Johannes Benedictus van Heutsz (1905-1909) Gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië Tekst: Leo van Putten Van Heutsz werd op 3 februari 1851 in Coevorden geboren. Zijn vader, Johannes Franciscus, was beroepsmilitair en werkte als officier in Coevorden. Zijn moeder was de uit Breda afkomstige Maria Lucilla Koeken. Al op zestienjarige leeftijd volgde de jonge Van Heutsz het voetspoor van zijn vader en trad in dienst van het leger. Toen onder het bewind van gouverneur-generaal Loudon in 1873 de Atjeh-oorlog uit brak, vroeg Van Heutsz overplaatsing naar het Indische leger. Hij arriveerde in Indië waar hij eerst voor een jaar in Soerabaja werd geplaatst. In 1874 volgde uiteindelijk zijn overplaatsing naar het voor het Nederlandse gouver nement zo lastige Atjeh. Atjeh Het dagblad Trouw publiceerde op 19 januari 1999 het artikel 'Paradox van een onttakelde held'. Het artikel ver scheen in een wekelijkse reeks waarin werd teruggeblikt op landgenoten die in de afgelopen eeuw zo'n grote invloed hebben gehad op de geschie denis dat na hen de wereld niet meer dezelfde was. Van Heutsz werd in deze reeks naar voren gebracht als zo'n invloedrijke Nederlander. De titel verraad dat de figuur Van Heutsz moeilijk onder één noemer is te van gen. Vanaf het eerste militaire optreden onder Loudon was het tobben geble ven in de opstandige provincie Atjeh. De Atjeeërs hanteerden een militaire techniek die de Nederlandse militairen vreemd was: de guerrilla. Diverse generaals, hoe moedig ook, beten hun tanden stuk op de gewiekste tegen standers. Onder Van Heutsz veranderde de stra tegie. Hij maakte daarbij onder andere gebruik van de kennis die vanaf 1891 werd verzameld door de islamkenner 45 ste jaargang - nummer 6 - december 2000 Snouck Hurgronje. Van Heutsz werd in 1898 benoemd tot gouverneur van Atjeh. Hij had eerder in zijn loopbaan een brochure geschreven onder de titel 'de onderwerping van Atjeh'. Daarin stelde hij onomwonden: de Atjeh-oorlog knaagt aan ons koloniaal bezit, hij moet eindigen. Laten wij ein delijk de beschaafde wereld tonen, dat wij daartoe in staat zijn. Van Heutsz voerde met succes een strategie van contra-guerrilla. Er kwam een beslissende wending in de lange slopende oorlog die 25 jaar eer der was begonnen. Het verzet van de bevolking tegen de harde gewelddadi ge onderwerping van hun grondgebied zou nooit helemaal verdwijnen. Atjeh is tot op de dag van vandaag een gewest met een grote vrijheidsdrang. Regelmatig zijn er harde confrontaties met de huidige bewindhebbers in Jakarta. Etliisclie politiek In de troonrede van 1901 sprak konin gin Wilhelmina over het voeren van een ethische politiek als peiler van het koloniaal bestuur. Het was aan de nieuwe minister van koloniën Idenburg om aan deze doelstelling uit voering te geven. Idenburg droeg Van Heutsz voor als de nieuwe landvoogd die deze politiek concreet moest gaan maken. Van Heutsz ging ervan uit dat het voeren van een welzijnspolitiek gepaard moest gaan met rust en orde in de archipel. Door middel van de in Atjeh beproefde methode van contra guerrilla werd ook in de buitengewes-

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 41