Oud-Holl anase spelletjes
mMJl
POÏBBIÉ'S
moessQn
PERÏKELEB
Oud zijn is niet altijd leuk. Loop je een
keer zonder shawl naar kuitenloop je
daarna minstens een week te klaffen. Zak
je een keer goed door, duurt het vier
dagen voordat je weer rechtuit kunt lopen.
Daarom waren wij laatst zo klij dat we
door een kevriend echtpaar uitgenodigd
werden om hun vijftigjarig huwelijks
jubileum te helpen opluisteren.
Blij, omdat het een zeer bezadigd echtpaar
is en het een bedaard feestje zou worden,
zonder house- of hoempa-muziek en ande
re tam-tam. Gewoon zo'n gezellige bijeen
komst waar je niet moe van wordt. Dat
jubileumfeestje werd hier in de buurt
gehouden, in een van die multi-functionele
uitspanningen waar je terecht kunt voor
vergaderingen, bruiloften, klaverjas-compe-
tdties, bowlen en rijden op een mechanische
rodeo-stier.
I eam-captain
Het begon meteen goed, bijna daverend.
Toen de vergrijsde bruidegom een spiek
briefje te voorschijn haalde om aan zijn wel
komstwoord te beginnen, ging in de
belendende zaal de plaatselijke harmonie
van start met een medley van populaire
deuntjes. Door het muzikale geweld was er
geen woord van de toespraak te verstaan.
Het sluiten van een paar tussendeuren en
bonken op de muur hielp niet, dus hield de
bruidegom het kort. Wel sneu voor zijn
zoon en dochter, want die hadden de hele
toespraak voor hem verzonnen en op rijm
gezet. Verder geen man overboord, er werd
toch wel geklapt, vooral door de familie
leden van bruid en bruidegom. Toen de
muzikale buren uitgetoeterd waren, nam de
ceremoniemeester het woord en nodigde
ons uit om mee te doen aan een circuit van
oud-Hollandse spelletjes. In groepjes van
vier, want het ging er om dat je als team de
nodige punten moest zien te verzamelen.
Voor de indeling van de teams kregen we
allemaal een kaart in de hand gedrukt. De
bedoeling was dat degenen die gelijke kaar
ten hadden bij elkaar in een team kwamen
te zitten. Had je bijvoorbeeld schoppen
boer, dan vormde je dus een team met har
tenboer, ruitenboer en klaverboer. Zo
eenvoudig als wat en er kon niet gerom
meld worden. Zo kwam het dat ik met een
oude heer van mijn leeftijd, een iets minder
oude heer en een heel mooie jongedame in
een team terechtkwam. De laatste werd
natuurlijk onverwijld tot team-captain
benoemd. Ze zag er echt patent uit en was
gelukkig erg geduldig met senioren. Dat
geduld had ze ook wel nodig, want die spel
letjes vereisten nogal wat uitleg.
I olveclitei
Nou ben ik niet zo'n spelletjesfiguur.
Vroeger, bij ons thuis, als 's avonds die ake
lige Mens erger je niet-attributen op tafel
kwamen, maakte ik me uit de voeten.
Liever met de katapult op kamprets schie
ten dan met dobbelstenen en van die gekke
houten kegeltjes goochelen. En als hier op
maandagavond de jokerclub van Nel aan
de gang is, zien ze me ook niet. Alleen dat
geschuifel met kaarten maakt me al zenuw
achtig. Maar goed, dat oud-Hollandse spel-
lencircuit bestond uit sjoelen, schijfrollen,
schijfwerpen, schijfgooien, schijfschuiven,
knikkeren, tollen en andere vermaken uit de
pre-elektronica oertijd. Bleek allemaal best
mee te vallen. Nel beweerde later zelfs dat
ze me nog nooit zo vrolijk had gezien, op
een feestje. Ik moet toegeven dat het steeds
leuker werd. Vooral omdat op een gegeven
moment mijn vaardigheid in het tollen weer
terugkwam en behalve mijn teamgenoten
enkele andere spelers kwamen kijken hoe ze
het doen moesten. Eerlijk waar, dat is geen
opsnijerij. Om die mensen een plezier te
doen heb ik toen een uitgebreide verhande
ling gegeven over het 'tolvechten' dat we
vroeger met die dikke, hardhouten tollen
met ijzeren punt bedreven. Met de verkla
ring erbij dat zo'n tol soms, bij een vol
treffer op de kop, in twee helften werd
gespleten. De toehoorders luisterden aan
dachtig en een van hen vroeg of ik al vroeg
aan deze sport was begonnen, waarop ik
antwoordde dat ik inderdaad al op jeugdige
leeftijd behoorlijk kontollen. Heb ik spijt van
gehad, want dat leverde me in de pauze een
flinke reprimande op van een Indische
dame uit Harderwijk, die wij goed kennen.
Ze had over mijn schouder staan meeluiste
ren en vond dat ik mijn fatsoen had moeten
houden, ook al snapten de anderen er niets
van. Ze zei het glimlachend, maar het was
overduidelijk dat ze me het liefst een draai
om de oren had gegeven.
Griekse wijsgeer
Met die andere oude heer van ons team heb
ik na de prijsuitreiking nog leuk gepraat.
Zomaar over van alles en nog wat. Hij ver
telde onder andere dat hij drie jaar lang als
vrijwilliger in Indië was geweest, voorname
lijk in Tjibeber. Hij dacht dat dat me wel
wat zou zeggen. Dat was niet echt zo, maar
omdat alles wat met 'tji' begint me bekend
voorkomt, zei ik iets over 'een van die vele
exotische plaatsjes in het mooie bergachtige
gebied van de Pasoendan.' Die oude heer
straalde. Vanaf dat moment was het net of
we elkaar al jaren kenden. Dat loin je soms
hebben, klikt het meteen en vind je het
gewoon jammer dat zo'n bijeenkomst zo
gauw om is. Dat systeem van teams forme
ren middels gelijke kaarten werkt trouwens
perfect. Er wordt mee bereikt dat het hele
gezelschap feestneuzen door elkaar wordt
gegooid, men dus niet de kans krijgt om -
wat zo vaak gebeurt - van die geïsoleerde,
naar binnen gekeerde groepjes te vormen.
Kun je ook eens met wildvreemde mensen
aan de praat raken. Dat ik ondanks mijn tol-
vaardigheid laatste werd van ons team, deer
de me trouwens niet. Ook niet dat onze
team-captain de meeste punten scoorde.
Die hadden wij laten winnen. Bij wijze van
dank voor het geduld dat ze met ons had.
En ook wel omdat ze er zo leuk uitzag.
Moet ik bij zoiets altijd denken aan het tries
te antwoord dat een Griekse wijsgeer gaf,
toen een jongeling hem uitlachte omdat hij
een passerende schoonheid met grote
belangstelling nakeek: 'Ik ben inderdaad oud
en der dagen zat, maar deze ogen zien
helaas hetzelfde als wat ze zagen toen ik nog
zo jong was als jij.'
8