Deze foto is genomen in de tuin van het ondernemingshuis op de suikerfabriek
Toelangan. Rechts staat mijn grootvader, toen hoofdmachinist, in het witte pak
met snor. Daarnaast, uiterst rechts tante Ietje. Zij was een jongere zuster van mijn
grootmoeder, ongetrouwd en bij ons inwonend. Zij bestierde het huishouden en
kon heerlijk koken. In de jurk met r uches mijn moeder als jong meisje. Uiterst
links mijn grootmoeder met hoed op. Zij was altijd erg gesteld op decorum, van
daar dat het jongetje links vooraan, de jongste broer van mijn moeder, in pakean
deftig moest poseren. De anderen op de foto behoren waarschijnlijk tot de
Hollandse familie van m'n grootvader, daar op visite.
Aan het eind van de overloop was
een trapje waardoor we weer in de
tuin waren aanbeland. Hier liep de kali
langs de tuin. Het was altijd leuk aan de
kant hiervan te staan kijken. Er dreef
van alles langs en soms zwommen er
eenden in, die we dan met wat voer naar
ons toe konden lokken. We liepen ach
terom de tuin door naar het paviljoen.
We gingen op één van de treden van het
paviljoen zitten.
'Betty, vertel nog eens over de waringin
die ongeluk bracht?'
En zij vertelde het verhaal van de nieuwe
administrateur van de suikerfabriek, pas
uit Holland, die de waringin in zijn tuin
wilde omkappen omdat hij zoveel licht
wegnam. Ondanks alle waarschuwingen
van de mensen op de fabriek en de
bedienden - want dat zou ongeluk bren
gen, de geest van de waringin zou zich
wreken - voerde hij toch zijn plan uit.
En ja hoor, na een jaar overleed zijn
vrouw aan een vreselijke ziekte en daar
na, binnen het jaar, ook zijn lcind. Met
de waringin moet men niet spotten, dat
weet toch iedereen.
Ik moet nu gaan', zei ik, 'maar ik kom
gauw weer terug.'
'We zullen wel zien,' zei Betty. 'Maar ik
denk wel, dat het lang kan duren voor je
weer hier komt.'
Ik werd wakker in mijn eigen bed in
ons huis in Soerabaja. Mama liep
door de slaapkamer en legde onze lde-
ren, die we aan moesten, Waar. Ik Worn
uit bed, liep naar haar toe en vlijde me
tegen haar aan.
'Wat is er meis?', vroeg ze.
Ik keek haar aan en zei: 'Ik ben toch je
vriendinnetje, dat weet je toch wel?'
De motor is
inmiddels inge
wisseld voor de
Fiat op de achter
grond. Op deze
foto links ikzelf,
ongeveer vier jaar
oud, mijn moeder
en mijn jongere
zusje. Tijdens
onze vakantie in
Poenten genomen.
echt draaiden, het ldeine stoeltje en het
huisje.
'Waar is het houten paardje waar ik altijd
mee speelde?', vroeg ik. Betty haalde het
te voorschijn en gaf het mij. Wij hadden
thuis nog de babyfoto, waar ik, met het
paardje in mijn hand op te zien was.
We liepen nu de lange overloop
over, waar aan het begin het
emaillen fonteintje aan de muur hing.
Aan de bovenkant het waterreservoir,
waaruit met een koperen kraantje water
liep. We hadden in het vakantiehuis in
Poenten zo'n zelfde fonteintje aan de
muur hangen. Verder langs de overloop,
die aan beide kanten aan de tuinkant
open was, liepen we langs het paviljoen,
dat altijd voor gasten gebruikt werd. De
overloop maakte nu een bocht naar
links. Even verderop lagen de goedang,
keuken, mandikamer en wc. Achter deze
overloop lagen de vertrekken van de
bedienden, maar dan moest je eerst de
hele overloop langs lopen en dan door
de tuin gaan. Eerst even de keuken in,
waar kokW alvast de toebereidselen aan
het maken was voor het middagmaal. Ze
stond voor het grote stenen bouwsel,
waarin de kookgaten en waaronder het
arangvuur brandde en was bezig met het
bakken van tempeh. Wat rook dat heer
lijk! Vlug een stuk warme tempeh van de
schaal die daar stond, we konden de ver
leiding niet weerstaan. Kokki zag het wel
en begon flink op ons te mopperen. Ze
vond ons maar brutaal! Met het stuk
tempeh in de hand liepen we langs de
mandikamer naar het eind van de over
loop, waar het toilet was. Dit toilet was
iets heel bijzonders, het leek net een
troon. Doordat het op een verhoging
was gebouwd, moest men het met twee
treden beklimmen. Eenmaal boven aan
gekomen kon men zich verbeelden
koningin te zijn!
45 ste jaargang - nummer 9 - maart 2001 17