PERT
beetje tlono'eno
IJL
M il/arden moeien er jaarlijks
worden opgehoest voor de ver
zorging van ouderen. IDat kan
natuurlijk niet onbeperkt door
gaan. Nederland vergrijst in ver
sneld tempo en als je sommige
wijsneuzen moet geloven is bet
moment niet veraf dat bet alle
maal niet meer
te betalen is. ~1
Maak je borst hen
dus maar nat.
verzorgingsstaat van ons loopt
op z'n laatste benen, hn als die
bet loodje heeft gelegd, moeten
we misschien op onze familie
terugvallen. Is voor sommigen
niet te hopen, want het gaat niet
altijd goed, als je het van je
familie moet hebben.
Een beetje vertroeteld
Kort geleden vroeg een medewerkster
van de uitgeverij me of het geen tijd
werd dat ik er mee ophield en alleen
maar leuke dingen ging doen. Ik vertelde
haar dat ik het werk nog steeds leuk
vond en nog geen zin had om achter de
beruchte geraniums te gaan zitten ver
welken. Ze knikte instemmend en zei:
'Misschien heb je gelijk. Maar het moet
ook kunnen, want mijn vader is ook in
de zeventig, en die is helemaal opge
brand.'
En alsof ze behoefte had om haar hart
uit te storten: 'Je moet weten dat we
vroeger een boerderijtje hebben gehad.
Pa en ma hebben altijd erg hard moeten
werken. Toch hebben ze het gepresteerd
om ons te laten leren. Daar zijn we heel
dankbaar voor, want dat heeft ze veel
hoofdbrekens gekost. Maar waar wij
onze ouders het meest dankbaar voor
zijn, is dat ze er altijd voor ons waren, ze
ervoor gezorgd hebben dat we in huise
lijke sfeer konden opgroeien. Ik geloof
dat ons dat heeft gestimuleerd om ons
voor de volle honderd procent aan onze
studie te wijden. Helaas is moeder een
paar jaar geleden overleden. Wij waren
al het huis uit en pa kwam alleen te
staan. Omdat hij het in z'n dooie eentje
niet meer kon rooien, dacht hij er over
om naar een bejaardenhuis te gaan,
maar daar hebben we een stokje voor
gestoken. We wisten gewoon dat hij daar
zou verpieteren, daarom hebben mijn
man en ik hem in huis genomen. Ons
huis is niet zo groot, maar dat was onze
boerderij ook niet.'
Ze zweeg even en zei toen giechelend:
'We zijn erg zuinig op pa, hij wordt echt
een beetje vertroeteld.'
I laar, driehoog
Eind mei van dit jaar werden we door
kennissen uitgenodigd voor een etentje
in een bejaardenhuis. Die kennissen
wonen zelf in een seniorenflat en gaan
elke maand met nog een paar stellen
naar dat bejaardenhuis om er deel te
nemen aan een gezamenlijke maaltijd
voor oudere wijkbewoners. Omdat we
door een misverstand ruim een half uur
te vroeg waren, moesten Nel en ik in de
hal blijven wachten. Toen we daar een
tijdje gezeten hadden, kwam er een ten
ger Indisch vrouwtje de hal in. Ze had
een brilletje op de neus en hield een
hand zorgvuldig op de sluiting van haar
schoudertasje, alsof ze bang was gerold
te worden. Nadat ze ons vriendelijk goe
dendag had gezegd, kwam ze met een
ontwapenend: 'Mag wel, ja?', bij ons zit
ten.
Toen Nel haar vroeg of ze in het bejaar
denhuis woonde, knikte ze en wees naar
boven: 'Daar, driehoog, makkelijk met
de lift.' Indische taal, weinig woorden en
toch alles verklarend. In het daaropvol
gende gesprek vertrouwde het vrouwtje
ons toe dat ze al heel lang weduwe was
en drie dochters en een zoon had.
Eigenlijk alleen drie dochters, want haar
zoon was vorig jaar overleden. Van haar
dochters woonde er één in de buurt, die
kwam weieens op bezoek. De andere
twee zag ze zelden of nooit, maar dat
kwam doordat
ze ver hier
vandaan
woonden. De
oudste, de
anak-mas van
haar overleden
man, zelfs helemaal in Semarang. Van
haar kon je natuurlijk helemaal niet ver
wachten dat ze even op bezoek kwam,
zei ze vergoelijkend. Toen ze dat verteld
had, keek ze ons glimlachend aan en
vroeg wat wij in het bejaardenhuis
deden. We vertelden het haar, waarop ze
zei: 'Oh ja, zó lekker weet je. Het eten
hier is erreg goed en de mensen zijn ook
wel aardig. Maar als je bent alleen, soms
'n beetje sepi.'
Het gesprek werd afgebroken omdat
onze kennissen binnenkwamen. Na het
handjesschudden begaven we ons naar
de eetzaal. Het vrouwtje ging niet mee,
ze wenste ons een smakelijk eten toe en
schuifelde de andere kant uit, een lange
gang door. Dat etentje was inderdaad
'erreg' goed, maar misschien ben ik een
grote (ouwe) zeikerd, want ik kon het
beeld van dat vrouwtje in die lange gang
niet van me afzetten. Zal je maar gebeu
ren op je ouwe dag: goed eten en aardi
ge mensen, maar geen kinderen die
zuinig op je zijn. Laat staan vertroetelen.
Geeft niks, gewoon maar een beetje
dongeng, deze.
12
moessQn
Die geweldige