Bij het varen door de Straat van Gibraltar op 7 december kreeg de Indrapoera van wege de burgeroorlog in Spanje konvooi bescherming door Hr. Ms. Hertog Hendrik. Onderweg naar Marseille vierde men het Sint-Nicolaasfeest. In Marseille steeg het aantal passagiers tot 453 na aan komst van de boottrein (Lloyd Rapide). Uit die haven rapporteerde kapi tein Udema aan zijn directie over de reis: Het weer was guur met bewogen zee zonder slecht te zijn. Helaas ontsierden diefstallen deze reis. Direct na vertrek uit Marseille deed mevrouw Lascaux aangifte van de ontvreemding van haar damestas waarin geld, paspoort en gouden sieraden zaten. Een paar dagen later miste de heer Tichelaar een portefeuille met 135 gulden uit zijn vest, dat hij een half uur onbe heerd over een stoel van het pro menadedek had laten hangen. De heer Higgins was twee briefjes van 25 gulden kwijt. En bij de Portugese vlieger Do Canto was 135 gulden gevlogen nadat hij dit geld los op zijn bed had laten liggen. De scheepsleiding nam daarop strenge maatregelen. De verblijven van de Javaanse bedienden, de Europese hof meesters, de matrozen en de kwartier meesters werden onderzocht. En in Port Said waarschuwde men banken en geld wisselaars. Ook kwamen er politiespion nen, vermomd als geldwisselaar, aan boord. Scheepsofficieren lieten in de twee de klasse met opzet een oude jas met een portefeuille erin achter, terwijl de le offi cier Ouwerkerk en administrateur De Boo zich verdekt opstelden. De dief liet zich echter niet verleiden om toe te slaan. Een kwartiermeester die van de val niet op de hoogte was, zag de onbeheerde jas hangen en leverde deze prompt in bij de restaura teur. Vanaf Medan kwamen Europese recher cheurs aan boord; vanaf Batavia voeren inlandse rechercheurs mee tot Soerabaja. De scheepsleiding maakte bekend, dat de diefstallen zouden worden vergoed uit de fooienpot van het Javaanse personeel, om de djongos tegen elkaar op te zetten in de hoop op die manier aanwijzingen te krij gen door verraad. Mogelijk dat door deze weinig charmante maatregel aanwijzingen over de dader(s) konden worden verkre gen. Het onderzoek leverde geen resultaat op. De diefstallen aan boord haalden een van de landelijke dagbladen. Op 6 januari 1938 verscheen de volgende kop: "Geheimzinnige diefstallen op een Nederlands mailschip. Brutale dief slaat op de Indrapoera zijn slag". Omdat de scheepsleiding de diefstallen geheim hield voor de passagiers, bleef de stemming aan boord goed. Het bal cos- tumé vond plaats op 22 december. Op eerste en tweede kerstdag werden de afscheidsdiners en het captains dinner gehouden. Donderdag 30 december meerde de Indrapoera om 8 uur aan de kade te Tandjong Priok. Het schip ging kort daarna door naar Soerabaja. Op de kustreis die voerde langs Semarang, Probolinggo en Panaroekan laadde zij tinerts.' De thuisreis 'Op 12 januari 1938 aanvaardde het schip de terugreis. In Tandjong Priok embar- keerden 167 passagiers. Op 15 januari meerde de Indrapoera om 8 uur af aan de kade te Belawan. De KNIL-kapitein Tieland en zijn vrouw kwamen aan boord om met verlof naar Holland te gaan. Zij werden uitgezwaaid door zwager, schoon zuster en neef Van Kralingen. Ook moe der en dochter Alofs kwamen aan boord. Els Alofs werd door haar moeder wegge bracht naar Holland, waar zij in Haarlem aan het gymnasium ging studeren. Ondanks alle genomen maatregelen gin gen de diefstallen ook op de terugreis gewoon door. Jonkheer Berg, voorzitter van de Holland Oost-Azië Lijn, uit hut no. 1, miste dertig gulden uit zijn portefeuille. Vierde klasse passagier Vale meldde de ontvreemding van 34 gulden. Een baboe was haar gouden polshorloge kwijt, dat ze in de badkamer had laten liggen. Verder verdwenen er nog een gouden zegelring, een zilveren horloge en een portemonnee. Maar hoe er ook werd gezocht en gespeurd, men vond geen spoor van de dief. Onderweg hield dominee Rullmann op de beide zondagen een kerkdienst aan boord. De Sonja Henie film viel bij de passagiers zeer in de smaak. Daarentegen was de restaurateur niet tevreden over de limonade gazeuse van Zwieten's Handel My. Het kwam geregeld voor dat men halflege flessen aantrof. Dat euvel bleek te wijten aan de slechte sluiting van de ranja- soda flessen. Op 30 januari, toen de Indrapoera in de Straat van Messina voer, nam de wind toe en de volgende dag stond er een NNO-storm wind kracht 8. Het natuur geweld leid de ertoe, dat op de bale houten banken wegsloegen. Ook de ket- tingkist was, nadat de storm was gaan liggen, nergens meer te vin den. De luchtkokers waren beschadigd en het hekwerk op de bak stond krom. Ondanks al deze narigheid was het toch een vreugdevolle dag, want het Prinselijk paar op Soestdijk werd verrijkt met een dochtertje: Beatrix Wilhelmina Armgard. De Indrapoera vlagde dan ook van top. En de passa giers kregen een aandenken. Voor de dames was er een wandbord met daarop een bloeiende oranjeboom afgebeeld en een spreuk afkomstig uit een van de gedichten van Bilderdijk: "Oranje's groei is Holland's bloei". De mannelijke passagiers kregen een presse-papier waarop een penning was aangebracht met de Nederlandse Maagd, die het Prinsenkind in haar armen ont ving. Ook waren de wapens aangebracht van Nederland, Oost- en West-Indië en de Oranje vorsten. De eerste, tweede en derde klasse passa giers kregen een gezamenlijk diner in de eerste klasse eetzaal aangeboden. Vanuit Marseille gingen veel reizigers verder naar Holland met de Lloyd-Rapide. Hr. Ms. Hertog Hendrik voer wederom in konvooi met de Indrapoera door de Straat van Gibraltar. Op 8 februari 1938 ten slotte meerde de Indrapoera aan de Lloydkade voor loods Holland, na een thuisreis die 27 dagen had geduurd.' De volgende delen zullen gaan over de Sibajak, de Slamat en de Willem Ruys. Indrapoera, een schip van naam door Frans Luidinga en Nico Guns Van Soeren Co: 624 pag. (gebon den) ISBN 90 6881 079 9 prijs 127,82/€58,00 45 ste jaargang - nummer 12 - juni 2001 41

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 41