komt van taburan, dat plengen of strooi
en betekent en Rah van darah of bloed.
Het gaat dus oorspronkelijk om het plen
gen van bloed van een gewijd dier. Een
haan mag slechts eenmaal in een gevecht
gebruikt worden, vanwege de reinheid.
De ceremonie staat slechts drie gevechten
na elkaar toe, dit symboliseert het begin,
midden en einde van de levenscyclus.
Het gevecht is de eeuwige strijd tussen
goed en kwaad. De belangrijkste Balische
feestdag Hari Nyepi, wat de stille gewijde
dag betekent, wordt voorafgegaan door
Tawur (offers) en Ogoh-Ogoh (zinne
beelden van het kwaad)Zonder Tabuh
Rah is deze dag echter niet compleet.
De hanengevechten zijn al meer dan dui
zend jaar oud. Verwijzingen in inscripties
gaan terug tot de negende eeuw. Bij veel
ceremoniën in de Hindoe-cultuur op Bali
komen diergevechten voor als bloedoffer.
De meest populaire zijn die tussen hanen.
Officieel zijn hanengevechten slechts toe
gestaan bij odalans of tempel-ceremo
niën. Helaas is het gebruik tot een
misbruik geworden - een gokspel. Vaak
wordt een onbelangrijke tempelceremonie
te baat genomen om de goklust te botvie
ren. De Tabuh Rah is afgegleden naar de
ordinaire tajen, waarbij verheven gedach
ten over goed en kwaad ontbreken. Met
dezelfde spanning waarmee een welopge
voed en keurig gekleed gezelschap het
rouletteballctjc volgt, worden de verrich
tingen van de jago's in de gaten gehou
den. Er zijn alleen geen dames bij en er
vallen doden.
rum uit
Buurman Agung nodigt mij uit een tajen
- helaas geen Tabuh Rah - bij te wonen.
Achterop de motor, iets buiten Ubud
stopt hij bij een tempelcomplex. Fraai
geklede vrouwen met
offers lopen er rond.
Toch een Tabuh Rah?
Wij zijn niet formeel
gekleed en moeten omlo
pen. Daar, tussen de
bomen, achter de tem
pel, zit een twintigtal
mannen rond een open
plek. Er is een gevecht
aan de gang. Ik ben de
enige niet ingewijde,
maar de enkeling die mij
opmerkt trekt zich van
mij noch mijn camera
iets aan. Er wordt geroe
pen en gezwaaid naar
elkaar met briefjes van
tien- en twintigduizend
rupiah. Agung mengt
zich in het tumult en spoedig staat ook hij
met geld in zijn handen. Ieders aandacht
is gericht op wat zich in het midden
afspeelt. Twee hanen, nauwelijks uit elkaar
te houden, springen met hevig gefladder
tegen elkaar op. Het is niet duidelijk wie
de eigenaars zijn, want een ieder schijnt
zijn favoriet te hebben en aan te vuren.
Een van de hanen is gekwetst; er stroomt
bloed uit zijn borst. Hij springt niet zo
energiek omhoog, en ineens, na weer een
aanval van zijn tegenstander ligt hij
omver. Dood is hij niet. Hij probeert op
te krabbelen en met felle uitvallen van zijn
snavel de overwinnaar te treffen. Snel
wordt deze door een paar handen gegre
pen en in veiligheid gebracht. Ook de
inmiddels stuiptrekkende verliezer wordt
opgepakt. Het is gebeurd. Met een snelle
uithaal wordt hem een poot afgesneden,
die tegen een pisangstam wordt geprikt.
Er hangt er al een.
Patrol i
Ik vraag aan Agung waar dat voor dient.
Met een ondeugende blik verklaart hij dat
daarmee het tweede van de drie toegesta
ne gevechten wordt aangeduid. Zou de
patroli (politie surveillance) langs komen,
dan zijn ze getuige van het derde gevecht.
Aan het einde ervan zullen zij vertrekken
(eventueel voorzien van wat rook- en
drinkgeld) en later kunnen zij verklaren
dat er drie gevechten zijn gehouden. De
wet is nageleefd! De voorbereidingen
voor de volgende ronde zijn begonnen.
Twee hanen worden tegenover elkaar
gehouden om te zien of ze elkaar vol
doende vijandig gezind zijn. Als één de
neiging vertoont zich af te wenden, gaat
het feest niet door. De eigenaar houdt
zo'n haan liever tegen zich aangedrukt en
wacht op een volgende gelegenheid.
Tenslotte kost een goede haan zo'n 300
duizend tot 400 duizend rupiah (rond de
honderd gulden, de helft van een onder
wijzers-salaris)
Opgepeuzeld
Een willig stel is spoedig gevonden. Een
paar kwaadaardig ogende mesjes van een
paar centimeter lang, puntig en met een
scherpe snede worden aan de poten
gebonden. Daarna smeert men olie op de
scherpe taji. Op mijn vraag of dit wellicht
een snel werkend gif is, wordt geschrok
ken gereageerd. Later hoor ik van
Agungs vrouw dat de olie het vlees van
de getroffen haan lekkerder doet smaken.
Waarom doen ze om dit te bereiken niet
bij elk haantje of kippetje voor het slach
ten wat van de olie in het vlees? Deze
suggestie wordt als absurd van de hand
gewezen. Zoiets moet bij een gevecht
gebeuren en anders niet. De verliezer
wordt dus opgepeuzeld. Niet elk gevecht
eindigt met een dodelijk slachtoffer. Soms
is het herhaaldelijk vluchten voor een
aanval genoeg om uit de strijd te worden
genomen: verloren op punten. Is de eige
naar boos genoeg dan verdwijnt de laf
aard ook in de pan.
Zo wreed als een stierengevecht kwam
het tajen niet op mij over. Daar immers
wordt de stier voordat de torero ver
schijnt op allerlei manieren getreiterd en
verwond. Wel kan het beest zijn belagers
op de horens nemen (wat in Barcelona
tot mijn heimelijk genoegen gebeurde)
Terwijl Agung nog volop geniet, wandel
ik wat rond. Over de muur van het tem
pelterrein kijk ik recht de keuken in. Hier
zijn vrouwen bezig de pechvogels te pluk
ken. Het zijn er wel meer dan tien.
Zouden die agenten hier niet eens een
kijkje moeten nemen?
De hele rit naar huis zwijgt Agung. Voelt
hij dat ik niet bepaald genoten heb? Ook
ik houd mijn mening voor me. Inderdaad
is het sacrale bloedoffer verworden tot
een volksvermaak. Op de wandeling bui
ten Ubud zie ik naast de Pura Dalam van
Kutuh Kaja honderden mannen in de
wantilan (gemeenschapsruimte).
Rondom zijn eetstalletjes ingericht. Ja
hoor, een tajen. Op wel zes plaatsen vor
men de mannen een kring. In de tempel
is niets van een odalan te bespeuren.
Even verderop word ik ingehaald door
een patroli-jeep met vier politieagenten.
Zij moeten de tajen gepasseerd zijn.
Zouden zij de wet naar behoren hebben
gediend? Op de terugweg, uren later, is
het feest nog in volle gang. Het casino is
nog niet gesloten.
45 ste jaargang - nummer 12 - juni 2001
43