Van links naar rechts: Kristin, Ria, Rob, Inge en Ed. ontbijt gingen wij viertjes in het busje van Handoko en Rahma - vrienden van ons uit Malang - naar de Lavalette Kliniek. Dat is inmiddels een groot ziekenhuis geworden. De directeur, dr. Rudy Pratomo, ontving Ria, Rahma en mij op zijn kantoor. Ik vertelde over Rob's vader en wilde graag weten of de naam van Matheus of een familielid nog ergens in het archief staat van het Lavalette Ziekenhuis. Dr. Rudy was erg onder de indruk. Hij wreef een paar keer met zijn handpalmen op elkaar en vroeg waar Rob was. 'Tunggu diluar, dokter,' antwoordde ik, 'dia sebenarnya beremosi sekali.' Hij knikte begrijpend en zei dat het archief in Indonesië niet zo goed is bijge houden als in Nederland. Na vijf jaar wordt alles hier in brand gestoken, zodoende! 'Het spijt me heel erg voor dit ongemak,' verontschuldigde de sympathieke dokter zich. Hij pakte de telefoon en vroeg aan de afdeling personeelszaken de naam en het adres van de oudste verpleegster van het I .avalette Ziekenhuis die nog in Malang woont. Dat is zuster Sundari Nasrun. Ze is inmiddels 81 jaar oud. Dr. Rudy overhandigde het adres van ibu Sundari en zei nogmaals dat het hem heel erg speet, maar probeer bij deze oude ex-verpleegster van ons zie kenhuis wat informatie te vragen. Wat verslagen stapten wij in het busje en brachten verslag uit aan Rob en de anderen. 'Gewoon doorgaan lui, dit is pas het begin, we zijn er nog lang niet!' zei ik nog enthousiast. Zuster Sundari Nasrun De ex-verpleegster wachtte ons op in haar rolstoel. Ze is al oud en helaas blind, maar nog een mooie dame om te zien. Haar Nederlands spreekt ze als een oude Indische tante - leuk om te horen. Ook zij kon ons echter niets vertellen over de naam Matheus. 'Sorry luitjes, die naam Matheus is voor mij seer onbekend, want ik was indienst getreden bij Lavaiet persies bij de over dracht Hollanshe leideng naar Indonesische leideng,' zei ze heel zachtjes. Daar zaten we dan. 'Volhouden maar,' zei ik weer om de moed niet te laten zakken. 'Laten we maar naar Toko Oen gaan, daar even uitrusten en wat eten en drinken, oké?' Dominee Tekoeperu Toen we eenmaal bij Toko Oen waren, rende ik even naar de protestantse Emanuel Kerk, daar niet ver vandaan. Via de parkeerplaats van de kerk liep ik zo de administratie binnen. Enfin, ik stel de me voor, zei dat ik speciaal uit Holland was gekomen om naar de naam Matheus te zoeken en dat de kerk mij daar misschien mee kon helpen. Ik werd direct begeleid om naar de 'kamar Pendeta' te gaan, het kantoor van domi nee Tehoeperu. Of ik even wilde wachten op de dominee. Met drie man sterk kwa men ze even later binnen. Ik stond op, stelde me voor en vroeg of ze me konden helpen bij het zoeken naar meneer Matheus. Vóór mijn vertrek naar Indonesië, vertelde ik aan dominee Tehoeperu, was ik te weten gekomen dat de vader van deze meneer Matheus, dus de grootvader van Rob, vroeger een beken de dominee in Malang is geweest. Dominee Tehoeperu keek zijn collega's aan, en een van hen zei toen: 'Tunggu dulu meneer, ik zal voor u kijken in ons archief- boek.' Hij kwam terug met een lijst van namen van dominees vanaf 1923: wel dominee Mathijs, maar geen Matheus. Even twijfel de ik. Zou de naam wel goed zijn? Maar nee, het moet zijn: Matheus! 'Weet je, hier in Malang woont een zekere meneer Nikijoeloe en...' 'Ja, ik ken hem!' zei ik eigenlijk een beetje ongemanierd door zijn niet afgemaakte zin heen. 'Die meneer Nikijoeloe of oom Niki en zijn vrouw tante Hetty waren hele goede vrienden van mijn vader en moeder. Ze wonen aan de Jalan Merapi nummer 6.' 'Juist!' zei de dominee. 'Je moet maar aan hem wagen. Misschien kennen ze mekaar van woeger, verder kan ik je helaas niet helpen.' Ik beloofde dominee Tehoeperu dat ik het aan oom Niki zou vragen, nam afscheid van de heren van de Emanuel Kerk en keerde terug naar de groep. Verslagen keken ze me aan. 'Ja, jongens het is echt niet gemakkelijk, maar we gaan gewoon verder met zoeken.' We stapten de auto in en gingen richting Jalan Merapi nummer 6, naar de Nikijoeloes. Oom Niki en tante Hetty Ik belde aan en tante Hetty maakte de deur open. Met veel geschreeuw en geroep werd ik naar binnen getrokken, terwijl ons busje langzaam wegreed om een toertje te maken. Niet langer dan een uur kletsen, Ed! De ontmoeting was gezellig en na alle vra gen te hebben beantwoord over mijn ouders, begon ik over de naam Matheus. 'Kennen jullie die nog?' 'Natuurlijk, njoo, kennen we Mary en haar broers, maar waar haar broers nu zitten, weten we echt niet meer, Ed. Misschien moet je proberen in Lawang of Batu.' Weer niets! 'We moeten naar Lawang of Batu, lui!' zei ik toen ik het busje weer instapte. Matheus Bamhangf Triwono Het was inmiddels half drie 's middags en we besloten de volgende dag verder te gaan. Terwijl ik naar de straat zat te turen, onderweg naar het hotel, dacht ik aan Rob. Hoe en op welke manier moeten wij zijn vader zoeken? Maanden vóór we naar Indonesië gingen, had ik aan een goede kennis hulp gevraagd brieven te schrijven naar de gemeente van Malang, Kotamadya Malang, bagian catatan sipil, en naar het Lavalette Ziekenhuis. Zonder resultaat. moessQn 36

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 36