De i hiesseiis en de PinlesterL ew Tekst: D.A. Visker Veel ouderen zullen zich nog de Pinksterbeweging her inneren en zich weieens afvragen wat daarvan is terechtgekomen. Het is goed het een en ander vast te leggen voordat er .niemand meer is die over de Pinksterbeweging in Indië zou kunnen ver tellen. De zaal in de Deimanstraat in Den Haag. Vooraan links zit zuster Annie Thiessen en daar naast in het wit Dientje Visker-Louis. Daarachter zit met koffie broeder Hendrik Thiessen. Helemaal achter in de deuropening staat broeder Wetters met zijn vrouw. De oprichter van de Pinksterbeweging in Indië, die ontstond in de jaren rond 1920, was Johannes Thiessen sr. Hij was een evangelist en werd papa Thiessen genoemd; een imposante, grote man met een patriarchale baard en een krach tige stem. Volgens eigen zeggen kwam hij uit Rusland. In zijn verhalen hoorden we hoe hij, op een afgelegen plaats aan de oevers van de rivier de Dnjepr, door de Heer werd geroepen. Hij kwam naar Nederland, waar hij ver moedelijk zijn nieuwe naam heeft aange meten gekregen. Na enige tijd werd hij uitgezonden naar Sumatra als evangelist. Daar trouwde hij te Padang met Anna Maria Vink, die hem drie zonen en twee dochters schonk. Jaren predikte Thiessen voor de protestantse gemeente te Kota Nopan (een hoofdplaats in Tapanoeli). Litsonlaan Door het bestuderen van het Amerikaanse zendingstijdschrift Pentecost Movement en vooral door diepgaand eigen bijbelonderzoek, werd hij sterk aangetrokken door, wat hij noemde 'een levend geloof' en hij in 1923 besloot om te Bandoeng een eigen kerkgenootschap op te richten, de Pinksterbeweging. In aanvang had hij het moeilijk, maar hij kwam zo sterk over, dat hij weldra een lering gelovigen om zich heen had, die hem voluit steunden. Dat was ook het geval met de gezusters Litson, die in Bandoeng twee rijen moderne woningen bezaten, in de eerste en de tweede Litsonlaan. Zij stelden één hunner hui zen beschikbaar als kerkgebouw. Hierdoor kon het aantal zielen sterk toe nemen. Het is bekend, dat Indische mensen sterk worden aangetrokken door wat men noemt 'sekten' en dat zij vaak een voorkeur hebben voor een sterk en eenvoudig geloof. Denkt u maar aan de verschillende bewegingen die vóór de oorlog in Indië bestonden. In het kerkgebouw werd een doopbassin ingebouwd, want de Pinksterbeweging hield vast aan de doop door onderdom peling, zoals in de bijbel staat. Op een doopzondag werd de vloer van het podi um open gelegd. De predikant was dan gekleed in een lang, wit doopkleed en stond klaar in het bassin. De dopelingen kwamen een voor een binnen en wer den, onder het uitspreken van de doop formule, voorzichtig achterover door de predikant eventjes onder water gehou den, waarna ze weer door hem werden opgericht. In latere jaren ben ik daar in Bandoeng door papa Thiessen gedoopt. Broeder Sarpan Papa Thiessen's drie zonen Johannes, Hendrik en Theophilus, studeerden later theologie in Nederland en werden allen ook voorgangers in de Pinksterbeweging. Hun moeder is vrij jong overleden en de oudste dochter Annie heeft vele jaren de zorg voor haar vader op zich genomen. Een jongere dochter Margaretha of Maroschka zon derde zich af en weigerde tot de kerk toe te treden. Het contact met haar bleef echter steeds goed, dank zij de inzet van haar zus Annie. Ook in andere plaatsen ontstonden gemeenten, zoals in Tjimahi, aan de Babakanweg, waar mijn schoonvader papa Louis dikwijls de diensten leidde en in Batavia in Gang Sokka, waar broe der Henk meestal predikte. Broeder Theo ging naar Soerakarta en richtte daar een gemeente op. Hij is er üjdens de oorlogsjaren overleden. In het begin waren veel buitenstaanders sceptisch en beweerden dat de Pinksterbeweging geen drie maanden zou kunnen bestaan, maar zij hadden het mis. De kerk groeide maar door, zelfs tot aan de oorlog toe. Toen alle predikanten door de Japanners waren geïnterneerd, werd het werk voortgezet onder leiding van Indonesische broe- moessQn A 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 20