Statieportret uit mei 1923 van Willem Walraven, Itih en hun kinde ren Geraldina Anna (Non), Johanna (Anna) en Willem. naar de kali... Daartoe moesten we wachten tot de middaguren, als de gro ten thuis waren. Ik herinner me een van die middagen, toen we allemaal onder leiding van de twee oudste meisjes naar het ravijn afdaalden. Voor mij was dit een nieuw en enigszins griezelig avontuur. Men had me bovendien niet uitdrukkelijk meegedeeld dat ik ook van de partij moest zijn. Daarom zat ik wat eenzaam en verloren op het grasveldje achter de serre van het huis, sleepte met mijn hand door het gras en zag plots tot mijn verbazing een 'gehoornd' beestje 'op zijn rug' liggen en me aankijken... Een moment later was het spoorloos. Het moet een of andere sprinkhaan zijn geweest. Ik was net bezig me af te vragen of ik soms een onbekend mini-huisdier van de familie Walraven aan het schrikken had gemaakt, toen een der grote meisjes - het moet Hanna zijn geweest - me riep: 'Kom nou ook maar naar beneden, krijg je straks een glazenmaker!' Daar had ik wel zin in, al durfde ik nog niet goed. Toen nam ze me bij de hand en hielp me naar omlaag klimmen. Daar beneden aan de grazige oever van het ravijntje zag ik iedereen speuren. 'Wat zoeken jullie?' 'Wel, glazenmakers, natuurlijk!' 41 45 ste jaargang - nummer 2 - augustus 2000

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 41