dame beloofde een kaars voor mij te bran
den. Dit alles deed mij al veel goeds!
Hartelijk dank allemaal!
W Boonstoppel, Fijnje
Theresia sckool
Naar aanleiding van plaatsing van school
foto's in het maartnummer 2001 van
Moesson van de Theresiaschool, 4de klas,
1938/39 in Djokjakarta kreeg ik heel veel
reacties. Twee heel uitgebreide van
mevrouw Saffrie en de heer Kudding
bezorgden me bijna alle namen.
Geïnteresseerden kunnen deze namenlijst
bij mij opvragen. Een aan uzelf geadres
seerde en gefrankeerde enveloppe bijslui
ten s.v.p.
Mw. J.H.M. Bello-Hendriks,
A. Schweitzerplaats 635,
3069 GR Rotterdam.
Acloeli, doek, doek!
Naar ik heb gehoord, behoort het
Nederlands tot de lastigste talen van de
wereld. Daar kan ik inkomen: al bijna vijf
tig jaar in Holland, nog steeds muulijk
dese! Ga maar na, al die lastige werkwoor
den! Ister zwakke en sterke werkwoorden.
Ister regelmatige en onregelmatige werk
woorden. Ister wederkerende en onweder-
kerende werkwoorden. Soedahlah! Ister
segala roepa matjam en nog veel meer! En
dan die vervoegingen! Tot bingoeng jouw
kop. Tegenwoordige tijd, verleden tijd,
toekomende tijd, voltooide tijd, onvoltooi
de tijd... nog maar te swijgen van al die
wijswijsnja! Tjobalah, geef voorbeeld ja:
dopen, lopen, kopen; verschilnja telkens
maar één letter. Vervoegingnja dopen:
dopen, doopte, gedoopt, boekan? Dus je
deng: lopen, loopte, geloopt... Fout dese!
Moet zijn: lopen, liep, gelopen! Nah! Je
deng: nou ik weet! Als kopen, dan kopen,
kiep, gekopen! Ja-ila! Salah lagi! Moet zijn:
kopen, kocht, gekocht! Adoeh, doeh,
doeh! Hoe toch dese? Hoe je moet uitleh-
hen aan persoon njang niet praten
Chollands? Vroeher, als praten petjoh, jij
maken verlehen vaderland! Meteen katan-
ja jij koerang opvoedèng! Maar hoe als
jouw oudelui koerang oeang voor betalen
dokar naar school in de kota? Pajah dese;
alleen lagere school en dan al! Als je bof
en ister oom en tante in de stad jij indekos
en volhen middelbaar- en hoger onder
wijs. Als ister. Als isterniet, soedah al!
Werk soeken (als ister)Daarom, als ik
ouwe kontjo's zie van toen vroeher, die
het beter hebben getroffen dan deze sinjo,
kijkenvies als ze petjoh horen praten, ik
maar denken als nietkejepiet komt tot iet,
kent iet zichzelve niet. Ja toch? Als met
enkelfout-meerfout ook muulijk, ja. Hoe
jij uitlehhen als één bot, twee botten; maar
één slot, twee sloten? En één vat, twee
vaten; maar één krat, twee kratten?
Tjobalah, jij leg uit aan mij! En dan die
Chollandse spreekwoorden; ook loetjoe ja.
Ister zoveel en muulek uitmekaar houden
hoor! 'Spreken is zilver; zwijgen is goud.'
Daarom luistert niemand naar iemand.
'Het hemd is nader dan de rok; zolang je
er maar zelf niet in staat.' 'Als het kalf ver
dronken is, kan je een ouwe koe minder
uit de sloot halen.' 'Hoge bomen hoeven
niet veel wind te vangen om hun blaren te
verliezen.' 'Wie de schoen past, kan de
gaten in zijn sokken verbergen.'
Volgens mij zijn petjoh-spreekwoorden
korter en krachtiger. 'Wie de schoen past,
keplèsèt.' 'Als kallef verdronken, putnja
bau bangkèh.'
