Beata van Helsaingen-Schoevers (1886-1920) 'F[ Schrijfsters uit liet Damescompartiment Tekst: Vilan van de Loo 'Zij was het bruisende, onstuimige leven zelf, 't was één en al bracht en levenslust en jeugd, wat zij was', Snikte het Weekblad voor Indië in 1Q20. Na de dood van Heata van Helsdingen buitelden de lofprij zingen van kranten en tijdschriften over elkaar heen. De publiciste heette begaafd te zijn geweest, veel zijdig, charmant, scherp, veelbelovend, enzovoorts. Hoe pijnlijk ze menigeen tegen de schenen had geschopt, wist kennelijk niemand meer. 1 Jr I lke Oost-Indische mailboot brengt er velen uit: de zooge- fnaamde "handschoentjes", de vrouwtjes die op verren afstand getrouwd zijn met een man, dien zij dikwijls in geen jaren hebben gezien; van wien ze niet weten hoe de Indische omstandigheden, het Indische klimaat op hem ingewerkt hebben; van wien zij zich vaak een geheel andere voorstelling maken dan met de werkelijkheid overeenkomt. Zijn niet alle factoren aanwezig voor een grootere of kleinere teleurstelling?' Onheilspellende woorden, gesproken door Beata van Helsdingen-Schoevers gedu rende een van haar lezingen in Nederland. Beata wist waarover ze sprak: 'Ik bracht mijn jeugd, het grootste gedeel te van mijn leven, in Indië door. Ik heb daardoor een andere kijk op de dingen dan bijvoorbeeld iemand, die in Nederland werd opgevoed.' Verwende Indiscke kindertjes Beata moet veel teleurstelling om zich heen gezien hebben, om het Hollandse publiek in zulke scherpe bewoordingen te willen waarschuwen tijdens haar lezingen en in haar De Europeesche vrouw in Indië (1914). Niet iedereen onderschreef haar visie op het Indische leven. Degenen die ten koste van iedere realiteit Indië wilden blijven idealiseren, protesteerden heftig. Zo schreef dokter-djawa H.J.D Apituley in het Nederlandse Algemeen Handelsblad vol valse insinuaties: 'Alleen zij die vele bittere momenten in hun leven hebben gehad, kunnen satyrisch, sarcastisch, etc. zijn, zooals mevrouw Van Helsdingen.' Door zo'n opmerking was Beata natuur- moessOn 38

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 38