Brieven
i »;,i
raa f f
J
j
poirrie
sing je karet toch de nodige millimeter
vooruit te bewegen, dan werd je over
winning alsnog erkend. Dit soort situ
aties waren natuurlijk vaak aanleiding tot
heftige discussies (aangeraakt, is niet
waar, jewel, enzovoort) en soms een ste
vige kloppartij. Bij dit spel was natuurlijk
de grootte en de dikte van je gevechtska
ret (die je vaak een imponerende naam
zoals matjan en dergelijke had gegeven)
van belang. Ieder ingewijde wist dat een
dagje weken in petroleum je karet fors
kon doen groeien. Er was een bezwaar
tegen dit soort kunstgreep: te lang in de
petroleum en je karet brak spontaan of
bij de eerste slentik. Bedankt Ben.
Han Meliëzer, Assen
Indische spelletjes
Met heel veel genoegen (en bewonde
ring) het artikel van Ben Anthonio gele
zen. Ook omdat het mijn gevoel ver
sterkt hoezeer we bij dat land
(Indonesië) en dat volk ho(o)r(d)en. Die
spelletjes speelden we immers met al
onze vriendjes, ongeacht huidkleur of
afstamming. Bovendien wil ik graag,
zomaar uit het geheugen, wat aanvul-
linkjes aanleveren.
Bij het soeten won de mier het van de
olifant, want hij kon in de slurf van de
mier kruipen en daar had de olifant geen
verweer tegen.
Knikkeren: bij het maken van het knik
kerkuiltje kromde je je grote teen zoda
nig dat die een cirkel om het kuiltje
meetrok. Wanneer je dan bij je poging
om je knikker in het kuiltje te krijgen
toch al binnen de cirkel kwam, had je in
ieder geval een halve punt. Als je als eer
ste mocht beginnen, kon je er ook voor
kiezen om de knikker van je gevaarlijkste
opponent weg te schieten. Raakte je die,
dan bleef je aan beurt. Miste je, dan was
Leiden in last. Mijn maatje in Soerabaja
(Nico de Wit) presteerde het om daarbij
een soort biljarteffect te krijgen, waar
door zijn eigen knikker bijna niet verder
rolde, terwijl die van zijn opponent
meters wegrolde.
Elastiekjes: bij het slentik gold als criteri
um van erover dat je van boven af dui
delijk twee elastiekrandjes moest kunnen
zien. Lagen de twee elastiekrandjes zo
op elkaar dat je nog geen licht zag, dan
kreeg je wel een herkansing. Je mocht
dan met komvormig gekromde hand
achter je elastiek op de grond kloppen
(dus beslist niet je karet aanraken!).
Lukte het je om door de luchtverplaat-
Hans van Hell is me net voor geweest in
het afgelopen julinummer met een ver
haal over nasi goreng. Dat het met de
Indische keuken in Holland maar droe
vig gesteld is, bleek weer eens toen, ove
rigens goedbedoelende, vrienden mij
meenamen naar een alom aangeprezen
warong in een oude Gooise vestingstad.
Nu ben ik meteen al huiverig als er een
wijnlijst bij het menu wordt gepresen
teerd en deze keer zelfs leek de enorme
bar groter te zijn dan de keuken, om nog
maar te zwijgen van de grotendeels op
fantasie berustende Indonesische livrei
waarin het bedienend personeel gesto
ken was. Mijn kritiek beperk ik maar tot
de nasi goreng die wij als bijgerecht kre
gen en niet meer dan smakeloze,
rood/oranje gekleurde rijst was. Lilian
Ducelle schreef al eens eerder dat nasi
goreng een heus hoofdgerecht is en niet,
met wat restjes van de vorige dag, opge
bakken rijst. Bij mijn zuster uitte ik mijn
misnoegen hierover waarop ze prompt
zei: 'Maak het dan eens voor ons zoals
het wel moet zijn', waar ik gezien haar
en haar man's onuitputtelijke gastvrij
heid niet onderuit kon. Enfin, mijn nasi
goreng - al zeg ik het zelf - was gewoon
echt goed, wat mijn zuster na de maal
tijd deed vragen wat dan toch wel mijn
geheim was? Ik antwoordde dat er geen
sprake van een keukengeheim was, maar
dat ik me gewoon had gehouden aan het
recept van juffrouw W.C. Keijner, zoals
het in haar kookboek staat en waarin
nog gesproken wordt van kattie's en
splitglazen. Een goede vriend van mij
hier en een expert wat de Indische keu
ken betreft, heeft maar liefst 22 kook
boeken, in verschillende talen, met
recepten van gerechten uit de
Indonesische archipel, waar moderne
samenstellers er soms niet van terug
deinzen om eigen verzinsels te plaatsen
voorzien van standaardkreten als:
naar eigen smaak eventueel wat sherry
toevoegen.' Zelf houd ik het bij mej.
Keijner's boek, de eerste druk uit 1927!
Johan van Leer, Santa Monica
(Californië)
Kaarsje voor Huizinga
Niet de onvermijdelijke Fabricius
Moesson september 2000, pagina 25),
maar Leonard Huizinga schreef Zes
kaarsen voor Indië. Huizinga werd vooral
bekend door zijn boeken Adriaan en
Olivier en Olivier en Adriaan in de eerste
helft van de vorige eeuw. Ach, wie weet
dat nog?
Han Velthuijzen, Den Haag
Oproep
Wie kende Jan Franken en zijn werk
voor Deli-Atjeh tussen 1916 en 1929?
Voor een historisch onderzoek zoek ik
gegevens over J.H.A. Franken (Tilburg
1896 - Amsterdam 1955) die tussen
1916 en ongeveer 1929 werkte voor de
N.V. Deli-Atjeh Handelmaatschappij,
eerst in Medan (kantoor aan de
Pakhuisweg, woonadres onder andere de
Valentijnstraat) en vanaf ongeveer 1925
in Penang (Straits Settlements). Na zijn
terugkeer naar Nederland had hij jaren
lang zijn eigen zaak, namelijk een han
delsagentschap en commissiehandel in
moessQn
A' inhoud van de ingezonden brieven
valt buiten de verantwoordelijkheid van
de redactie.
"Dus opletten, Japie. Als die lajangan van
si Arab uit zijn duik komt, bijt je onmiddellijk
zijn gelasan door."
Nasi g'orcng'
4