oami-kodok '^MU.J PQIRRXE'8 T^) TVe/ ;s een kookfenomeen. Ze heeft een ongelooflijke kennis van zaken op het gehied van koken, hakken en hraden. Bovendien is ze een huisvrouw van de oude stempel en moest ze thuis al heel vroeg meedraaien in de huishouding, vooral in de keu ken. oen we gingen trouwen, zat het er du s al stevig ingehakken. Maar de eerlijkheid gebiedt me hieraan toe te voegen, dat Nel ook aardig wat van mijn moeder-zaliger heeft opgesto ken. Eigenlijk noodgedwongen, want die had haar een keer gevraagd of ze me niet te veel Europese kost voorschotelde. Ze vond namelijk dat ik er niet erg flo rissant uitzag. Voordat iemand begint te schelden: ma heeft mij vroeger inder daad schandalig verwend, met eten en nog een paar andere dingen. Als een Hollandse vrouw zo'n opmer king over haar man's conditie te verteren krijgt van haar Indische schoonmoeder, resten haar slechts twee uitwegen: die schoonmoeder inpeperen dat ze zich met haar eigen zaken moet bemoeien en zo een levenslange vendetta riskeren, of met gezwinde spoed Indisch leren koken en daardoor verzekerd zijn van een leven in pais en vree met haar schoonmoeder. Gelukkig koos Nel voor de laatste optie. Gossong Als gevolg van die uit moederlijke bezorgdheid voortspruitende inmenging ging Nel aan de slag en brak er voor mij als proefkonijn een rampzalige periode aan. De ene keer smaakte het eten ner gens naar omdat Nel had vergeten de kruiden er in te doen, en de andere keer spoot de rook uit al mijn lichaamsope ningen omdat ze vergeten was dat ze de kruiden er al in had gedaan. Heel in het begin, toen we nog in Arnhem aan de Presikhaaf woonden, is het ook gebeurd dat de nasi-goreng zó gossong was dat de geblakerde wadjan niet meer schoon te krabben was en de keuken opnieuw gewit moest worden. Had Nel de beras niet eerst gekookt en zomaar bij de krui den in de pan gemikt. Dat kan gebeuren in je opleidingstijd. Bij Nel duurde die beginnersperiode overigens niet lang, want toen we goed en wel in Beekbergen woonden, was ze al in staat om je een maaltijd voor te zet ten, waar menig Chinees- of Indisch res taurant prat op zou gaan. Ik voer daar wel bij, maar helaas had die kookvaar- digheid ook tot gevolg dat sommige mensen op ons af kwamen als een zwerm aasgieren. Het was net of ze het al zwevend aan elkaar doorgaven: 'Als je een keer gratis wil schransen, moet je bij die lui neerstrijken.' Dat heeft ons geen villa gekost, maar een Alfa Romeo zijn we er zéker door misgelopen. Een ander en veel leuker gevolg van Nel's kookkunst was dat ze kookles ging geven in het clubhuis van de Voetbal Vereniging Beekbergen. De zogenaamde cursisten waren overwegend kennissen en kennissen van kennissen die weieens wat anders wilden dan friet met kroket of frikadel, stamppot of aardappelen met groenten, vlees en jus. Het was een heel gezellig clubje, waarbinnen vrouwen én mannen zich met erg veel plezier over gaven aan het leren bereiden van 'aange past Indisch eten'. En na afloop van elke les met nog veel meer plezier de leerstof nog eens uitgebreid doornamen aan de kantinebar. Overigens betrof de aanpas sing van dat Indisch eten alleen maar een gematigd gebruik van sambal en kruiden en een veto op trassi, djengkol, petéh, tjabé-rawit en nog een paar linke zaken voor ongetrainde lekkerbekken. Nasi-goreng belazer Als ik alles op een rijtje zet en Nel's onovertroffen nasi-goreng-belazer even buiten beschouwing laat, is het haar bami-godok waar ik de voorkeur aan geef. Daar (vr)eet ik me altijd ongans aan, om het een beetje onbeschoft te stellen. Hoe Nel die bami zo lekker krijgt, weet geen mens. Zelfs onze doch ter, die alle soorten noodles hoog in haar keukenvaandel heeft staan en bij het bami maken haar moeder's handelingen nauwkeurig na-aapt, komt niet tot het gewenste resultaat. Volgens mij is het de hand van de mees ter, een andere verklaring kan ik er niet voor bedenken. Vooral niet als we zelf net bami hebben gegeten en ik amechtig op de bank lig te herkauwen. Nel is trouwens een keer goed giftig geweest op een echtpaar dat bij ons op eetvisite was. Het zoveelste echtpaar, en ze had ook weer zóveel klaargemaakt dat de tafel uitgetrokken moest worden om alle schalen, pannen en schoteltjes kwijt te kunnen. Die gasten vonden alles heer lijk en aten zich helemaal klem. Alleen zonde dat mevrouw alles op haar bord schepte en alles begon te tjampoer- adoek, leek wel een betonmolen op volle toeren. En alsof dat nog niet genoeg was, kwakte haar echtgenoot eerst een flinke schep bami-godok op zijn bord en vermengde die met een door Nel zelf bedacht tomaten-champignonsausje voor bij de loempia. Als je een keuken prinses op haar ziel wilt trappen, moet je doen zoals die twee deden. Aten ze ook nog alleen maar met een vork, zoals ze vroeger op het land met een riek balen hooi op een kar gooiden. Laat maar, je hebt ook mensen die graag met de vijf geboden eten. Daar is ook niks mis mee, als iedereen maar met z'n fikken boven z'n eigen bord blijft. Bovendien waren die twee dankbare eters. Vooral hij, want toen hij de boel naar binnen had geschoffeld en het zweet van zijn voor hoofd had geveegd, gaf hij Nel de eer die haar toekwam. 'Zalig', kreunde hij. 'Vooral die bami- kodok, dat is een waar culinair hoog standje. Maar dat komt natuurlijk door de kikkerbilletjes die je er in hebt ver werkt. Erg geraffineerd, die maken de bami extra smeuïg.' Ik ben wel een leek en kan alleen maar eten, maar ik wou toch tussenbeide komen en hem vertellen dat er bij de bereiding van bami-godok geen kikkers en al helemaal geen billen van die dieren aan te pas komen. Maar zijn vrouw was mij voor. moessQn 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 8