rvatorium leren
kreeg pianoles en zangles. Jammer
genoeg hield dat op toen de oorlog
begon. Toen had iedereen weinig geld.
Tijdens de oorlog woonden wij in
Malang en na de capitulatie zijn wij naar
Batavia geëvacueerd. Na twee jaar eiste
mijn grootmoeder mij op, want zij was
ben ik me daarin gaan specialiseren.
Door veel te luisteren, leerde ik alle lie
deren. Ik wilde de krontjong goed spe
len, want ik hou van die muziek. Ik
speelde op feestjes als enige niet-Javaan
mee in het krontjongorkest van de
kampong, tot veler verbazing. Ofschoon
mijn voogdes en dus ging ik terug naar
Soerabaja. Daar zong ik als vanouds op
schoolfeestjes en zo is dat verder
gegaan.'
Ruud groeide ook op in een muzikaal
milieu: 'Ik heb als jongen van zes accor
deon leren spelen. Mijn vader was vio
list. Ik voelde mij aangetrokken tot dat
instrument en toen heeft hij mij ook
viool leren spelen. Hij speelde, ik luister
de en na een paar dagen speelde ik hem
het stuk na. Ik speelde op gehoor. Dat is
jou gegeven, zei hij. Hij spoorde mij aan
klassieke muziek te spelen en noten te
leren lezen, maar daar had ik geen zin
in. In Nederland heb ik dat zo zoetjes
aan geleerd. Ik ken het nu wel een beet
je, de noten en al die symbolen. Dat is
voor mij voldoende, ik ben bang dat het
gevoel weggaat als ik te veel van blad
speel. Na de viool leerde ik ukelele spe
len, daarna gitaar. Ik ontdekte dat ik
gevoel had voor krontjongmuziek. Toen
er destijds werd neergekeken op
krontjongmuziek als zijnde muziek
"voor de Inlander", hadden mijn ouders
er niets op tegen dat ik omging met de
kinderen uit de kampong en later in hun
krontjongorkest meespeelde. Tot nu toe
kennen veel mensen in Indonesië mij
nog uit die jaren.'
Als kind heeft Ruud jaren wayang kulit
gespeeld, begeleid op de gamelan door de
Javanen die bij zijn oma kwamen spelen.
Ruud begrijpt dus het wayangspel en de
verhalen heel goed. Zijn Javaanse oma had
de instrumenten thuis en zij voelde dat
Ruud het echt wilde leren. Hij bespeelde de
grote gong, de bonang zen soort keteltjes)
en de gender, die op de vibrafoon lijkt.
Daar moetje silo, met gekruiste benen,
voor zitten.
Ruud en Bea hebben elkaar via hun
werk ontmoet. Bea vertelt: 'Ik
zong eerst als zangeres bij de Novelties
onder leiding van Dodo Flohr. Een van
de gitaristen, Evert Hakau, zei dat hij
een goede gitarist kende en dat was
Ruud.'
Ruud vult aan: 'Ik had een eigen band in
die tijd. We maakten dansmuziek,
country, rock roll en niet te vergeten
Hawaiian muziek. Dat was in de tijd dat
Arthur Smith en Les Paul en Mary Ford
zo bekend waren en later Bill Haley. De
stukken van Arthur Smith leerde ik alle
maal op gehoor. Toen Bea en ik samen
op begonnen te treden, noemde men
ons de Les Paul en Mary Ford van
Indonesië. Wij zongen al hun liedjes en
nog steeds is ons laatste nummer "Vaya
Con Dios". Maar daarvoor zong Bea
veel Doris Day en dat bezorgde haar de
bijnaam Doris Day van Surabaya. Dat
stond ook zo in de kranten.'
Bea kijkt even voor zich uit: 'Ja, wat een
tijd was dat toen. We speelden dansmu
ziek op bruiloften, in de Simpangsoos,
in de marinierskantine. We hebben ook
een keer gespeeld voor president
Soekarno. Wij heetten toen Ria Musica,
naar Ruuds initialen, want je mocht in
die tijd geen westerse naam voeren. Ik
denk dat wij duizend rupiah per avond
vroegen. Toen Ruud een jaar lang geen
werk had, leefden wij alleen van de
muziek. Ruud gaf ook les. Toen hij bij
Internatio (later Aneka Bhakti) ging wer
ken, verdiende hij vijftienduizend rupiah
per maand, maar we kregen wel elke
maand honderd kilo beras. Daarmee
ruilde ik op de pasar. Een kilo beras
kostte toen 1250 rupiah en daar kreeg ik
dan groenten en vlees voor. Begin jaren
zestig gingen we zelfs op tournee door
Oost-Java met een sandiwara groep, een
Indonesisch toneelgezelschap. Die baan
bij Internatio bleek trouwens een wassen
neus. Al die bedrijven hadden destijds
een eigen krontjongorkest en een com
mercieel orkest en Ruud moest de band
leden lesgeven.'
Ruud speelde incidenteel voor de RRI, de
Indonesische omroep, waar hij
Hawaiianmuziek speelde. Bea deed ook
wel eens mee en zong dan bekende
Indonesische liederen, zoals 'Rayuan
Pulau KelapaZij speelden veel met
Ambonezen: Suara Maluku onder leiding
van Jopie Pelupessy en Suara Nusa Ina
onder leiding van Didi Patirani, een
begaafde muzikant die allerlei instrumen
ten bespeelde. Voor Hawaiimuziek vroeg
hij altijd Ruud erbij.
'In 1965 zijn wij naar Nederland ver-
46 ste jaargang - nummer 2 - augustus 2001
11