nwac
ht b
ouwen
VLIEGTARIEVEN
TOT APRIL 2001
Tel: 020 - 6239548
Afrikaanse Goudkust, wat erg jammer
was, want hij had zich naast zijn ster
renkundige arbeid ook bekwaamd in de
Braziliaanse botanie en in de etnologie
van Noordoost-Brazilië. Hij had een
Rumphius van het westelijk halfrond
kunnen worden.
Galilei
Mohr's sterrenwacht op Batavia had
meer allure dan die van Markgraf een
eeuw eerder. Maar die was met zeer
grote waarschijnlijkheid toen de enige op
het zuidelijk halfrond. Mohr liet uit
Nederland een behoorlijke sterrenkijker
overkomen en een regenmeter en een
octant. Verder bestelde hij een heliome-
ter, waarmee het mogelijk was om de
schijnbare middellijn van de zon, alsme
de zeer kleine hoeken aan de hemel, met
grote nauwkeurigheid te meten.
Mohr nam waar op welke tijdstippen de
maantjes van Jupiter in de schaduw van
deze planeet verdwenen en daar weer
uitkwamen. Het was Galileo Galilei
(1564-1642), die deze maantjes in 1610
voor het eerst waarnam. En hij was het
ook, die als eerste besefte wat deze
occultatie's konden betekenen voor de
bepaling van de geografische lengte op
aarde. Immers, deze verduisteringen zijn
periodiek en zeer voorspelbaar. Zij zijn
vanaf de aarde voor eenieder op hetzelf
de tijdstip waarneembaar. Weet men de
locale tijd waarin op Batavia, zoiets zich
voordoet, en als men uit tabellen kan
halen op welke tijd dit verschijnsel - bij
voorbeeld in Amsterdam - wordt waar
genomen, dan kan men daaruit
gemakkelijk besluiten op welke lengte
Batavia ligt. Iedereen weet tegenwoor
dig, dat als het in Nederland twaalf uur
in de middag is, op Batavia de zon al is
onder gegaan.
Venus
Galilei zag de Jupiter-satellieten als een
klok aan de hemel.
Voor waarnemingen op zee is Galilei's
methode niet zo geschikt, omdat die
moesten geschieden op schommelende
schepen, die aan boord geen betrouwba
re klokken meevoerden.
Slingeruurwerken waren uit den boze.
Maar voor waarnemingen vanaf stabiele
plaatsen aan land was Galilei's methode
uiterst bruikbaar. Dit reflecteerde zich
direct in landkaarten, die nu met een
veel grotere precisie konden worden
getekend. Mohr vond langs deze weg
voor de geografische lengte van Batavia
106°50' oost van Greenwich.
In 1761 observeerde Mohr een overgang
van de planeet Venus over de zonne
schijf. Dit betekent, dat Venus dan pre
cies tussen de zon en de aarde schuift en
als een klein zwart bolletje zich aftekent
op de zonneschijf. Men moest dit uiter
aard dan met een beroet glaasje bekij
ken. De tijdstippen waarop de
verschillende verschijnselen zich voor
doen - intree en uittree van de zonne
schijf - zijn daarbij van groot belang,
evenals de baan die Venus over de zon
beschrijft. Een gehele passage duurt dan
zo'n zes a zeven uur.
Sterrenwacht
Edmund Halley (1656-1742) - ja, dege
ne van de komeet - had in de zeventien
de eeuw al gewezen op het feit, dat het
via waarneming van zo'n Venusovergang
mogelijk is om de afstand van de aarde
tot de zon te bepalen. Wij weten nu, dat
die 150 miljoen kilometer is. Deze
afstand is van zeer groot belang, omdat
daarmee direct alle andere maten van de
banen van de planeten binnen het zon
nestelsel bekend zijn.
Mohr wist dat zich op 4 juni 1769
opnieuw zo'n overgang zou plaatsvinden
en hij nam zich voor, die onder optimale
omstandigheden te observeren. Dankzij
zijn rijke vrouw kon hij zich het permit
teren een echte sterrenwacht te bouwen.
Hij koos een plaats niet erg ver westelijk
van Molenvliet, vlak bij de Chinese klen-
teng Jing-de-Yuan (die nu, in het jaar
2000, nog steeds bestaat)Mohr bouw
de daar een toren van zes verdiepingen,
met op het dak een platform voor waar
nemingen.
Zijn werk werd geprezen door de Franse
onderzoeker en wereldreiziger De
Bougainville (1729-1811) en ook James
Cook (1728-1779) was vol lof over hem.
Cook was zelf naar Tahiti gereisd, om
daar de tweede overgang te observeren.
Hij was het ook, die zorgde voor de
publicatie van Mohr's werk in de
Philosophical Transactions in 1772.
Gang Torong'
Het is betreurenswaardig, dat in de kolo
niale geschiedenis van Indië maar zo
weinig aandacht is voor wetenschappelij
ke prestaties van onderzoekers uit de
VOC-tijd.
Ongeveer acht jaar na een eerste venus
overgang, volgt een tweede passage.
Daarna moet men het 131,5 jaar zonder
doen. De Franse sterrenkundige
Delambre (1749-1822) berekende, dat
na Mohr's waarnemingen de eerstvol
gende passage op 4 december 1874 zou
plaatsvinden, gevolgd door een tweede
op 6 december 1882, acht jaar later.
Toen zijn ook over de gehele wereld vele
waarnemingen verricht. Op 7 juni 2004
en op 7 juni 2012 herhaalt zich dit ver
schijnsel weer! Daarna moeten wij
wachten tot 10 december 2117 en 8
december 2125. Maar dat zullen wij
niet meer meemaken.
Na Mohr's dood werd zijn toren
gebruikt om de huisvesting van de
'Schrijvers ten Casteele' te verbeteren.
In de nadagen van de VOC raakte de
toren wat vervallen en deze werd in
1828 afgebroken. Zelfs de fundamenten
zijn niet meer te vinden. Bij de naastge
legen en nog bestaande klenteng, vindt
men nog een straatje dat Gang Torong
heet en aldus op de kaarten voorkomt.
Deze naam is het enige wat nog rest van
Mohr's toren. Zijn kijker bevond zich in
het begin van de twintigste eeuw nog
onder het beheer van het Bataviaasch
Genootschap voor Kunsten en
Wetenschappen. Maar in 1922 was deze
al onvindbaar.
vijf sterren hotel
17d /14n vanaf 2.495,- pp
Bel voor onze brochure of
voordelige vliegtarieven
Jakarta: vanaf 1.425,- pp
Surabaya: vanaf 1.475,-
Denpasar: vanaf f.475,- pp
Ujungpandang: vanaf 1.475,- pp
BALI PAKKET:
Asfalea Travel b.v. Nes 82 (achter hotel Rokin)
1012 KE Amsterdam
45 ste jaargang - nummer 4 - oktober 2000
37