Vijf rover» en een roverthol DIET KRAMER een strakke, diepe sterrenhemel, aan de roep van een vogel in de nacht.' Zo schreef Diet in haar enige roman voor volwassenen, Onrustig is ons hart (1939), over Indië. Een land waaraan je gebonden raakte en dat je hart opeiste, zodat je daarna nooit meer echt thuis zou zijn in Nederland. Dat was ook het levensverhaal van Dina Maria Kramer, een Hollands meisje dat van Indië ging houden. Verlangen naar kennis Diet Kramer schreef haar eerste bestsel ler toen ze pas negentien jaar was. Stans van de Vijfjarige (1927) werd snel gevolgd door andere boeken en artike len. Veel oudere meisjes onder de Moewow-lezeressen zullen zich dit boek herinneren, of ook haar andere boeken. Voor een groot deel kwam de stof ervoor uit Diets eigen leven. Net als Stans had Diet de vijfjarige HBS gevolgd en had ze belangstelling voor kunst en literatuur. Diet volgde verschillende cursussen op dat gebied, voortdurend verlangend naar kennis. In 1933 gaat Diet naar Indië en trouwt daar met dr. W.A. Muller, de rector van een lyceum te Batavia. Ze krijgen twee kinderen. De jaren dertig waren niet de gunstigste tijd voor romantiek; daarvoor liet de invloed van de economische crisis zich te sterk gelden in de Indische samenle ving. In deze jaren schrijft Diet haar populairste boeken, zoals Razende Roeltje (1933), De Bikkel (1935), Roeland Westwoud (1936) en Eindexamen 1940 (1941). Veelal vrolijk meeslepende boe ken zijn het. Dan bezetten in 1942 de Japanners Indië. Diet wordt met haar kinderen geïnterneerd, voor de bevrij ding zit ze in kamp Ambarawa op Midden-Java. Haar man is al lang verd wenen in een mannenkamp, waar hij sterft. Deze bittere ervaringen keren terug in Diets werk. Uiteraard. Maar eerst ging ze terug naar Nederland, net als de 'enkele hopeloozen'. Hier woont ze tot haar dood in 1965. Damescompartiment Online Wilt u meer weten over Diet Kramer, fragmenten uit haar boeken lezen of bent u nieuwsgierig naar andere schrijfsters over Nederlands-Indië? Surf dan naar het Damescompartiment Online: http://www.damescompartiment.nl/ of schrijf naar: Vilan van de Loo, Postbus 11082, 2301 EB Leiden. Bot en afwijzend In 1948 verschijnt Thuisvaart. Het is een bijzonder boek, zoals Joop van den Berg in Indische Letteren 1 en 2 (1992) betoogd heeft. Want hierin beschrijft Diet Kramer als een van de eerste auteurs de problemen van de repatrië ring, dat volgde op het verschrikkelijke kampleven en de bersiaptijd. Ze beschrijft hoe bot en afwijzend men in Nederland kon reageren. Als de ver pleegster Marja wil vertellen over haar ervaringen, krijgt ze als reactie vooral verwijten te horen: '"Ik kan je niet gelo ven, Marja. Je bent zo vreemd, zo hard. Je bent veranderd als Huug. Jullie zijn het spoor kwijt geraakt, waarin vader en moeder jullie voor gingen," verwijt haar zuster haar. En zwager Jaap doet boter bij de vis! "Je zegt de dingen ook wel hard. Als je Gods hulp gegrepen had, zou je tegenover dit alles anders staan. Je hebt God losgelaten.'" God losgelaten? Dat is precies wat Marja gezien heeft bij haar moeder, die door de honger en ellende in het internerings kamp haar innige geloof los liet. Marja kan moeilijk wennen aan Nederland dat haar zo hard valt. Zij lijdt aan een kamp syndroom, zoals velen in die tijd toen nog geen hulpverlener de betekenis daar van kende. Ook dat was voor een deel Eerste druk, Bandoeng, 1941. Omslagontwerp: de Indische kunstenaar Piet van Mierop. Diet Kramers eigen levensverhaal. De zorgeloze dagen waren wel voorbij. Maar toch was het niet alom treurigheid. In Onrustig is ons hart vertelde ze eerder een bijzonder verhaal, dat nog niets aan kracht verloren had. Onrustig liart In veertien hoofdstukken beschrijft Diet Kramer de levensgeschiedenis van Henriëtte van Roodenoord, hotelhoud ster te Batavia, gescheiden en kostwin- ster voor haar gezin. De liefdes die zij zou kunnen beleven, laat zij aan zich voorbij trekken. Liever staat ze alleen, want daarin vindt ze de kracht om de kinderen op te voeden en het hotel gaan de te houden in de crisisjaren. Voorvoelde Diet hierin haar eigen leven na Indië? Want net als Henriëtte, stond ook Diet alleen voor de opvoeding van haar kin deren. En ook Diet worstelde met het geloof in God - die alles had toegelaten zonder in te grijpen. Henriëtte was 'een mens die heelhuids door de jaren was gekomen, niet vernederd, niet geklei neerd, energiek en vitaal als vroeger. Een vrouw die geen aalmoes gaf en geen ver tederd woord wilde horen.' Achter deze kracht van Henriëtte ver borg zich een onrustig hart, dat alle opwellingen van het moment streng onderdruk te. Altijd het hotel dat geld moest voortbrengen, voort durend de kinderen die lei ding nodig hadden, steeds de principes die het leven moesten sturen. Toch blijft de wanhopig makende onrust, bijna driehonderd bladzijden lang de lezer meevoerend naar een fasci nerende ontknoping. Men zegt, dat Henriëtte van Roodenoord een afspiege ling was van Diet Kramer. Volgende keer in deze reeks: Adinda alias Fanny alias Thérèse Hoven (1860- 1941), die slechts één jaar in Indië was, maar met het leven daar 'wél bekend' zoals ze zelf vond. Dat ene jaar leverde haar stof genoeg op voor een aantal fascinerende boeken. Maar wat had Adinda nu werkelijk zo goed begrepen van het Indische leven? VvT)iar^r* BOOIt 45 ste jaargang - nummer 12 - juni 2001 35

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 35