Onze kamers zijn sinds enige tijd
arehitectonisch proefmarmot
Hoogst ongezond. En bovendien legde
je natuurlijk allerlei dingen op het deksel
van die kist, die je altijd weer over het
hoofd zag. En als je het deksel open
deed klepperde de boel er altijd achter
en dan kon je er weer niet bij en dan
moest je met die kist gaan scheuren en
dat deed vanwege die knobbelige kope
ren hengsels altijd gemene pijn aan je
vingers en vanwege het gewicht ging er
altijd een spiertje of peesje in je rug
scheef zitten of zo.
Dus jenste ik twee dozijn spijkers
in de muur en hing daar m'n
lderen aan en toen was het deco
rum natuurlijk in de lorum. En ik kreeg
m'n kast terug. Maar Quiqui schilderde
hem eerst corn-yellow met rooie en blau
we mannetjes en vogels en torretjes erop.
Een soortgelijke plank kwam er ook aan
het hoofdeinde van het bed. Voor boe
ken, tijdschriften, borrels, sigaretten,
kauwgom, flitspuit, et cetera. Maar ik
slaap soms wild en dan kom ik in aanra-
Hng met dat decoratieve plankje en dan
worden we met nare dromen walcker. En
soms nat.
Maar Quiqui gaat door. Nu heeft
ze weer zo'n hangpot met een
plant middels kettingen aan de
zoldering bevestigd. En vlak voor de
deur nota bene. Geweldig decoratief
ding, maar verduiveld hard.
Verder staan de tafels en knaapjes en
kasten vol met kwalies en gendies en
tuitlampjes en korfjes en mandjes en is
er overal in het huis verf en terpentijn en
Arabisch gom en natte kwasten. En had
Quiqui de radio in een rieten karbiesje
gewurmd. Leuk beschilderd ding met
primitieve vogels en gemutileerde paard-
jes. Maar het stond eeuwig op Radio
Soerabaja, want je kon niet bij de knop
pen komen en in het karbiesje mocht ik
geen gaten snijen. Uit dat karbiesje
kwam de zwarte leiding gekronkeld naar
het stopcontact. Het leek wel het mand
je-met-cobra van een slangenbezweerder
met dit verschil dat de bezweerder ook
in het mandje zat. Ja, de radio paste niet
bij het interieur.
Wat er wel bij paste, was blijk
baar een vogelkooi. Een reuze
decoratief ding met bloemetjes
van verguldsel en sirihpruimrood en
geelzuchtgeel en M.P.-helmwit. Zonder
vogel. Er was blijkbaar geen vogel gek
genoeg om erin gezet te worden.
Papegaaien heeft iedereen en parUetjes
en tekukurs en zo. Quiqui is nu geloof ik
op zoek naar een neushoornvogel, een
Hwi of een vogelbekdier of misschien
ook wel een doodgewone mus. Ik ben
zeer benieuwd. Quiqui ging niet in op
mijn voorstel om de kooi als lampekap
om de lamp te draperen. Waarom niet?
Als je radiotoestellen in karbiesjes kan
zetten, kan je net zo goed electrische
lampen in vogelkooien frommelen.
Hoe dan ook, het leven is er inte
ressanter op geworden. Af en
toe loop je wel eens tegen de
lamp of tegen de hangpot, maar voor
uit, ik wil geen kniesoor zijn. Ik laat me
zelfs welgevallen dat Quiqui experi
menteert met m'n huisHeding. Zo heb
ik een echte onvervalste burnous gekre
gen. Zoals de Egyptische kameeldrij
vers dragen. Zo'n burnous is inderdaad
het eenvoudigste Hedingstuk dat je je
denken kan. Het is een (in mijn geval
geel en bruin gestreepte) lap van onge
veer twee bij twee meter of daaromtrent
met een rond gat in het midden.
Daardoor steek je je hoofd. De rest dra
peert zich dan vanzelf in bevallige
plooien om je lijf. Geen mouwen, geen
koord om je middel, niks. Alleen zit je
telkens half bloot als je je hand uitsteekt
naar je kop koffie of als je je achter je
oor krabt. En de tocht komt bij karre-
vrachten van onderen naar binnen. En
die plooien hangen overal waar ze ver
duiveld hinderlijk zijn. En als je de spie
gel passeert maak je een verschrikte
sprong opzij omdat je opeens een
spookgedaante ziet. Ik wou er per se
een fez bij dragen en een fifa-toerHe bij
roken, maar dat ging te ver, vond
Quiqui en nu bewaar ik dat doodshemd
maar voor een bal costumé.
Ook heb ik houten Hompjes gekregen
voor de badkamer, waar ik erg onpasse
lijk op loop. En we hebben de origineel
ste koffiepot van Soerabaja. Die heeft
namelijk twee tuiten. Maar de achterste
tuit is geen tuit, maar een vermomd oor
zal ik maar zeggen. Het handvat dus.
En ik schenk natuurlijk altijd met dat
verkeerde oor en dan komt er niets uit
en dan houd ik de pot nog schuiner en
dan duvelt het dekseltje van de pot af
en de hete koffie overal behalve in het
kopje. Toen heb ik maar een draadje
gebonden om die ene tuit en als ik nu
koffie wil schenken, moet ik eerst een
kwartier denken of het draadje nu zit
om de echte of de valse tuit. En soms is
het nog mis.
Ook hebben we een wierookpulle-
tje en daar brandt Quiqui af en
toe wat in ter wille van het
decorum. En dan gaat de hoofdkamp
uit en worden of vermomde schemer
lampjes ontstoken in flessen, mandjes
en zeeschelpen. En dan hangt er een
romantieke sfeer in de kamer en wacht
ik tot ik gestorven ben van koolmo-
noxydevergiftiging. Dan zit Quiqui met
opgetroldten knieën waarop het pein
zende hoofd waarvoor de
MedusaloHten, zichtbaar te genieten en
ik luister naar de radio in het karrebies-
je. Want lezen kan ik niet.
Intussen vraag ik me wel af wanneer
deze experimenten afgelopen zijn. En
wat er eerst nog komen moet. Zou
Quiqui straks een vijvertje willen bou
wen naast het bed? Of een python hou
den in het kooitje? Of een dwerg in
dienst nemen als djongos? Of Aramees
gaan praten? Of de clubfauteuils ver
vangen door een Alfoerse oorlogs
prauw? Het is namelijk met vrouwen
wel heel erg waar: je weet wel waar je
begint, maar nooit waar je eindigt.
En toch.
En toch ben ik wel een beetje in
m'n schik met die schiziphrene
wederhelft van me. Verbeeld je
dat ik een vrouw had die per se ook de
bloempotten van mevrouw Jansen of de
stoeltjes van mevrouw Knupjes of de
vloerldeedjes van de stationschef of de
kasten van tante Sofie wou hebben.
Zo'n sleuros, die niets anders doen kan
dan zonder smaak en zonder vernuft
andere mensen nawouwelen!
Ik zou sterven van verdriet. Nu heb ik
nog avontuur in huis. En als ik af en toe
m'n kop stoot, nou vooruit dan maar.
De binnenkant van die kop blijft altijd
goed. Anders had ik toch niet zo'n
vrouw getrouwd, wat?
45 ste jaargang - nummer 5 - november 2000
9