken. Na de Japanse bezet
ting werd Sonnega opnieuw geïnter
neerd, ditmaal door het Indonesische
leger.
Na de oorlog wierp Sonnega zich geheel
op de vrije schilderkunst. In de periode
1945 tot 1953 reisde hij veel en deed
een schat aan indrukken voor nieuw
werk op. Voor exposities besteedde hij
zeer veel zorg aan de door hemzelf
samengestelde en vormgegeven catalogi.
In 1947 had Sonnega zijn eerste ten
toonstelling in Batavia en het jaar daarop
zijn tweede. In de jaren 1948 tot 1950
was hij elk jaar enige maanden op Bali.
Hotel De Boer
In de periode 1950-1958 kwamen er
met grote regelmaat tentoonstellingen
met zijn werk tot stand. In 1951 organi
seerde de 'Stichting voor de culturele
samenwerking' in Djakarta een expositie
waar in het pand aan de Djalan Gadjah
Mada veertig schilderijen en zestig teke
ningen van Sonnega te zien waren.
Hotel De Boer in Medan organiseerde
in de jaren 1950-1954 verschillende
exposities. Sonnega had ook enige tijd in
Medan een studio en op de hoogvlakte
in het Noordsumatraanse Brastagi, waar
hij van 1953 tot 1956 verbleef.
Bungalow Mimosa aan de Djalan Udara
diende als uitvalsbasis voor de vele trips
die hij maakte om inspiratie op te doen.
Na terugkeer van zijn reizen plaatste hij
dan een advertentie in de lokale dagbla
den met de aankondiging dat hij nieuw
werk had gemaakt dat in zijn studio te
zien en te koop was.
Sonnega kwam tijdens zijn verblijf in de
Oost maar één keer naar Nederland.
Voor een expositie in Kunstzaal Van
Lier in Amsterdam maakte hij de lange
reis naar zijn vaderland. Over de ten
toonstelling schreef het Utrechts
Nieuwsblad dat Sonnega een perfecte
mix van oosterse en westerse ingrediën
ten had weten te vinden. Het behoud in
zijn werk van zijn westerse achtergrond
werd door de recensent als een positief
aspect gezien.
Te, 'ugkeer
De kunstenaar Sonnega liet in zijn leven
vele invloeden toe. De in 1885 geboren
Indiase geestelijk leraar Jiddu
Krishnamurti was een belangrijke figuur
in zijn filosofieën. De bewustwording
van zichzelf door het individu wordt
door Krishnamurti op de voorgrond
gesteld, waardoor ook 'het probleem der
wereld' volgens hem zijn oplossing zal
vinden.
Op het gebied van de schilderkunst had
den vanzelfsprekend de art déco en de
tijdgeest van de jaren dertig hun invloed
op Sonnega's stijl. In verschillende recen
sies van zijn exposities wordt gesteld dat
verder Kandinsky een belangrijk voor
beeld voor Sonnega moet zijn geweest.
De literator Willem Brandt spreekt ver
der van 'Egyptische reminiscenties' in
het werk van Sonnega en krijgt bij veel
werken een religieus-mystieke indruk
mee. Ook ziet hij duidelijk invloeden van
Rudolf Bonnet (al menen anderen dat hij
daar mijlenver vanaf stond). Toch noemt
hij Auke Sonnega een zeer oorspronke
lijk kunstenaar.
Ook het Franse kubisme zou in zijn werk
terug te vinden zijn.
Door de politieke problemen tussen
Nederland en Indonesië in 1957 rond
Nieuw-Guinea werd Sonnega (als vele
anderen) het land uitgezet. Via Kuala
Lumpur en Singapore (waar hij ook ten
toonstellingen had) kwam hij naar
Europa.
Sonnega woonde nog korte tijd in
Zweden, verhuisde vervolgens naar Zeist,
daarna naar Amersfoort en
Leidschendam om ten slotte in Den
Haag neer te strijken. Voor tijdelijk, hoop
te hij. Sonnega maakte plannen om na
een jaar Europa terug te keren naar zijn
geliefde Oost. Malakka moest zijn nieuwe
vaderland worden. Ziekte en andere
omstandigheden hebben hem echter ver
hinderd zijn plannen uit te voeren.
Kritieken
De reacties in Nederland op het werk van
Sonnega waren zeer wisselend. Een vaak
voorkomend verwijt was dat hij nooit van
28