Tekst en foto's: Ben Anthonio Voor mijn hinderen had ih enige jaren geleden mijn 'leven' in Indië op schrift gesteld, waarhij ih natuurlijh ooh uitleg de wat voor spelletjes we vroeger speelden. Naast de hier in Nederland hehende spelletjes als hinhelen, touwtje springen, dahon, haasje over, et cetera, hadden we in Indië andere spelletjes, waarvan de juiste spelregels mij echter niet meer helemaal hehend zijn. Nu heeft Ed H ro die in Moesson van feh ruari 2000 reeds enhele van deze spelle tjes beschreven (op pagina 35). Toch wil ih mijn versie van de spelregels, voor zover ih me die han herinneren, naar voren brengen, in de hoop dat er lezers zijn die mij hunnen verbeteren of aan vu Hen. Bij veel spelletjes moest eerst bepaald worden wie er mag beginnen. Diegenen die mee doen, zwaaien een arm van achter in de nek naar voren, waarbij je de rug of palm van je hand naar boven gericht hebt staan. Diegene die nu bijvoorbeeld als enige de palm van de hand naar boven gericht heeft staan, heeft verloren en mag als laatste van de groep beginnen. Diegene die hierna afvalt, start als één na laatste, enzovoort. Dit gaat zo door tot er twee man over blijven, waarna het soeten begint. Nu moet je bij het naar beneden brengen van je arm, hetzij je duim, wijs vinger of pink uitsteken. De duim staat voor de olifant, de wijsvinger voor de mens en de pink voor de mier, waarbij dan de olifant het wint van de mens, de mens van de mier en de mier van de oli fant. Voorbeeld: Ben steekt de duim uit terwijl Rob zijn wijsvinger heeft uitgestoken, dan heeft in dit geval dus Ben gewonnen en hij mag beginnen. Knilïle eren Met de hiel van je voet maakte je een kuiltje van plusminus acht centimeter Knikker moessQn 26

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 26