ui, mijn artistieke moeder f f VI -r <T f totdat de noordenwind te keer ging. Altijd een grote hond, altijd kippen. Andries ging biljarten, grossierde in zilveren bekers en medailles, totdat hij de rode noch witte ballen meer kon zien. AVijn moeder bleef schilderen en tekenen. En zij bleef altijd, kort voor Werelddierendag, de wijde omgeving van Ruinen vasthoudend vereren met een zakelijk bezoek voor haar dieren. De mensen die de deur open den zeiden dan braaf: 'Wat leuk mevrouw Van ter Beek', en droegen hun geld af. Ze hebben hun vijftigste huwelijksdag groots gevierd. Alaar Andries werd ziek en stierf aan longkanker terwijl hij in geen halve eeuw gerookt had. Mijn moeder moest haar geliefde Drentse huis verkopen. Ze verhuisde naar een verzorgingsflat in Leiden bij mij in de buurt. Ze miste natuurlijk het dagelijkse ochtendrondje om haai" kleine boerderij. Maar in de schaduw van haar flat had ze snel een kinderboerderij opgespoord, waar ze dagelijks heen ging. Totdat mijn moeder ook dat niet meer kon en naar het verpleeghuis moest. 'Het wordt allemaal minder', zal ze gevoeld hebben. Op 2 september 2000 is Christine Beijnon overleden. Zelfportret 1955. bels, bultzakken, koffers en zelfs een paar juwelen, angstig in de struiken geworpen, terug bezorgd. Vanuit de bergen verhuisden mijn moeder en ik naar Batavia, naar de Villalaan (tegenwoordig Jalan Cendana, waar oud-pre sident Soeharto woont). In dat huis woonde zij met haar zuster Johanna en zes andere vrouwen wiens mannen ook in kampen zaten. Al die vrouwen moesten hun brood verdienen; zo heeft mijn moeder tientallen flesjes met miniatuurtjes beschilderd, waarvan een enkele bewaard is gebleven. Maar waar, bij wie? Slechts twee vrouwen kregen na de oorlog hun mannen terug. Alijn stiefvader Andries was één van hen. Hij had zelfs de atoombom op Nagasaki overleefd, had brandwonden op zijn rug. In de garage waar we toen woonden, kronkelde hij soms vanwege de tergende jeuk op de betonnen vloer tot het bloed langs zijn rug liep. Verpleeghuis Met pijn in het hart verhuisden ze naar Holland. Mijn moeder ging weer lesgeven en Andries werd bedrijfsleider van een gemaal in Halfweg. Kort voor zijn pensioen kochten ze een boerderijtje met een fikse tuin in Ruinen, waar het warme groen van landelijk Drenthe hun dagelijks herinnerde aan Java, Ég WIZZCM Het portret van een Drentse jongeman. 45 ste jaargang - nummer 9 - maart 2001 fl

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 11