rA heen en weer moesr zwaaien. 'Tijdens het hinkelen mag de steen niet van je voet vallen. Valt die wel, dan moet je opnieuw bij de streep beginnen. Bij de streep aangekomen moet je de steen op je voet richting een verderop opgestelde steen schoppen en deze zodoende omver zien te gooien. Hoort hier een puntentelling bij? Bikkelen Bikkelen, een spelletje met een massief rubberen balletje met een doorsnee van ongeveer drie centimeter en zes koperen bikkels. De bikkels hebben vier vlakken met de volgende benamingen: Es (een vlak met enkele kleine putjes ingesla gen), glad, put en rug. Dit spel wordt zittend of hurkend gespeeld, je houdt het balletje met de bikkels (als rechts- handige) in je rechterhand, gooit het Elastiekjes (Karet) Een stok met tjangkok wordt rechtop in de grond gestoken, waarop dan naar afspraak enkele elastiekjes per meespe lend persoon in de tjangkok geplaatst. Van een bepaalde afstand, gemarkeerd door een getrokken streep, moet je met een aan elkaar "geknoopt" aantal elas tiekjes met een kort stukje ketting aan het eind, proberen zoveel mogelijk elas tiekjes van de tjangkok af te schieten. De 'afgeschoten' elastiekjes mag je dan hou den. Een ander spelletje met elastiekjes is het slentik- ken. Hierbij moet je pro beren met één van je gedjitakt (duim op je hoofd, rest van de vingers in een vuist en dan een draai met je hand maken) Naam? Namanja soedali loepa! Een kroonkurk leg je op de tramrails, zodat deze na het passeren van de tram mooi platgedrukt is. Of je slaat de kurk met een hamer plat, niet zo spannend, dese. Vervolgens sla je met een spijker twee gaatjes in de platgedrukte kroon kurk. Door deze gaatjes een stukje touw balletje omhoog, laat de bikkels vallen en vangt het balletje na één keer stuiteren op. Gooi het balletje weer op, pak snel een bikkel en vang het balletje na één keer gestuiterd te zijn, met de bikkel in de hand op. Ga zo door tot je alle bik kels opgeraapt hebt. De bikkels wel in de spelende hand houden! Vervolgens pak je in plaats van één, steeds twee bikkels op, dan drie, dan vier plus twee, dan vijf plus één en daarna alle zes in één keer. De bal moet steeds na één keer stuiteren weer opgevangen worden. Nu moet je voordat je de bik kels in bovengenoemde volgorde oppakt, deze na elke opgooi gevolgd door één keer stuiteren, met bijvoorbeeld eerst het vlak es, naar boven plaatsen. Daarna het vlak glad, enzovoort. vingers, meestal je wijs of middenvinger, een elastiekje gedeeltelijk over een ander elastiekje te slentikken (te mikken). Slentikken is ook je wijs-, of middelvin ger die je tegen je duim aangedrukt houdt, snel tegen iemands oor loslaten. Je kreeg als straf wel eens geslentikt of (talie Rami?) 'rijgen'. De einden van het touw aan elkaar knopen. De einden van het touw elk in één hand nemen, met je armen zodanig bewegen (draaiend) dat het touw met de kroonkurk in het mid den rond draait, zodat het touw geploenteerd is. Dan steeds armen uit elkaar en weer naar elkaar bewegen, zodat dan het kroonkurkje draaiende bewegingen maakt. Nu moet je de kroonkurk tegen de het touw van je tegenstander, die net zo'n kroonkurk aan een draad draaiende houdt, zien te krij gen. En dan kijken welk touw het eerste knapt. Volgende maand het tweede en laat ste deel. Naam Vergeten!! 45 ste jaargang - nummer 3 - september 2000 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 29