afgeschrikt zich al te ver buiten de
invloedssfeer van de 'Kompenie' te
begeven. Ook aan zijn tijdgenoot, de
befaamde Britse onderzoeker Alfred
Russel Wallace, is het bestaan van deze
superhagedissen ontgaan. Pas in 1910
zou KNIL-officier J. van Steyn van
Hensbroek als gezaghebber op Flores
door twee Nederlandse parelvissers
over de varanen ingelicht worden.
Op aandringen van de Nederlands-
Indische Vereniging voor Natuur
behoud, waarna bekrachtigd door de
Plantentuin te Bogor, stelde de sultan
van Bima in 1915 de eerste officiële
beschermingsmaatregelen in. In de taal
van de plaatselijke bevolking heet de
draak ora of buaja darat (land krokodil)
en was in dit sultanaat het doden van
de ora reeds midden vorige eeuw streng
verboden.
A voluptuous people
Internationale bekendheid kreeg het
dier door een Amerikaanse wetenschap
pelijke expeditie onder leiding van
Douglas Burden in 1926. Een van de
opdrachten was materiaal te verzamelen
voor het Museum of Natural History in
New York, die een spectaculaire show
wilde houden. Het Gouvernement
voorzag de expeditie van een volledig
bemand 400 tons vaartuig, terwijl ook
de sultan van Bima alle hulp verleende.
Burden toonde zich zeer ondankbaar
door zich later laatdunkend over de
gemeenschap in Indië uit te laten. Zo
schreef hij over de Nederlanders: 'You
see them on the veranda at half past five,
after a long siësta, still drugged with food
and drink, husband and wife, big feet and
little down the line. There they sit during
tea, sluggish even while eating, bored with
everything except perhaps eating and love-
making. For they are a voluptuous people
these Dutch.'
En wanneer men denkt dat hij als
Amerikaan nu eenmaal een antipathie
zou hebben gehad tegen alles wat kolo
niaal was, komt men bedrogen uit.
Want over de Sultan schreef hij: 'The
sultan Bichara was a rather fat, lazy,
unattractive individual'. En over kam
pong Komodo: 'An altogether wretched
place, full of mangy dogs and sickly child
ren, consumption and veneral disease. It
is depressing to see humanity ivhen it
reaches such a degrated state'.
Het natuurschoon en de ora's moeten
hem evenwel hebben geboeid, want hij
vervolgde: 'Komodo is a place where
every prospect pleases and only man is
vile.'
Deze ontboezeming doet vermoeden
dat Burden ook enige zelfkennis bezat,
maar het is ook mogelijk dat hij gefasci
neerd raakte door de nogal monstrueu
ze leefwijze van de draken.
Komodo
Het eiland Komodo met een lengte van
35 kilometer en een maximale breedte
van 15 kilometer is zeer bergachtig, met
weinig bos maar wel dicht begroeid met
hoge grassoorten en verspreide groep
jes lontarpalmen. Aangenomen wordt
dat dit savanne-achtige karakter is ont
staan door het branden ten behoeve van
de ladangbouw en de jacht. Ook het
tamme vee en de zeer droge moessons
zouden daar debet aan zijn. Toch vindt
men langs rivieren, in valleien en ravij
nen, maar ook rond bergtoppen nog
moessonbos. Vooral in beschutte baaien
groeit langs de kust op vele plaatsen
mangrovebos. Kampong Komodo, als
mede enige kampongs op Rinca,
bestaan nu nog. Het aantal inwoners
van deze in 1980 door de Indonesische
overheid tot Nationaal Park herbe
noemde eilandengroep, telt ruim 1500
personen.
Over hun geschiedenis is niet veel
bekend, maar men weet wel dat de sul-
De Komodo-varaan is pas
in 1Q10 door
de wetenschap ondelzt
tan vroeger bannelingen naar Komodo
stuurde. Het gaat nu om een gemengde
bevolking van Bajo's (kustmaleiers) en
Bimanezen. Hoofdmiddel van bestaan
vormt de visserij met daarnaast het ver
zamelen van andere zeeproducten. Men
zeilt in kleine prauwen en gebruikt dan
netten of lijnen. Op drijvende bajans
(platvormen) vist men ook wel 's
nachts, belicht door gasdruklampen,
waarbij schepnetten worden gebruikt.
In de lagunen worden bubu's of visfui-
ken geplaatst, maar men jaagt ook wel
eens illegaal met harpoenen op dolfij
nen. Wel of niet gezouten, in de zon
gedroogde vis wordt vooral naar Bali
uitgevoerd, met soms een eveneens ver
boden schildpad. Van in de mangroven
gevangen garnalen wordt trasi gemaakt.
Enkele Chinese firma's hebben duikers
in dienst die parels en kostbare schel
pen verzamelen.
Geen tafel manieren
De bodemgesteldheid en het klimaat
maken extensieve landbouw niet moge
lijk. Wel zijn er enkele cocosplantage's
en ladangs met mais, cassave, groenten
en bananen. Op kleinere eilandjes voor
de kust van Komodo houdt men geiten,
die daar voor de varanen redelijk veilig
kunnen verblijven. Zelden zal men in
kampongs een koe of karbouw aantref
fen, hoewel zowel op Komodo als
Rinca verwilderde karbouwen leven.
Soms valt zo'n karbouw ten prooi aan
ora's en dr. A. Hoogerwerf die voor en
na Indonesië's onafhankelijkheid voor
de natuurbescherming baanbrekend
werk verrichtte, merkte dat zij daarbij
geen tafelmanieren bezigden. Als
ora's zich bij hun maaltijd bedreigd
voelen, spuwen ze die vaak weer uit.
Zo zag Hoogerwerf eens hoe zo'n dier
in één keer een halve karbouwenkop
ophoestte. Met draaiende bewegingen
beten en rukten ze grote stukken vlees
los, waarbij het kadaver een volledige
salto door de lucht maakte.
Hij vond ze grappig als ze, steunend op
achterpoten en staart, rechtop gingen
staan, waarbij de voorpoten losjes
bungelden als bij een haas op de uitkijk.
De lange, geelgevorkte tong die door
de gesloten muil als een steekvlam in
en uit schiet, verscherpt via het
Jacobsonse orgaan in het verhemelte
de reukzin van de ora's en vergroot
hun gelijkenis met de mythische
draak.
Op Rinca leven ook wilde paarden die
afstammen van de in de vorige eeuw
door de sultan van Bima voor de fok
ingevoerde exemplaren. Een kampong
bewoner vertelde aan Hoogerwerf hoe
een ora een paard overrompelde door
zich vanaf een boomtak op het dier te
storten. Eerst werd aangenomen dat
ora's voornamelijk aaseters waren tot
dat waargenomen werd dat ze ook
actief jaagden. Dikwijls doen ze dit
door langs een wildpad of ergens in het
hoge gras op de loer te liggen. Men
vergiste zich ook door te denken dat
ora's stokdoof waren.
Back s Toccata
Een avontuurlijke Britse journalist die
op Komodo schipbreuk leed, merkte
dat ze tijdens de maaltijd op zijn flui
ten, roepen en zingen in het geheel niet
reageerden. Hij besloot toen de weten
schap een handje te helpen, door een
gehoortest uit te voeren. Een vuurwa
pen bezat hij niet, maar wel wat vuur
werk en hij wierp zes voetzoekers in
45 ste jaargang - nummer 11 - mei 2001
11