Ik hoop dat bovenstaand pikirannetje 't
zonnetje even mag laten doorbreken om 't
tekort aan serotonine te doorbreken.
J.M. Barneveld, Hoek van Holland
Beetje 1 DOOS
Moe word ik (26) ervan om Indisch te
zijn. Moeder geboren in Bandoeng en
oma uit Semarang. Opa uit Koedoes en
overgrootmoeder uit Gombong. Ja, ik ken
ze allemaal. Weet waar iedereen geboren,
opgegroeid en begraven is. Maar door het
tjampoeren ben ik een echte blanke
geworden! Misschien ben ik wel albino...
Nee, echt grappig is het niet. In mijn
jeugd stond Indië altijd centraal. Verhalen
van oma, heerlijk gewoon. Als ze weer
eens op de praatstoel zat, vertelde ze zo
boeiend dat ik Indië bijna kon ruiken.
Toen ik dan ook voor het eerst in
Indonesië aankwam, had ik een soort
gevoel van thuis komen. Dit zullen waar
schijnlijk wel meer mensen herkennen,
maar die zijn vast niet zo blank en blond
als ik. Op zich lijkt het heerlijk om op te
groeien tussen al dat lekkere eten en nog
eens eten. Ik ben heel trots op mijn
afkomst, ik wou alleen dat andere
Indischen mij eens erkenden als een van
hen! Al mijn hele leven word ik buiten
gesloten door de groep in deze maat
schappij waarmee ik mij één voel. Ik bad
tot God elke dag om me er een beetje
Indischer uit te laten zien. Dan was alles
zoveel simpeler geweest. Toen ik nog bij
de Indische toko werkte, werd ik er weer
mee geconfronteerd. Indischen die niet
door mij geholpen wilden worden, omdat
ik het toch niet weet: 'Ach, wat weten
Nederlanders er toch van.' Als ik dan als
commentaar geef dat mijn moeder ook uit
Indië komt, kijken ze bedenkelijk en knik
ken vaag. Je ziet ze denken: Vast een blan
ke kolonialist. Natuurlijk zijn niet alle
Indischen zo, en heb ik ook vaak veel lol
met recepten uitwisselen, maar ik had
toch dagelijks met dit probleem te maken.
Misschien ben ik te gevoelig en trek ik me
het te veel aan. Maar als mijn 'donkere'
collega wordt aangesproken hoe je het
best petjel kan maken terwijl ze Spaans is,
en ik word genegeerd, dan krijg ik toch
wel kippenvel. 'En ik dan?', schreeuwt er
dan een stemmetje in me. Ik ben opge
groeid met rijst, en ben verslaafd aan
sambals. Als ik een week naar Frankrijk
ga, krijg ik het al benauwd. Snel terug
naar mijn lekkere nasi goreng. Gelukkig
heb ik me goed verdiept in de geschiede
nis van toen en kan ik me er altijd wel
weer uitpraten, maar ik zou zo graag eens
niet gezien worden als 'die totok'. Het
enige wat je kan herkennen aan mij en dat
nog over is van mijn Indische kant, is mijn
figuur. Heerlijk kleren shoppen in
Indonesië, want ik pas alles! Terwijl ik in
Nederland altijd alles moet inkorten en
afknippen. Dus, Indischen van het hele
land, niet zo snel oordelen en anders kom
maar langs om sambal goreng rempeloh
met peteh te eten dan mag u weer oorde
len!
Martine Adnyana
1961 - 2001
40 jaar getrouwd
E.Th. Manz sr.
en
M.J.H.S. Monz-de Jong (Ita)
vierden 27 april jl. hun
veertig-jarig huwelijksfeest!
45 ste jaargang - nummer 11 - mei 2001
5
,<4'
Adres:
Maartensdijklaan 210
251 1 XV 's-Gravenhage