door Jill Stolk Van mijn moeder erfde ik een abonne ment op Libelle. Een heerlijk blad. Je bent er zo doorheen, de tips scheur je eruit, de rest gooi je weg en je bent weer op de hoogte van wat er aan informatie bij het grote publiek leeft. Inmiddels heb ik het abonnement alweer een paar keer verlengd; dit is geen verdriet-verhaal Het gaat hier om het artikel 'Opruimen en opbergen'. Er zijn heel wat mensen die moeite hebben met weggooien en als ze dan ook nog in het bezit zijn van een zolder is de 'oplos sing' snel gevonden. Hoog boven het hoofd staan de dozen met op den duur vergeten spullen te staan. Ik zou er niet onder willen slapen. Ik zou het niet kunnen. Maar ik heb ook geen zolder. Ik heb een etage buitenshuis. U voelt het al. Dit is nog veel erger dan een zolder. Je hebt iets opgeborgen en het leidt geen bestaan boven je hoofd, nee, het is weggebracht en je hebt het nog. Wanneer je niet goed bent in oprui men, dien je je de kunst van het weggooien eigen te maken. Waarom is dat weggooien nou zo moeilijk? Een sessie weggooien is een nostalgi sche reis. Ieder cadeau, elk kleding stuk heeft zijn eigen verhaal. Wie gooit er nu zijn eigen verhalen weg! Libelle vindt nu dat de meeste verha len in je herinnering blijven zonder de bijbehorende voorwerpen. O, die spullen. Zodra je ze in de hand neemt, maak je weer een nieuwe ver binding, terwijl je juist ernstig moet overwegen of het ding deze keer wel of niet weg kan. Niet aanraken is de boodschap! Je zou eigenlijk vanachter je computer dingen uit het bestand moeten kun nen halen en als je de volgende keer op je zolder of je etage komt, is het artikel verdwenen. Je weet dan al niet meer wat je weggestuft hebt, maar je ervaart de ruimte en je hart wordt lichter. Derde g'eneratie Goed, laat ik die stoel eerst beschrij ven, want mijn geheugen weet straks niet meer te geven dat de poten aan de voorkant in het midden houten bollen dragen, met een siergeul in het midden. Twee keer de aarde met een evenaar. Mijn vader zit boven zijn twee aardes. Alles heeft hij al meegemaakt. Tempo doeloe, de Birma-spoorweg, de bersiap en Nederland. Mijn vader, op de bollige zitting, bevindt zich op de zolder van zijn bestaan. Hij rondt zijn leven af in Den Haag in die stoel met die rechte leuning. Volgens mij heb ik hem nooit leu nend aangetroffen. Hij is nooit ver der gekomen dan driekwart van de zitting. Het laatste kwart is onbe roerd gebleven. De rugleuning, de bekleding met koperen nagels aan het hout geklonken, is dus ook nog zo goed als nieuw. Geen houtworm heeft zijn kiezen eraan durven wagen. Die stoel kan nog generaties fill Stolk is een van de eerste en een van de bekendste schrijfsters van de tweede generatie. Zij debuteerde in 1983 met Scherven van Smaragd en schreef sindsdien nog enkele boeken, waaronder de bundel Kleurverschil (1988), de roman De zwijgen de vader (1992) en Indië was alles. Alles (1997). Voor Moesson zal zij de komende tijd een column verzorgen. mee. De derde generatie hebben we al in huis. Onze jongste heeft al toe gezegd een jongen en een meisje te willen creëren. Voor het gemak neem ik even aan dat dit zo zal gebeuren. De vierde generatie zal ook niet door deze stoel heen zak ken. Verder ga ik niet. Ik ga niet kof fiedik kijken. Tegen die tijd zal ik me hoop ik met iets anders bezig hou den dan mijn vaders stoel. Vaders oudste kleinkind Ik kan de bekleding van de zitting en de rugleuning natuurlijk laten ver vangen. Wit leer! Dat past helemaal niet bij deze stoel van allure. Alleen, ik kan dat gevaarte niet alleen in de auto krijgen. Er zijn natuurlijk ook firma's die komen halen en brengen. Brengen! Terugbrengen? Ik ben hier om op te ruimen. Ik ben hier om te beslissen. De etage moet leeg. Zet ik de opgeknapte stoel bij ons thuis? Nee, geen plaats. Op mijn yoga- werk-etage? Ga ik dan op die stoel zitten? Nee, ik wil hem eigenlijk niet meer aanraken. Het is zijn stoel. Hij schoof hem achteruit. De herinne ringen gaan via het oor. 'Doe eens voor,' zeg ik tegen de stoel. 'Ga eens achteruitschuiven op verschillende manieren. Dan zal ik zeggen of het een moment van bedachtzaamheid, inspiratie, drift of rust is.' Hij doet niets. 'Je hebt ook geen ziel meer,' zeg ik. 'Je staat daar alleen maar ruimte in te nemen.' Later aan tafel breng ik de stoel ter sprake. Mijn vaders oudste kleinkind neemt het woord: 'Weet je hoe lelijk die stoel is... Weet je hoe groot die stoel is... Weet je hoeveel ruimte die stoel inneemt...' 46 ste jaargang - nummer 1 - juli 2001 Vaders stoel 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 25