PQIRRIE'S PERIKELEB Topeng-moiijet Omdat een heleboel mensen kind aan huis zijn aan de Costa Brava, is het niet nodig om uit te leggen wat de Sardana inhoudt. Driekwart Nederland heeft wei eens meegemaakt hoe ze daar op een nationale feestdag, of gewoon ter ere van de een of andere beschermheilige de Sardana dansen. Is altijd een leuk gezichtzo'n kring van licht voetige mannen en vrouwen, die met de armen om eikaars schou ders geslagen rondjes draaien. Waar het aan ligt weet ik niet, maar Sardana-parties doen me altijd denken aan de openluchtconcerten die we vroe ger op oudejaarsavond voorgeschoteld kregen. De veteranen onder ons weten nog wel hoe vanuit de duisternis een onduidelijk groepje muzikanten het voorerf op kwam schuifelen om de huis bewoners op een concert te vergasten. Meestal hadden ze er een zingende dan seres bij, of een dansende zangeres, hing ervan af in welke kunstuiting zo iemand het sterkst was. De liederen die ze ten gehore brachten waren vaak van het genre Hollands Vlag je bent mijn Glorie, met steevast een Terang Boelan-zij- sprongetje en soms een verlate ode aan Sinterklaas er tussendoor. Wilri Soerjadi Eigenlijk leverden die artiesten een geweldige prestatie, want ondanks dat ze geen muziekopleiding hadden genoten, speelden ze alles uit het hoofd. Dat kre gen ze toch maar voor mekaar. Bovendien waren ze allemaal voor de gamelan of angkloeng geboren en was de westerse muziek ze dus niet op het lijf geschreven. Kon je trouwens goed horen. En ook zien, aan de onbewogen gezichten waarmee ze de vrolijkste lied jes brachten. Als ze tenminste de kans kregen, want meestal begonnen de huis bewoners al bij de eerste tonen naarstig naar kleingeld te zoeken om de muzi kanten zo vlug mogelijk van het erf te krijgen. Werden de buren ermee opge zadeld. Gewoon wegsturen werd ook wel gedaan, maar dat heb ik altijd een bijzonder onheuse bejegening van die dappere artiesten gevonden. Zoiets doe je niet, al blazen en zingen ze de blade ren van de bomen en houdt iedereen zijn eigen tempo aan. Dat laatste had trouwens meermalen tot gevolg dat de één veel eerder klaar was dan de ander. aan de Cantinestraat, naast het fort. De band bestond uit een stuk of tien beroepsmilitairen. Het waren geoefende muzikanten en er was een dirigent bij, dat was duidelijk te merken aan de hoge kwaliteit van het samenspel. En aan het publiek, want er werd de hele avond naar hartelust gedanst. Ik heb dat een paar keer mogen meemaken, glurend door de jaloezieën van een raam, omdat jeugdige pottenkijkers niet gewenst waren. Het was echt een genot om al die heren in wit uitgaanstenue en geondu- leerde dames in lange jurken met corsa ges te zien rondzwieren op een wals, of rondhuppelen op de Charleston. Eén en al sfeer en romantiek uit de oude doos. Maar als je naar de band keek, kreeg je een schok van herkenning, zag je dezelf de onbewogenheid als bij die openlucht concerten op oudejaarsavond. Alleen Maar daar konden ze niets aan doen, want er was nooit een dirigent om ze door de warwinkel van vreemde wester se klanken en ritmes te leiden. Per slot van rekening is niet iedereen zo begaafd als Wibi Soerjadi. En die speelt nog solo ook. Geonduleerde dames Nu we het toch over solo hebben: in Solo hadden ze soms feestavonden met live-muziek in de onderofficierscantine zaten deze muzikanten er met asgrauwe gezichten bij en hadden ze het koud- zwcct op het voorhoofd staan, alsof ze de Man met de Zeis in de ogen keken. Dat was eigenlijk ook zo, want de diri gent was een onderluitenant. En dat soort vilde je levend als je geen maat wist te houden, of zelfs maar een klein beetje uit de toon viel. I opengf-monjet Laatst was er een uitvoering van een gamelan-orkest op tv. De hele formatie was op z'n Javaans uitgedost. Compleet, met blote voeten en omhoog gekrulde tenen en al. En al konden schmink en andere camouflagemiddelen niet verhul len dat enkele slagwerkers rasechte Europeanen waren, alles bij elkaar geno men zag het er perfect uit. Die jongens maakten er ook een schitterende perfor mance van, was echt Javaanse gamelan cultuur van de bovenste plank. Maar helaas waren er een paar over-enthou- siaste knapen bij die hun gezicht niet in de vereiste serene oosterse plooi konden houden. Daardoor leek het soms heel even op een topeng-monjet vertoning met meerstemmige gongbegeleiding. Jammer, had er maar een onderluitenant van voor de oorlog voor ze gestaan, dan hadden ze het wel gelaten om grimassen te maken. Is eigenlijk niet zo belangrijk, alleen de echte gamelankenner zal het opgevallen zijn. 45 ste jaargang - nummer 3 - september 2000 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 11