Port Said
door Henk de Gelder
Langzaam gleed de Jolian de Witt door Let
Suez-kanaal. Liet was acht uur in de ochtend,
plaatselijke tijd. De zon sproeide een regen van
lichtvonken in het water voor de hoeg van het
grote, witte schip. )p het hrede middendek van
de tweede klasse verdrongen de verlofgangers
zich langs de ijzeren, roodgeverfde hekken, om
de zanderige oever vol witgerokte Egyptenaren
duidelijk te kunnen zien. Port Said: de
Egyptische havenstad met het kolenstation en
de hoofdkantoren van de Suez-maatschappij.
Rijivielpolitie (foto: P. de Ridders).
Kleine bootjes met donker gekleurde
kooplui staken van de wal snel in het
groenblauwe water en voeren langszij;
tropische vruchten werden te koop
omhoog gehouden en kleine, naakte,
bruine jongetjes doken als snoekjes uit
hun boot in het water om muntjes met
hun mond te vangen en die even later
triomfantelijk naar de gevers op het hoge
dek omhoog te heffen. De Johan de Witt
arriveerde in Port Said met verlofgangers
uit de tropen, veel Nederlanders van Java,
toen nog Nederlands-Indië, verlofgangers
ook uit Singapore, veelal handelslui. De
Johan de Witt een vrachtschip met pas
sagiersaccommodatie, trilde hevig, en
ging vervolgens in het Suez-kanaal op de
rede liggen. Soldaten op een lager gele
gen dek, drongen al naar de uitgangshek
ken, maar niemand mocht nog van
boord. De scheepsroeper aan dek riep
om, dat het scliip ging lossen en laden en
dat er Egyptische kooplui over enkele
minuten aan boord zouden komen.
Vrolijke muziek klonk vanaf de kleine
tennisbaan op het achterdek, maar daar
op was niemand aanwezig; men mocht
straks van boord! Het was 1937.
Goochelaar
Marv Wittermans keek haar ogen uit,
toen zij na een laat ontbijt, in een korte
witte jurk het grote promenade-dek
betrad en tientallen donker getinte,
vreemd uitgedoste kooplui verspreid op
het dek zag zitten, allen met rieten man
den voor hun voeten waarin Egyptische
en Afrikaanse voorwerpen te koop lagen,
en vreemd gekleurde, zoet geurende
vruchten eruit zagen om rauw in te bij
ten. Mary maakte voor het eerst de grote
reis naar Nederland, het 'moederland'; ze
was 25 jaar en onlangs getrouwd met de
tien jaar oudere - gescheiden - dokter
Wittermans die zijn verlof naar
Nederland meteen gebruikte als huwe
lijksreis. Mary was uit Hollandse ouders
in Bandoeng geboren, en popelde om
Nederland, waar haar ouders vaak over
spraken, met eigen ogen te leren kennen.
Maar nu was ze aan boord, in het Suez-
kanaal, en het was net een sprookje!
'Kijk die man daar! Wat gaat die nou
doen?'
Ademloos greep Mary de arm van haar
man, die de reis al eens eerder had
gemaakt en van alles moest vertellen.
'Dat is een goochelaar,' antwoordde hij,
'soms kunnen ze ook hypnotiseren.'
Hij trok een spottend gezicht: 'Wil je het
zien?'
Een clik, roncl touw
Mary was al door de wachtende groep
om de grote, in een lange witte katoenen
pij gehulde Egyptenaar, heen gedrongen,
en stond vooraan, waar de goochelaar,
met een donkerrode fez op zijn hoofd, op
het dek was gaan zitten. Hij zette een
grote, vierkante, rieten mand voor zich
op de grond, opende deze, en liet de toe
schouwers in een onverstaanbaar dialect
een dik, rond touw zien dat in de mand
lag opgerold. Het werd stil onder de
omstanders. De man zette een houten
fluit aan zijn mond en floot een zeurderi
ge, tweetonige deun, waarbij hij met zijn
hoofd heen en weer wiebelde. De fez met
zwarte kwast wiebelde mee. Na enkele
seconden begon het touw te trillen en
langzaam omhoog te bewegen. De dames
uit het gezelschap deden angstig een stap
achteruit, terwijl de echtgenoten en
vaders hun verbazing (en misschien hun
angst) achter een brede grijns camou
fleerden. Pieieiep! puuuuuup!, tjilpte
dwingend de fluit, en daar strekte het
koord zich rechtuit vanuit de mand naar
boven en bewoog aan de bovenkant heen
en weer. Dan klonk er een angstgeroep
onder de toeschouwers: eensklaps was
het geen touw meer... de top werd een
sissende slangenkop die heen en weer
bewoog, en in plaats van een gevlochten
koord, glinsterden grijze schubben in de
tropenzon...
Beduvelarij
'Ha, ha, het is maar hypnose van die
man!', klonk luid de stem van dokter
Wittermans, 'het is gewoon beduvelarij!'
En met nog enkele ervaren verlofgangers
kalmeerde hij de angstige kijkers aan dek
die zich niet wilden laten kennen, maar
toch krampachtig achteruit trachtten te
stappen. Een ogenblik keek de geconcen
treerde oosterling Joost Wittermans aan
na diens woorden, dan floot hij verder.
Een reuze grote, grijze slang zwaaide
zachtjes heen en weer in de mand en was,
duidelijk hoorbaar, aan het sissen.
moessQn
34