Indisch Platf orm L In Moesson van april 2000 hield Ernst Kollmann, voorzitter van het Indisch Familie Archief (SIFA), een enquête onder de lezers van Moesson over het Indisch Platform: de vraag was of men tevreden was over het Indisch Platform (IP) als vertegenwoordiger van de Indische gemeen schap. Het resultaat (men was niet tevreden) bood Kollmann aan het IP aan, in de hoop dat het IP zich er wat van zou aantrekken. Een jaar later was er echter nauwelijks iets veranderd en Kollmann besloot opnieuw een stuk in Moesson te publiceren (zie Moesson april 2001). Hieronder eerst een reactie van de heer Bussemaker van het IP, gevolgd door een nawoord van de heer Kollmann. Reactie Indisch Platform: Gaarne wil ik namens het Indisch Platform (IP) reageren op het denigreren de artikel, dat de heer E.O. Kollmann als voorzitter van de stichting Indisch Familie Archief (SIFA) heeft gemeend te moeten plaatsen in het aprilnummer van Moesson. Ik ben voorzitter van de Vereniging KJBB en tevens lid van het Indisch Platform, tezamen met zestien andere voorzitters van Indische organisaties. Bovendien ben ik aanwezig geweest bij het gesprek, dat het SEFA-bestuur heeft gehad met een delegatie van het IP op 27 november 2000. Dit gesprek werd terecht door de heer Kollmann gekenmerkt als zeer open. Wat ging er dan na 27 november mis? In het door het SIFA voorgestelde commu niqué kwam namelijk de passage voor, dat de adviesraad invloed zou moeten hebben op het beleid en een controlerende functie zou moeten hebben ten aanzien van de beleidsuitvoering door het IP In zijn arti kel stelt de heer Kollmann letterlijk: 'De adviesraad zou ten slotte het recht moeten hebben om onder zekere voorwaarden falende IP-bestuurslcdcn te ontheffen.' Dit nu was niet besproken op 27 novem ber, en ging ook veel verder dan een adviesraad. Het voorstel van het SIFA was dus het instellen van een bestuursraad, geen adviesraad. Het IP bestaat nu uit de voorzitters van de zeventien grootste Indische organisaties. Het zijn die organi saties zelf, die hun voorzitter kiezen of benoemen, waarna hij/zij qualitate qua lid van het Indisch Platform wordt. Geen enkele stichting of vereniging kan akkoord gaan met de vervanging van haar voorzit ter buiten de eigen organisatie om door een los verband als de voorgestelde adviesraad van het IP. In tegenstelling tot wat de heer Kollmann schrijft, reageerde het IP wel snel. Oordeelt u zelf maar. Op 16 januari 2001 vergaderde het IP over het voorgestelde communiqué, en stelde vast, dat 'het ver vangen van Bestuursleden is een aangele genheid van het IP, c.q. die bij het IP aangesloten Indische organisaties, en niet van personen of organisaties in de Adviesraad' (brief van 18 januari 2001 aan bestuur SEFA) Grote irritatie bij het IP wekte bovendien het uitlekken van het besprokene via de SIFA naar de Blimbing-website op het Internet. Ik heb de heer Kollmann telefo nisch laten weten, dat zonder garanties dat er niet meer gelekt zou worden, verde re gesprekken tussen het bestuur van de SIFA en het IP zinloos zouden zijn. De heer Kollmann bevestigde in zijn brief aan het IP van 4 februari 2001, dat hij de redactie van Blimbing op de hoogte had gebracht van de gevoerde dialoog met het IP, en dat het uitblijven van verdere stap pen tot de publicatie in Blimbing had geleid. Kennelijk was hem de inhoud van de brief van het IP van 18 januari aan het SIFA-bestuur ontgaan. Op 14 februari reageerde ondergetekende namens het IP op de brief van de heer Kollmann van 4 februari met opnieuw de mededeling, dat zonder uitdrukkelijke garanties betreffen de uitlekken verdere gesprekken tussen SIFA en IP zinloos waren. Aangezien de heer Kollmann kennelijk niet bereid was een dergelijke garantie te geven, hebben nadien geen verdere gesprekken meer plaats gevonden tussen SIFA en IP. De heer Kollmann beschul digt in zijn artikel het IP van traagheid. De lezer oordele zelf, aan de hand van de hierboven genoemde correspondentie. Geïnteresseerden kunnen bij ondergete kende een kopie krijgen van de in dit arti kel genoemde correspondentie. Wij betreuren het, dat de heer Kollmann gemeend heeft, deze patstelling tussen hem en het IP in de openbaarheid te moeten brengen. In zijn brief van 4 febru ari 2001 stelt de heer Kollmann namelijk: 'Het SIFA-bestuur is nog steeds van mening dat de Indische belangen niet gediend worden door geruzie en zeker niet wanneer die via de media worden uit gevochten.' Helaas heeft het SIFA-bestuur kennelijk in de loop van maart deze mening herzien, resulterende in de boven aangehaalde publicatie in Moesson. Deze publicatie, met zijn verdachtmakingen richting IP betreffende democratisering en communicatie, lost immers niets op, en resulteert alleen maar in verliezers. De Indische gemeenschap wordt er richting politiek, parlement en Nederlandse samenleving niet geloofwaardiger op. Het beeld van een in zichzelf diep verdeelde Indische gemeenschap wordt nu immers Zijn er misschien lezers die mij iets kun nen vertellen over deze foto? Rechtsboven staat mijn oom Piet Wink die controleur bij het Binnenlands Bestuur was. Naast hem zijn vrouw, Roos Wink- Blok. Mijn oom is in 1932 overleden te Karang Asem, dat ook zijn laatste stand plaats was. P.M. Wink moessQn 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 8