Rawlings ze noemde. Tegen december staan de citrus boomgaarden vol oranje vruchten. Vaak heeft de eigenaar van zo'n boomgaard een stand aan de straat kant waar je emmers vol vruchten kunt kopen. Vanaf november tot januari zijn het meest Navel oranges. De rode en witte grapefruit zijn er tot mei. Tangelo's (een combinatie van een orange en een tangerine) in januari, dan de Temples (onze djeroek keprok) in februari en ten slotte de Valencia's van februari tot mei. De vruchten zijn zonrijp en zoet. Tlie Irigf freeze Er was een tijd dat onze provincie, Marion, een belangrijk citrus centrum was. Duizenden hectaren land waren beplant met citrusbomen, allerlei soorten citrusvruchten. Het verhaal gaat dat in 1847 een zekere dominee Nathan L. Brown niet ver hier vandaan wat sinaas appelbomen plantte, voortgekomen uit vruchten uit het Verre Oosten. Er kwa men meer citrus farmers en heel onver wacht vond men wilde citrusbomen die waarschijnlijk door de eerste settlers en Indianen waren uitgezaaid. De vruchten ervan waren zuur en met tertijd werd er geënt en gekweekt met goede resultaten. Citrus werd koning. Men zegt dat in Ocala de straten door sinaasappel- en grapefruit-boomgaarden liepen! Toch wel leuk om zo midden in een boomgaard te wonen. Dat was in de jaren zeventig en tachtig van de negen tiende eeuw. In december 1886 kwam de kou, en het vroor en sneeuwde zelfs in Ocala. De sinaasappeloogst ging verloren, maar de bomen zelf bleven gespaard. Die eerste kou was maar een waarschuwing voor de citrus farmers. In 1894-1895 kwam wat ze tot op heden 'the big freeze' noemen. Economisch gesproken zag het er niet rooskleurig uit voor de cittus farmers. Vloeibaar goud was in ijs veranderd en de industtie lag in puin. In de provincie Marion, die door dit gebeuren wel een derde van de Florida citrus opbrengst verhandelde, bracht de Freeze een einde aan de welvaart. Het duurde wel tien jaar voor de citrus een comeback maakte. Goud aan de bomen In de eerste helft van de twintigste eeuw tot 1940 waren de tijden weer goed, maar in de winter van 1962 daalden de temperaturen tot onder het vriespunt en de vruchten bevroren. Weer was het financiële verlies groot en weer werd er geplant, en er stonden meer dan een mil joen bomen die na gemiddeld vier jaren sinaasappels, grapefruits en tangerines gaven. De citrus industrie fleurde op en de jaren die volgden, waren goede jaren. Toen De supermarket. kwamen achter elkaar de vriesjaren van 1981, 1983, 1984 en 1989. Daar kon niemand tegenop. Met de citrus als een industrie was het nu betoel gedaan in deze streken. Als we zo rondrijden in de omstreken van Ocala, zien we vaak een stuk grond dat een grove, een boomgaard moet zijn geweest. Dat zie je aan wat citrusbomen die hier en daar tussen het onkruid en andere heesters en boompjes staan. Weg zijn de onafzienbare rijen bomen met de glanzend-groene bladeren en de gouden appels. Het is een droef gezicht, en men zegt met weemoed dat er hier eens goud aan de bomen hing. Maar wie weet, het kan even goed weer terugkomen, het zou niet de eerste keer zijn hebben we al gezien. Wat Batoe betreft, we horen dat er geen djeroek manis meer groeit. Wat jammer. Maar ook daar kan de djeroek terugko men, want, zeggen ze, het vloeibaar goud is net zo nabij als de volgende oogst. Wie weet, wie weet. 45 ste jaargang - nummer 7 - januari 2001 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 19