Kusuna Affandi
(1907-1990): Zelfportret (1965).
Doek 130 x 100 cm.
die tijd is het ontbreken van een discus
sie over de tegenstelling tussen een
Oosterse en Westerse kunst. Die zou
pas beginnen tijdens de Japanse bezet
ting. De Japanners streefden naar een
Pan Oostaziatische cultuur en richtten
het culturele centrum in Batavia op.
Daar dienden de kunstenaars zich 'vrij
te maken van de Westerse cultuur en
zich te richten op een Oosterse,
Indonesische beeldtaal'
Overigens maakten vele Indonesische
kunstenaars gebruik van deze Keimin
Bunka Shidoso om te kunnen werken en
nieuwe kunstenaars les te geven.
In januari 1946, na de Japanse capitula
tie, vestigde de revolutionaire
Indonesische regering, verdreven uit
Jakarta, zich in Djokjakarta. In haar
gevolg bevonden zich een groot aantal
kunstenaars die zichzelf en hun werk in
dienst van de vrijheidsstrijd stelden;
Sudjojono, Affandi, Rusli, Hendra
Gunawan en Harijadi verenigden zich in
1946 in de groep Himpunan Pelukis
Masjarakat (Vereniging van gemeen
schapskunstenaars). Jongeren als
Effendi, Srihadi Soedarsono, Zaini,
Suromo en Surono sloten zich bij de
vereniging aan.
Door meningsverschillen richtten
Affandi en Hendra een jaar later een
eigen vereniging op: de Himpunan
Pelukis Rakyat (vereniging van volks
kunstenaars) met als leden onder andere
Sudarso, Kusnadi, Trubus en Setijoso.
Seni Rupa
Door het ontbreken van een officiële
opleiding kregen de jongere schilders les
op de ateliers (sanggars) van de oude-
succesvolle society-schilder Basoeki
Abdullah verduidelijkt het uitgangspunt
van de vereniging Persagi. De discussie
ging over thema's in de schilderkunst.
Na een opmerking van Basoeki, dat hij
bang was door zijn onderwerpen heen te
raken, antwoordde Sudjojono: 'Een paar
oude schoenen, Hamengkoe Boewono
VII, de oevers van de Tjiliwoeng in
Batavia en het landschap van het
Bromo-gebergte zijn alle hetzelfde. Wat
een schilderij inhoud geeft, is slechts de
(Indonesische) ziel van de schilder'.
Naast Sudjojono waren het vooral Agus
Djaja, Hendra Gunawan, Barli
Sasmitawinata en Affandi, die in die
periode via Persagi verantwoordelijk
waren voor het opleiden van een eerste
generatie Indonesische schilders.
Himpunan Pelukis Masjarakat
Opmerkelijk in de vele polemieken uit
vader van Basoeki en Sudjono Abdullah,
Mas Pirngadi (1865-1936) en Wakidi
(1889-1980). De techniek waarop voor
al het landschap wordt uitgebeeld is nog
in hoge mate beïnvloed door de 'mooi
Indië' schilders. Maar de poëtische wijze
waarop de mystiek van het landschap
wordt weergegeven, is origineel en ont
breekt in het werk van de Nederlandse
schilders.
De ziel van de scliilder
Een jongere generatie Indonesiërs nam
in 1937 een belangrijke stap vooruit
door de oprichting in Batavia van
Persagi (Persatuan Ahli Gambar
Indonesia), de Indonesische Vereniging
van Kunstenaars. Woordvoerder van de
vereniging was een van de oprichters, S.
Sudjojono, schoonzoon van de conciër
ge van de Bataviasche Kunstkring. Een
discussie tussen Sudjojono en de hoogst
45 ste jaargang - nummer 9 - maart 2001 31