Widayat (1919): Bekisar (1992). Doek 50 x 60 cm. pen en Soekarno te dwingen de macht over te dragen aan Soeharto's politiek van 'nieuwe orde'. Leden van de com munistische partij werden massaal uitge moord en vervolgd. Onder hen bevonden zich een groot aantal kunste naars die lid waren geweest van Lekra, het culturele bureau van de PKI. Hun werk werd in vele gevallen verbrand en zij zelf opgesloten. In een eerder stadium waren niet-communistische schilders door Lekra-leden onderdrukt. Nu gre pen de niet-communistische schilders in veel gevallen de kans aan om wraak te nemen. Er brak een periode aan waarin het werk van ex-Lekra leden uit de jaren vijftig en zestig nauwelijks werd getoond of gepu bliceerd. Uitzondering waren Hendra Gunawan (opgesloten van 1965 tot 1978) en Trubus Sudarsono. Deze periode zou duren tot de val van Soeharto, zodat het pas nu mogelijk is geworden een compleet beeld te Hijgen van de artistieke ontwikkelingen. Nu hebben bijvoorbeeld de oud-Lekra schil der Amrus Natalsya en de kunstenaar G. Sidharta (ooit nog 'imperialistische hond' genoemd) zich openbaar met elkaar verzoend. I amau Ismael Marzul-ji Een belangrijke rol in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was wegge legd voor het in 1968 opgerichte kun stencentrum van Jakarta; het Taman Ismael Marzuki (TIM). In een land waarin een museum voor moderne kunst vooralsnog ontbreekt en het initia tief voor het tonen van hedendaagse kunst ligt bij particulieren en galerieën, vormde het TIM een platform waarop jonge kunstenaars uit alle disciplines konden experimenteren en hun werk tonen. Bovendien gaf het de aanhangers van de diverse stromingen binnen de Indonesische moderne kunst de gelegen heid met elkaar te discussiëren, waarbij de 'Indonesischheid' een terugkerend thema blijkt te zijn. Installaties, perfor mances, ready mades en een technisch vaak hoogstaand foto-realisme van Dede Eri Supria, Ivan Sagito Agus Kamal en andere kunstenaars, vonden een plat form in het zich ook in cultureel opzicht snel ontwikkelende Jakarta. Indonesische moderne kunst, het is al gezegd, is het product van een ontwikke ling van nog geen eeuw, waarin kunste naars zochten, vonden, discussieerden en bloot stonden aan steeds wisselende politieke invloeden. Het is misschien daarom dat het schilderen in Indonesië nu getuigt van een directheid, motivatie en zeggingskracht, gecombineerd met een zeer hoge kwaliteit, dat kennisma king daarmee alleszins de moeite waard is. 45 ste jaargang - nummer 9 - maart 2001 Ivan Sagito (1957): Ibu dan Anak (1980). Doek 100 x 115 cm. 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 33