Brieven
Geleide liond schrijft:
'Ik ben een man van 39 en mijn leven
lang al geïnteresseerd in de Indische
cultuur en alles wat daarmee samen
hangt. Het feit wil dat ik sinds acht jaar
door diabetes helaas blind ben. Door
deze handicap dreig ik geïsoleerd te
raken. Gezien mijn interesse in de
Indische wereld zou ik graag regelmatig
koempoelans en pasars bijwonen. Het
probleem voor mij is echter het vervoer.
Mijn vraag aan u lezers is: zijn er men
sen in de omgeving van waar ik woon,
met wie ik kan meerijden? Ik woon in
Vreeland, dat ligt zeer gunstig en cen
traal tussen Hilversum, Amsterdam en
Utrecht. Eventuele vergoeding voor
benzine is bespreekbaar. Door mijn
handicap is lezen niet mogelijk, daarom
gaarne telefonisch contact, 's avonds na
zeven uur, tel. 0294 - 233 007. Bij
voorbaat dank voor uw medewerking.'
R.R. van Benschop,
Vossenlaan 28, 3633 AN Vreeland
Ems van Soest
Het verhaal van Vilan van de Loo over
Ems van Soest deed mijn echtgenote
naar de boekenkast grijpen. Daar vond
zij een exemplaar van het boek Ons is de
toekomst van Ems I.H. van Soest. Zij
was als meisje dol op de boeken van
Ems. Het boek dat wij in de kast heb
ben, is gekocht bij boekhandel
Varekamp en Co., Medan Deli, en haar
door haar ouders cadeau gedaan op 5
december 1939, toen mijn echtgenote
leerlinge was op de Planters
Schoolvereniging te Brastagi. Het boek
is destijds meegegaan naar Soerabaja
waar haar vader werd geplaatst. Tijdens
gevangenschap is het boek met alle
andere zaken in het huis in Soerabaja
gebleven. Na de oorlog is mijn vrouw
met haar moeder naar Soerabaja terug
gegaan en naar het oude huis, dat uiter
aard op een paar zaken na gerampast
was. Een der dingen die haar broers
terugvonden was een jurk van haar en
het boek. De prijs van het boek was
destijds vier gulden twintig.
J. C. de Bruine en
D. C. de Bruïne-Deenen, Loosdrecht
Biktor
Fantastisch leuk verhaal plus foto's van
Ben Anthonio in Moesson september
over die spelletjes. Ik zie ze gewoon
weer voor me, in onze gang, met knik
kers, stokjes, stenen. Waarom we uitge
rekend onze gang (doodlopend) kozen
als speelterrein? Omdat die niet geasfal
teerd was en de goede lengte en breedte
had.
Waarschijnlijk.
Soms kon
mijn vioolspe
lende vader
zijn viool niet
horen door de opgewonden jongenskre-
ten en dan schreeuwde hij alleen 'hééé'
en dan was het weer voor minstens vijf
minuten stil. De in het verhaal van
Anthonio genoemde spelletjes waren
typisch jongensvermaak, alleen koeng-
koeng en pandè werden ook door meis
jes gedaan. Pandè ken ik onder de naam
Biktor (weer zo'n heerlijke klanknaboot
sing!). Werd door ons, Malangse meis
jes driftig beoefend. Ik ken de regels
nog precies en kom er graag de volgen
de keer op terug. Bedankt Ben
Anthonio voor deze herinnering over
'spelen zonder speelgoed'.
Lilian Ducelle, Den Haag
Intercross Braves
In Moesson van augustus 2000 stond
weer een artikeltje over 'Intercross traf
fic' door Oed. Volgens Dukun Djupri
van Pondok Embrat (Heemraad) in
Betawi moet de titel zijn: Intercross
Braves. In de maanden september en
oktober 1945 werkte ik als vrijwilliger
bij het Rode Kruis aan het
Koningsplein te Batavia. Heb een paar
keer met deze dappere jongens mogen
mee-samenwerken, vergezeld van een
grote djaga in de vorm van een engelbe
waarder die we in deze bersiapperiode
meer dan nodig hadden. Kan me nog
goed herinneren dat we familie R.M.T.
Notosoetarso, oud-Volksraadslid,
wonende aan de Bekasiweg en een paar
Indische families, waaronder een zwaar
zieke manspersoon (met baleh baleh en
al in de truck geladen), van de
Baluelweg en Pisangan Lama te
Meester Cornelis naar het ziekenhuis en
hotel Tjikini evacueerden. Onder
extreme druk en in levensgevaarlijke
situaties, golok-bamboe roentjing,
gewapende volksoploopjes, vergezeld
van het opzwepende 'Bersiaaap', reden
deze, aan Bronzen Kruis/M.W.O. gren
zende moedige- en menslievende soe-
pirs, kriskras door Betawi en omstreken.
Ze waren er waar ze nodig waren!
Meneer Oed, de mensen mogen u en
uwe dapperen vergeten zijn that's life!),
maar Onze Lieve Heer heeft al uwe
namen in Zijn grote boekoe pinter
opgeschreven. Soedah pasti, boeng! No
doubt about that! Met diepe respecten,
Bert Simon, kampung Amstelveen
Herinneringen aan de periode
1950-1958
In Moesson van juni 2000 schrijft Victor
van Rhoon over het advies van Alex
Eiselin om langs de Japanner heen te
kijken. Victor dankt er zijn leven aan
ook al begrijpt hij niet waarom. Aan dit
verhaal moest ik denken toen ik las in
het boek Indrukken van een totok door
Justus van Maurik uit 1897. Hij
beschrijft de adat bij een bezoek aan de
sultan. Namelijk wie met de sultan
spreekt, houdt voortdurend de ogen op
de sultan gericht, hoe gebogen hij zelf
ook staat. De sultan echter ziet de spre
kende nooit aan, maar kijkt als het ware
over hem of naast hem heen. Ik weet
niet of er in Japan een soortgelijke adat
was. Ik zou me kunnen voorstellen dat
de Japanner die Victor kwam halen,
door Victor als het ware in een lagere
rangorde werd geplaatst en de Japanner
hem daarom liet zitten waar hij zat.
Ik ben zelf als kind in 1949 naar Indië
gekomen en in 1958 naar Holland
teruggegaan toen Soekarno het ons
onmogelijk maakte te blijven. Ik heb van
de vooroorlogse tijd geen weet. De kam
pen heb ik niet meegemaakt. Heel vaag
heb ik iets gemerkt van de politionele
acties. Ik was toen vier jaar. Mijn herin
neringen aan Indonesië beslaan dus
eigenlijk alleen de periode 1950-1958.
Ik heb ook behoefte te lezen over het
leven in de tijd dat ik er was. Het nieu
we leven op de ondernemingen, het
leven in de steden. Wie kan me helpen
aan titels of schrijft zijn ervaringen in
Moesson?
Eric Bruinsma, Barendrecht
moessQn
I )i> inhoud van de ingezonden brieven
valt buiten de verantwoordelijkheid van
de redactie.
4