Iets te veel van liet slecht
H.W. van den Doel's Afscheid van Indië
hr bestaat een enorme koeveel
heid literatuur over de dekoloni
satie van Nederlands-Indië.
H.W. van den Doe! beeft in zijn
boek Afscheid van In dië een groot
dee! van die literatuur tot een
toegankelijk en overzichtelijk
geheel weten te maken. hen
knappe prestatie. Maar in de
ogen van I lans Meijer toont
Van den Doel te weinig begrip
voor Nederlandse zijde. 'liet is
misschien allemaal niet zo slim
geweest wat de Nederlanders in
Den Haag en Batavia gedaan
hebben, maar bun keuzes zijn op
zich wel voorstelbaar en invoel
baar!
Tekst: Hans Meijer
Eind jaren zestig startte S.L. van
der Wal een megaproject waarin
verslag werd gedaan van het
Nederlands beleid tijdens de
Indonesische dekolonisatie aan de hand
van primaire bronnen. In 1996 werd het
project afgerond door de historici
P. Drooglever en M.J.B. Schouten. De
twintig vuistdikke delen bevatten
fascinerende informatie over het
Nederlandse doen en laten in de jaren
1945-1949, maar de lezer moet wel over
een groot uithoudingsvermogen beschik
ken om de ruim vijftienduizend bladzij
den te lezen. Aangezien de opzet van
deze Officiële bescheiden betreffende de
Nederlands-Indonesische betrekkingen
1945-1950 bovendien sterk wetenschap
pelijk van aard is, is veel van de daarin
aanwezige informatie voor geïnteresseer
de leken ontoegankelijk gebleven.
Daarnaast is in de laatste drie decennia
een lawine aan Nederlandse en buiten
landse studies verschenen over het ver
loop van de Indonesische revolutie,
waardoor er al met al een hoeveelheid
kennis is vergaard die voor de buiten
wacht nauwelijks behapbaar is.
Een overzichtelijk geheel
Wat ontbrak, was een studie waarin al
deze informatie samengevoegd werd tot
een overzichtelijk geheel. De Leidse his
toricus H.W. van den Doel heeft zich
aan deze herculesarbeid gesteld en is er
wonderwel in geslaagd de brei aan feiten
en inzichten samen te vatten tot een
uiterst gedegen, leesbaar en tot ruim
driehonderd pagina's beperkt gebleven
verhaal, waarin ook nog eens een uitge
sproken eigen standpunt naar voren
komt. Van den Doel toont hiermee aan
dat wetenschap en een populaire toon
zetting heel goed samen kunnen gaan.
Van den Doel heeft veelvuldig geput uit
de belangrijkste (inter) nationale publica
ties. Indonesische heeft hij echter laten
liggen, omdat hij de taal niet beheerst,
hetgeen maakt dat van een afgeronde
evenwichtige compilatie van bestaande
kennis geen sprake is.
De reeks van Drooglever en Schouten
vormt onmiskenbaar de belangrijkste
bron van Van den Doel. Zeker de helft
van de door hem aangehaalde bronnen
verwijzen naar een van de bovenge
noemde delen. Deze wat eenzijdige
oriëntatie maakt dat zijn verhaal hoofd
zakelijk het gevoerde politieke beleid
betreft.
Indisclie Nederlanders
Hoe het bijvoorbeeld de Nederlandse
gemeenschap in Indië verging en hoe
daarin werd gedacht over de gang van
zaken, daarover komen we nagenoeg
niets te weten. In de index treffen we
alleen de term Indische Nederlanders
aan (in de betekenis van Indo
europeanen), waarin maar een tiental
keren naar wordt verwezen. Met andere
woorden, voor de degene die op zoek
gaat naar wetenswaardigheden over de
Nederlands-Indische groep zal het boek
een teleurstelling zijn.
Dit zo zijnde, toont Van den Doel zich
evenwel een begenadigd verteller die
prachtige citaten weet te vinden om zijn
betoog treffend te illustreren. Omdat hij
vooral samenvat, bevat zijn boek voor
kenners weinig nieuws. Dat is op zich
zelf geen verwijt. Immers is het boek
vooral bedoeld om een breed lezerspu
bliek op de hoogte te brengen van de
huidige stand van westerse kennis.
Nederl ands-Irnloriesisclie oorlog
Van den Doel's uitgangspunt is dat de
Nederlandse regering - als vrijwel de
gehele Nederlandse samenleving in
Europa en in Indië zelf - zich uiterst
kortzichtig heeft opgesteld naar de
gebeurtenissen in de Indische archipel
na afloop van de Tweede Wereldoorlog.
Van den Doel is daarin heel uitgespro
ken. In navolging van de PVDA-
parlementariër J. de Kadt in 1949
spreekt ook hij van een 'treurspel der
gemiste kansen'. Zo waren de
Nederlandse beleidsmakers volgens hem
'meesters in het bewandelen van doodlo
pende wegen'.
Het Nederlandse formalisme en legalis
me, gepaard gaand met een veel te ver
doorgevoerd verantwoordelijkheidsge
voel en de neiging tot perfectionisme in
combinatie met een groot gebrek aan
realiteitszin, vormden zijns inziens
(terecht) de hoofdingrediënten van het
Nederlandse falen. Zij hebben uiteinde
lijk geresulteerd in een onnodige escala
tie van het conflict met de twee
politionele acties als trieste dieptepun
ten, die door Van den Doel steevast
Eerste en Tweede Nederlands-
Indonesische oorlog worden genoemd.
Met deze nogal boude terminologie wil
de auteur nog eens onderstrepen dat de
dekolonisatiestrijd niets meer of minder
was dan een feitelijke oorlog. De
Nederlandse opstelling dat het slechts
ging om een binnenlandse correctie van
kwaadwillige elementen, waarbij kort
stondig militair geweld moest worden
gebruikt, was een onacceptabele, baga
telliserende weergave van de werkelijke
toestand.
A-nistorisch
Met de verwerping van de term politio
nele actie doet Van den Doel echter
onrecht aan de toenmalige beleving in
Nederlandse kring en is hij in die zin
a-historisch bezig. Het lijkt er meer op
moessQn
28