door Mark Loderichs Een rumoerig buurtcafé in Driebergen. Aan de leestafel zit Riem de Wolff al op me te wach ten. Het hele gesprek door komen bezoe kers groeten of een praatje maken, want iedereen kent de Blue Diamonds en iedereen kent Riem de Wolff. Het gezin De Wolff kwam in 1949 naar Driebergen en daar woont Riem nog steeds. Driebergen als rustpunt in een rusteloos artiestenleven. Zijn Indische achtergrond is een moeilijk hoofdstuk voor Riem. Zoals veel van zijn leeftijdgenoten heeft hij het 'Indische' in hemzelf pas laat ontdekt. Toen Ruud een rol kreeg in de film My Blue Heaven (1990), vroegen ze voor het eerst hun ouders te vertellen over hun achtergrond. Riem: 'We wisten eigenlijk verdomde aan boord voor de geest halen: met zo'n balk over het zwembad kussengevechten houden en zo. In Rotterdam werden we afgehaald - en hun namen staan in mijn geheugen gegrift - door Oom Elie en Tante Ietje. Toen twee weken in Hilversum op de Kamerlingh Onnesweg en daarna naar Driebergen.' Routine Ruud was twee jaar ouder dan Riem. Hoe was hun verhouding als broers? Riem: 'Toen we jonger waren deden we niet alles samen. Ruud en ik waren geen klasgenoten en hadden onze eigen vriendjes. Ruud was altijd met sport bezig en ik met muziek. Hij won de ene medaille na de andere en is, geloof ik, nog steeds recordhouder verspringen bij de atletiekvereniging in Zeist. Ruud werd zelfs klaargestoomd voor deelname aan Dat is ergens wel spijtig, maar aan de andere kant vonden we het allebei eigen lijk wel best. Ruud net zo goed als ik. Hij zei altijd: "Met een hardwerkende broer en wat Oosterse wijsheid kom je een eind." Die hardwerkende broer, dat was ik dus. Ik deed misschien wel wat meer dan hij, maar zo was onze rolverdeling. Op zijn beurt voelde Ruud heel slim aan wie op welk moment de aangever en de afma ker moest zijn. Dat vond ik erg knap. Hij respecteerde het ook als ik tijdens een optreden een bepaalde situatie naar me toetrok. Zo vulde hij mij aan en vulde ik hem aan. Dat was een gouden regel.' De dood van Ruud, december vorig jaar, ontnam Riem alle zin om ook maar iets te gaan doen. Hij overwoog volledig te stoppen met muziek. Maar na enkele weinig af van onze herkomst. Dat vind ik jammer en daar schaam ik me ook beetje voor. Mijn beide kinderen vragen me naar ons Indische verleden en ik merk dat ik daar heel moeilijk antwoord op kan geven.' Vader Eduard de Wolff (Tasikmalaja, 1910) werkte in de jaren dertig bij de KPM. Eerst als scheepswerktuigkundige en later aan de wal in Batavia. Daar ont moette hij Riems moeder, Geraldina Loen (Batavia, 1920)Ze trouwden en woonden in Depok en later in de Laan Trivelli. In mei 1949 kwam het gezin De Wolff met de Willem Ruys aan in Holland; vader, moeder en de kinderen Ruud (8), Riem (6), Nanny (5) en Hendrik (1). Riem: 'Mijn vader kwam voor verlof naar Nederland en kon hier voor een jaar het huis van een collega huren. Vandaar dat we naar Driebergen gekomen zijn. Ik was zes jaar toen ik de reis maakte en er is me niet veel van bijgebleven. Het enige dat ik me herinner is dat we bij Gibraltar aan de reling stonden om een glimp van Sinterklaas en zijn schimmel op te van gen. En verder kan ik me de spelletjes de Olympische Spelen in Mexico. We ontdekten echter dat als wij in het zwembad op onze gitaren zaten te tokke len, alle meisjes om ons heen gingen zit ten. Tja, toen was de keuze voor muziek snel gemaakt. Tot ergernis van het Olympisch Comité natuurlijk en onze ouders vonden het aanvankelijk ook niks. Vaders zien natuurlijk het liefst dat hun kinderen een vak leren. Maar daar was geen sprake meer van toen ik van het Revius Lyceum in Doorn werd gestuurd en me volledig op de muziek stortte. Ruud heeft het nog een jaartje langer volgehouden op school. De muziek heeft ons dus bij elkaar gebracht, maar pas toen we een jaar of zeventien, achttien waren. 'Er was geen verhouding zoals die tussen een oudere en een jongere broer. Op het toneel waren we een eenheid. We hadden geen afspraken over wie wat zou doen. We vulden elkaar aan, dat groeide gewoon zo in de praktijk. Maar we zijn op een bepaalde manier ook stil blijven staan. Ik ontdek nu pas dat Ruud en ik in die afgelopen veertig jaar heel lang geteerd hebben op een bepaalde routine. maanden drong het besef door dat nietsdoen hem niet verder zou helpen bij de verwerking van de dood van zijn broer. Daarom besloot hij een cd op te nemen als eerbetoon aan Ruud en afscheid van veertig jaar Blue Diamonds. Daarna slaat Riem als solo artiest een nieuwe richting in. Riem: 'Met deze cd sluiten we een tijd perk af. Out of the Blue bevat een aantal stukken die Ruud en ik uitgebracht heb ben en deel van ons repertoire zijn. Kortom, de bekende stukken, zij het niet op dezelfde manier gearrangeerd want we wilden het niet klakkeloos over nemen. De muziek is dus zowel nieuw als herkenbaar. En er staan drie nieuwe stukken op; twee heb ik zelf geschreven en een is van de hand van mijn zoon Steffen. Deze nummers zijn speciaal voor dit project geschreven. Ruud en ik hebben al heel lang gesproken over een muzikaal afscheid van de Blue Diamonds. Ons idee was om een aantal collega's bij het project te betrekken. Mensen met wie we in de loop van de jaren samengewerkt hebben. Dat is de cd Out of the Blue geworden.' 46 ste jaargang - nummer 3 - september 2001 '/ïwkt \'/didy 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 29