Brieven 4 14, ff! P» Bfflas tigfe& f| De inhoud van dó ingezonden brieven valt huiten de verantwoordelijkheid van de redactie. In Moesson van maart 2001in een arti kel van Marjolein van Asdonck over het boek Kretek, kwam ik de naam Nitisemito tegen. Het bleek de naam van een man die echt heeft bestaan en niet alleen maar een klank uit mijn jeugd! Een naam vol herinneringen aan Salatiga. Nitisemito had een huis naast dat van ons aan de weg naar Semarang, tegenover de katholieke kerk en de pas torie. Een paadje naar een kampong achter onze huizen scheidde de twee tuinen. Het was een groot huis met een enorme voortuin. Je zag er nooit iemand. In de voortuin bloeiden dahlia's die ik probeerde te plukken. De kebon kwam dan schreeuwende achter mij aan U wist ons nog tot het laatste moment te verrassen! Jan Dirk Vernez met zijn arit in de aanslag. Heel span nend! Mijn eerste schooljaren op de lagere school herinner ik mij nog heel goed. De school had twee gebouwen. Een laag en een hoog gelegen gebouw aan de weg. Juffrouw Bergamin was een van de onderwijzeressen. Truusje Lever en Tati Soewandi waren mijn vriendin netjes. Met Truusje haalde ik katten kwaad uit als onze ouders een middagdutje deden. We riepen 'dokar' als er zo'n karretje langs reed en doken dan weg. Grote pret als de koetsier speurend rond keek naar een vrachtje. Ik liep op blote voeten in die middag uren in de sawah achter ons huis om dikkopjes te vangen. Achter ons huis was een hele grote tuin en het gemeen tehuis van Salatiga grensde daaraan. Vader was directeur van de MULO van 1931 tot 1936. Hij kweekte Hollandse kool in het achterste gedeelte van de tuin. De zaden liet hij komen uit Soekaboemi van de Zeeuwse Zaadhandel. Met zijn klewang (hij was reserve-officier in het KNIL) sloeg hij de kolen van de steel. Als ik naar de padvinderij ging en het dreigde te gaan regenen, pootte ik een sapoe met steel in de grond midden in een canna bed. Bovenop legde ik een rode lombok. Er was een kindervakantie-kolonie in Salatiga. Vader zat in het bestuur. Op 5 december was het groot feest. Moeder maakte eindeloos borstplaat in de ach tergalerij op een ingevet marmeren tafelblad. In metalen ringen werd de gesmolten suiker met room of chocola- de-poeder uitgegoten. De gemorste druppeltjes bleven niet lang liggen. Herinneringen aan een heerlijke onbe zorgde jeugd, bijna zeventig jaar gele den. Aatje de Baan-Verboom, Oegstgeest 1 wee onbekende kinderen (2) Graag wil ik reageren op de foto van 'Twee onbekende kinderen' in Moesson van april (pagina 4). Via een vriendin hoorde ik dat ik in Moesson stond. Op de foto staan ik, Margreet de Fremery- Kuiper en mijn broer, Just de Fremery. Mijn vader was voor de oorlog contro leur BB in Benkoelen. De foto is geno men na de oorlog. In het kader van gezinshereniging waren wij toen op Sumatra. Ik herinner mij niet meer dat de foto werd genomen, onze hoofden waren vol van de chaotische, afschuwe lijke tijd die we achter de rug hadden. Margreet Kuiper-de Fremery, Hamilton (Ontario) Rectificaties In het afgelopen meinummer stonden op pagina 37 twee schoolfoto's van het Canisius College in Batavia uit 1949. De jongen linksachter op de bovenste foto is echter Kees Bender en niet Eddie Becker, zoals abusievelijk ver meld. (G.G.J. Bloem, Den Haag) Op de brievenpagina van Moesson van mei zijn twee storende fouten geslo pen. De familie Sanders maakte een reis naar Indonesië in 1994 en het juiste telefoonnummer is: 030 - 229 31 61. Excuses. In mijn ingezonden brief over het 'Lyceum en Lulofs' staan twee onjuistheden Moesson april, pagina 4)De naam Ot van de Burg moet zijn: Ot van de Brug. En het einde van onze school, het Christelijk Lyceum te Bandoeng, viel niet in het jaar 1957, maar op 1 april 1958. (Brown Arps, Oegstgeest) In de rubriek Culinair van vorige maand (pagina 43) gaf mevrouw Schönherr-von Fuchs drie recepten met sawie op. Met sawie bedoelde zij Chinese kool. Soekaboemiscke Opvoeclings Gestichten (S.O.G.) Voor de Tweede Wereldoorlog bestond in Soekaboemi, West-Java, een stichting of tehuis voor arme dan wel verweesde kinderen. Het woord gesticht of stich ting was toentertijd de algemene bena ming voor een tehuis waar men deze kinderen opving. Zo had men te Magelang, Midden-Java, het Gesticht Oranje Nassau van Pa van der Steur. Te Soekaboemi had men ook zo'n gesticht, de S.O.G. Hier zorgde men dat er een gedegen opvoeding werd gegeven. Wij werden gekleed en gevoed, konden slapen, naar school, kortom, wij hadden een goed dak boven ons hoofd. Een groepsleider of - leidster hield ons in de gaten. Dat was wel nodig! Naar gelang de leeftijd waren de kinderen in afdelingen onder gebracht: in afdeling A de oudsten, plus minus achttien jaar; in B wat jongeren; in C en D nog jonger; de op een na jongsten in het Kleintjeshuis en de allerjongsten in het Kleuterhuis. De jongensafdelingen waren ongeveer een half uur lopen van die van het meisjes huis verwijderd. Op zichtafstand van het meisjeshuis woonde de directeur, de moessQn Nitisemito en Salatiga Op 19 april is op 93-jarige leeftijd te Den Haag overleden, onze vader, schoonvader, opa en overgrootvader weduwnaar van J. Haag, geboren te Padang 29 november 1907 f 19 april 2001 Hij zal in onze herinnering voortleven als een zorgzaam man met veel humor. Onze grote dank gaat uit naar het personeel van de Preva-stichting dat hem de laatste jaren met veel zorg en liefde omringde. Elvire Jenny Venselaar-Vernez Cary Venselaar Rik Weidema en Angelique Neeft Esther en Frank Fortanier Tjerk Jan en Michelle Weidema Nesta De Roy van Zuydewijn Sjoerd, Brandon, Kristen, Yves, Jules, Toine en verdere familie Correspondentie-adres: Jan Huibrechtszstraat 22 1135 HP Edam 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 4