Paul Gold
e
Tekst: Marjolein van Asdonck
Het is een koude, winterse zondag in januari als ik naar Leiden ga om
met Paul Golder te praten. In het weekend woont Paul (22) in hetzelf
de huis als zijn hroer om (2 In het weekend, omdat Paul door de
weeks op de an Praam louckgeestkazerne in Doorn zit. Hij is name-
lijk marinier. o/gens om is Paul altijd al iemand geweest die van aan
pakken hout It. Het tegcfloverges telde van de zogenaamde trage Indo.
Altijd ongedurig. Niet aarzelen, maar doen. En Eom kan het weten,
want de hand tussen de broertjes rolder is al van jongs af aan heel
hecht geweest.
De vader van de broers Golder, Loek
Golder, komt uit Batavia en hun moeder,
Jacqueline Jongenburger, uit Medan. Ze is
in het paleis van de sultan van Deli gebo
ren, dat toen, in 1948, als noodhospitaal
dienst deed. Hun vader Loek is van '47
en zou nu 54 zijn geweest, maar hij is in
1998 overleden.
De oma's en opa's van Paul en Tom
waren ook alle vier Indisch. Opa Golder
was politieagent in Fort de Rock, het
tegenwoordige Bukittinggi, en opa
Jongenburger zat bij het KNIL. Oma Lies
woonde in Magelang en opa Jongenburger
zat daar in het weeshuis van Pa van der
Steur. Er heerste een streng regime in het
weeshuis en dat zal ook wel de reden zijn
geweest waarom hij later bij het KNIL is
gegaan; hij was die discipline al gewend.
Papt haalt zijn kicaliteitsnuinmer in Schotland.
moessQn
'Te helpt elhaar er clo<
22