Pelo'ri rims en Convairs door Cor Roelofs Vele jaren reisden Indonesische pelgrims naar Mekka per hoot, maar in juli 1 Q55 begon Garuda Indonesian Airways met pelgrimvervoer per vliegtuig. Hiertoe werden vier Convairs 340 ingezet met genoeg slipbemanningen, zodat de machines van Djakarta konden doorvlie gen naar Djeddah alwaar de pelgrimage begon. Daarna vlogen de machines zo snel mogelijk terug om een nieuwe lading op te halen. Iedere dag vertrok er een machine, totdat de hele groep in Djeddah was. Er was een ingewikkeld omloopschema gemaakteen hele presta tie voor die dagen en ik vertel u nu alvast dat het tot op de laatste dag precies is uitgevoerd. Prima vliegtuigen die Convairs! De passagiers waren een ander verhaal. De meesten hadden nog nooit eerder een vliegtuig gezien, wellicht nog nooit op een stoel gezeten, laat staan op een toilet. Dit kon tot de meest vreemde gebeurtenis sen aan boord leiden, maar die zijn al wel vaker beschreven. De chaos op het vliegveld van Djeddah was enorm, zover als je zien kon één mensenmassa bepakt en bezakt, wachtend op begeleiding om de tocht naar Mekka te beginnen. De hitte, het stof en de enorme drukte in de woestijn maakte dat de pelgrimage bepaald geen vakantiereisje was en het volbrengen ervan vergde het uiterste van deze mensen. Vele ouderen haal den het dan ook niet, maar als je stierf tijdens deze tocht werd je heilig, of zoiets werd mij verteld. De volgende dag kwam de laatste machine binnen en wij, twee vliegers, boordwerktuigkundige en telegrafist vlogen daarmee door naar Beiroet. De Indonesische steward bleef achter in Djeddah en greep de kans ook naar Mekka te gaan. Het Parijs van liet Oosten Op het vliegveld van Beiroet parkeer den we aan de rand van het veld waar de andere drie Canada Convairs al net jes naast elkaar stonden. Hun beman ningen waren naar Holland gereisd voor een paar dagen extra verlof in hun stationering. Wij bleven zes dagen in Beiroet en ik moest ervoor zorgen dat de machines technisch in orde aan het tweede gedeelte van de operatie, de terugreis, konden beginnen. Nou, dat viel mee: vier maal proef draaien, vier inspecties en wat kleine dingetjes en we konden terug, maar eerst Beiroet zien. Dat was voor iemand die acht jaar in het roerige, arme Indonesië zat een eye-opener. Wat een welvaart, niet te geloven. Ze noemden deze plek toen het Parijs van het Oosten. Het geld kwam met stromen binnen. Niet alleen waren de Libanezen goede zakenlui, maar ook mensen van de olie-industrie kwamen vaak een paar dagen om hun dollars te verbrassen. Na een maand olieboren in de snikhete woestijn op limonade (alcohol is in Saoedi-Arabië taboe) wilden ze wel eens wat anders en niet alleen drank... Alles was hier: prachtige winkels met de laatste Parijse mode, exclusieve juweliers en gewone goudwinkels, oos terse markten, prachtige stranden, nachtclubs en een casino. Het was een genot om op een terrasje te zitten met een biertje en de kleurrijke bevolking te zien voorbijtrekken. Het duurde wel een dag voordat ik door had dat al die voorbij flanerende, oogverblindende mooie meisjes, vriendelijk lachende professionals waren. De zes dagen vlogen om en beladen met een Parijs jurkje voor het kind en een Parijse bloes met wat snuisterijen voor de echtgenote vingen we de terugreis weer aan. Dat ging niet rechtstreeks, maar volgens het jojo systeem, waarbij zo nu en dan omge draaid werd en je een traject weer terugvloog, voordat je weer de goede kant op ging. 25 dagen na mijn vertrek was ik weer thuis in Djakarta en als ik nu in mijn logboek lees, kan ik het niet geloven: één vrije dag en toen stond ik weer voor de klas om instructie aan jonge Indonesische vliegers te geven. 45 ste jaargang - nummer 9 - maart 2001 c Oeen vakantiereisje Ik begon mijn omloopschema in Karachi, toen de operatie al een tijdje aan de gang was en vloog de lege machine in zeven uur naar Calcutta, waar de volgende crew hem overnam. De volgende dag van Calcutta recht streeks naar Djakarta in krap elf uur, wij hadden de longrange uitvoering. Dus leeg en met longrange cruisedat is hoog vliegen met lage toerentallen, kon je een heel eind komen. Een dag of wat later vlogen we weer met een volle bak pelgrims van Djakarta naar Bangkok en dan door naar Calcutta in tien uur en vijftig minuten, waar we een nachtstop maakten. Dan door naar Karachi in zes uur, nachtstop en de volgende dag naar Djeddah in krap acht uur. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 13