m
Wie wil weten hoe een blij mens er uit ziet, moet maar
eens Lijken naar de jongeman die tegenover mij zit. hen
ovaal gezicht onder een dichte hos zwart haar. hen brede
grijns die de obligate witte tanden toont. Stralende ogen
waar niets uit zijn omgeving aan ontgaat. Dat moet ook
wel, want Ilo/is Sudin is beeldend kunstenaar en boven
dien geheel doof. hen dubbele reden om zijn ogen goed te
gebruiken!
Voortdurend schiet zijn blik rond,
om steeds weer terug te keren
naar mijn mond. Langzaam en
zorgvuldig articulerend formuleer ik
mijn vragen. Hem gaat het liplezen beter
af dan mij de gebarentaal waarin doven
communiceren. Yanti (Jantine) zijn
pleegmoeder tolkt met snelle handgeba
ren en vertaalt zijn antwoorden voor mij.
Oorvijg
Holis' levensgeschiedenis begint zwaar
in mineur. Hij is het tiende kind van de
elf uit een landarbeidersgezin in Ciparay,
nabij Bandung. Doofheid komt in de
familie meer voor. Een tante en een
oudere zuster hebben die handicap ook.
Kinderen met een gebrek hoeven in dit
milieu niet op teveel aandacht te reke
nen. Waar men snel een nuttig lid van
het gezin moet worden, is weinig geduld
voor brekebenen. Een onbegrepen situ
atie levert hem vaak een oorvijg op. Met
een beeldend pantomime vertelt hij mij
van het schuwe kind, bang voor een
wereld waarin alleen vorm en beweging
in doodse stilte bestaan. Onduidelijk en
vijandig.
Hij volgt onderwijs aan een speciale
school tot en met de SMP (mavo). Dan
is er geen geld meer. Een beetje lezen,
schrijven en rekenen is hem bijgebracht.
Veel van zijn lotgenoten kwijnen thuis
weg, waar ze alleen maar een last zijn.
Of ze proberen zich al stuntelend en ste
lend een plaatsje te veroveren in een
door Rob Binkhuijsen
maatschappij die geen behoefte heeft
aan onvolwaardigen. Instellingen om ze,
binnen hun mogelijkheden een beroep te
leren, waarmee ze zelfstandig in hun
levensonderhoud kunnen voorzien, zijn
er voor de grote massa nauwelijks.
Goedwillende, lokale, sociale werkers,
leraren en vrijwilligers zijn er wel, maar
hun ontbreken de kennis en vooral de
middelen om blijvende instituten te run
nen. Op overheidssteun in een land dat
al jaren in een diepe politiek-economi-
sche crisis zit, behoeft niemand te reke
nen.
Knutselwerk
Buitenlandse hulp is onontbeerlijk voor
de start, en verstandig beleid en een
duurzame organisatie. Zowel materieel
als intellectueel is er nog veel onontgon
nen terrein. Zo komt de vijftienjarige
Holis thuis te zitten; af en toe helpt hij
wat op de sawah. Hij wordt voor niet
moessQn
Holis Su
10