Bel) Vuyk (1905
1991)
Schrijfsters uit het Damescompartiment
door Vïlan van de Loo
Voor het omslag van de Kampdagboeken schilderde Elizabeth
Rietveld een mooi portret van Beb.
Nog steeds wordt in literaire kringen aan korreltafels
over Hek gesproken. Haar temperament, kaar genegen
heden en kaar uitmuntende kennis van de Indische keu
ken. En ook over kaar bijzondere werk, even wreed a/s
teder, even gevuld met angst voor de wereld als met lief
de voor de natuur. Hek Vuyk was een vrouw van tegen
stellingen.
TTT"eet je wat mij zo tegenstaat? Dat ik een
vechter wordt genoemd, een strijder
V die opkomt voor de rechten van de
mens. Dat is niet zo. Ik heb er nooit een geheim van
gemaakt dat mijn werk voor een groot deel autobio
grafisch is. Ik ben een verteller en omdat ik zelf niks
verzinnen kan, beschrijf ik alles wat er om mij heen
gebeurt. Dat ik altijd over Indo's schrijf, is omdat ik
altijd over mijn man en mezelf schrijf. We zijn nu
eenmaal Indo's. Zo eenvoudig zit dat. Maar die
gekke Indo's met hun complexen kunnen mij geen
pest schelen.'
Zelden heeft iemand strijdvaardiger uitgelegd geen
vechter te zijn dan Beb Vuyk dat deed, in haar laat
ste interview aan het NRC Handelsblad (30 augustus
1991). Geen vechter? Onwaarschijnlijk. Beb, met
haar gevreesde temperament dat zich in het grote en
kleine liet gelden, zowel in de snijdende toon waar
mee ze in haar kookboek Eet een beetje heet (1965)
de culinaire vaardigheden van Hollanders hekelde
als in de felheid waarmee ze zich 'Indonesisch socia
list' noemde.
Het begin van een lange reeks kookboeken...
moessQn
34