'Sla de Lal nooit
met volle LracLt en
altijd met Let
mi dd en van
Let racket'
Hollywoodproducties te zien, zoals
Casablanca, Tarzan, de Eddy Duchin
Story, Roman Holiday, Quo Vadis en last
but not least: Love is a many splendoured
thingnaar de roman van Han Su Yin.
Het best in mijn herinnering blijft echter
de indrukwekkende kroningsfilm van
Elizabeth II uit 1953. Het bioscoopge-
beuren stond onder leiding van de heer
Busee: The Mogul of Bandoeng.
'Battling' Ong
Ik deed slechts aan één sport: tennis.
Ik herinner me nog de adviezen van de
sympathieke heer Burger, op de
Bandoengse Tennisclub (BTC), die het
beste met me voorhad: 'Sla de bal nooit
met volle kracht en altijd met het mid
den van het racket.'
Tevergeefs, want mijn grote idool was
een jongeman, bijgenaamd Toto, die tij
dens wedstrijden een maximum aan
unforced errors maakte, dikwijls met ver
pletterende cijfers werd afgedroogd,
maar altijd met opgeheven hoofd de
baan verliet. Hij was de exponent van
het moderne tennis, de Jimmy Connors
van de BTC. Mensen die hem zagen
spelen, raakten verbijsterd van zijn spel,
ongeacht het aantal ballen out, want hij
was en bleef de morele winnaar van de
dag. Zo kan men een tenniswedstrijd
ook bezien.
Een andere tak van sport, namelijk judo
of boxing kon men beoefenen bij de
School of Self Defence op de Bandastraat,
onder leiding van bokskampioen
'Battling' Ong, die zijn pupillen heel
fijntjes tijdens een sparring party kon
laten zien dat ze nog een hele lange weg
hadden te gaan om kampioen te worden.
Het moet voor de pupillen buitenge
woon intimiderend zijn geweest, maar
meneer Ong werd niettemin op handen
gedragen.
Ook het Bandung Lyceum sprak een
woordje mee in de sportwereld, getuige
een krantenverslag in de Preanger Bode
van 25 februari 1956.
Mieke Bouman
De feel good factor in Swinging
Bandoeng bereikte haar hoogtepunt
omstreeks 1955, maar de goede tijden
werden overschaduwd door de proces
sen tegen Nederlanders, waar de lokale
kranten week in week uit in detail over
berichtten. We wisten toen niet, maar
voelden wel aan, dat de processen tegen
de heren Jungschlager en Schmidt
bedoeld waren om de bevolking tegen de
Nederlanders op te hitsen en van hoger
hand gedirigeerd werden. De getuigenis
sen, intriges en verdachtmakingen
spraken in ieder geval boekdelen, maar
één vrouw, de dappere Mieke Bouman,
die optrad als verdediger, wist van geen
wijken en stond pal voor de waarheid.
Plotseling, in de laatste maanden van
1957 keerde het tij voor Bandoeng. De
gemoederen liepen hoog op door de
kwestie Nieuw-Guinea. Huizen werden
besmeurd met leuzen en mensen
gemaand om weg te gaan. Het
Nederlandse bedrijfsleven, vertegen
woordigd in firma's als Borsumij,
Lindeteves, Internatio, kwamen voor de
keus te staan: buigen of barsten.
Het werd barsten en de grote uittocht
begon, dikwijls met achterlating van
have en goed.
Ook ik verliet Bandoeng om in
Nederland te studeren. Voor tachtig
pond kocht mijn vader een ticket bij
Lloyd Triestino van Tandjong Priok
naar Genua en verder per trein naar
Amsterdam. Toen de Australia afvoer
van de kade van Priok dacht ik bij
mezelf: 'Tabeh Boeng Karno, je zult het
alleen nooit redden.'
Gelukkig dachten mijn ouders en jonge
re zus er anders over. Zij bleven trouw
aan het huis op de oude Nijlandweg dat
mijn vader in 1935 liet bouwen en dat
familiebezit bleef, dankzij het vertrou
wen in de zegswijze: Right or wrong,
Bandoeng my city.
45 ste jaargang - nummer 7 - januari 2001
9