door Dick Visker Zodra ik hei nieuwe hoek van het Legermuseum over de klewangs ter hand neemis het alsof er een lade vol herinneringen voor mij wordt open getrokken. De klewang hoe zijn wij daaraan gekomen? Atjeh natuurlijk, in de oude tijd, toen het KNIL het daar zwaar te verduren had. Er werden wel steeds versterkingen heen gezonden, maar van een merkbare vooruitgang was in het begin nog geen sprake. Generaal Van Heutsz ontwierp het plan voor opzet van een zestiental vaste bivakken, nederzettingen met een sterke omhei ning en voorzien van goede uitkijkpos ten. Daaruit werden kleinere troepenafdelingen (brigades) gezonden om de kwaadwillige Atjehers (djahats) op te sporen. Marechaussee-sabel Onze soldaten waren in het begin, rond 1900, nog uitgerust met verouderde Beaumont geweren, enkelschots, die later werden vervangen door modernere M-95 typen, met een magazijn voor houders met vijf patronen, goed voor meer vuurkracht. Doch die geweren waren uitgerust met de lange bajonet. In de alang-alang en de vaak smalle voetpa den door de rimboe, heb je gewoon geen ruimte voor een dergelijk wapen. De tactiek van de Atjehers was om zich te verbergen als er een militaire patrouil le in zicht kwam en dan onverwachts te voorschijn te springen met het blanke wapen in de vuist. Dat was de rentjong (het Atjehse steekwapen) waarmee snel houwen en steken werden uitgedeeld, om daarna even snel aan de overzijde in de rimboe te verdwijnen. De vele gewonde soldaten moesten vaak op zelf gemaakte draagbaren naar het bivak worden terug gedragen. De legerleiding kon hier te weinig tegen over stellen. Men verlangde een nieuw wapen en dacht daarbij in de eerste plaats aan het voorbeeld, de rentjong! Eisen werden gesteld aan een langere kling, scherp en gepunt, een handige handgreep met een beschermkorf er over en een goede polsriem ter voorko ming van ontfutselen van het wapen. Zo werden ze in Nederland besteld. De eer ste exemplaren werden na ontvangst verstrekt aan de vijf divisies van de marechaussée op Atjeh. Vandaar is ook de naam marechaussée-sabel ontstaan. Exercitie De soldaten kregen een slijpsteen, waar mee ze thuis de klewangs slepen. Met een zekere trots vertelden zij dat hun wapen veel scherper was dan dat van hun slapie. Tijdens een lange mars lie pen twee vrienden Samola en Anakotta naast elkaar. Toen ze een verlaten ladang passeerden, kregen ze het idee om hun klewangs eens te vergelijken. 'Kun jij die pisangstam in één slag doorkappen?' 'Gampang loh,' was het antwoord en met een flinke houw doorkliefde hij de pisang, zodat het bovendeel omlaag kwam. Maar de ander wilde het nog mooier doen. Hij liet het wapen de laat ste centimeters wat omhoog komen, zodat de doorkliefde stam bleef staan! Bij de exercitie met het wapen, moest alles op commando gebeuren. Drie tel len voor het trekken van de klewang: (1) uit de schede omhoog, (2) boven het hoofd horizontaal, (3) tegen de rechter flank met de punt omhoog. Op de zelfde wijze werden de zes 'weringen' verricht. Dat waren de zes standen waarmee vij andelijke steken of houwen werden afge weerd: linkerflank, rechterflank, voorzijde links, voorzijde rechts en als laatste boven links zowel als rechts. Van Dal en Onze patrouilles op vijandelijk terrein werden steeds machtiger en het aantal gewonden liep terug. We hoefden ons niet meer schuil te houden in de bivak ken en kwamen meer in contact met de bevolking. Soms werden kampongs doorzocht om na te gaan of er zich wel licht djahats schuilhielden. Generaal Van Dalen nam het initiatief om het pacificatiegebied nog verder over Sumatra uit te breiden. Omdat ook de inheemse troepen met het nieuwe wapen werden uitgerust, is de benaming kle wang (van het Indonesisch: keiewang, kort zwaard) ook bij de Hollanders, tot heden toe, ingeburgerd. De Atjehers trokken zich terug in ben- tengs, maar waren ook daar niet langer veilig. Door onze vuurkracht moesten zij zich dekken en konden onze troepen hun versterkingen binnendringen. De eerste Hollandse soldaat, die een vijan delijke versterking binnendrong, kreeg daarvoor gewoonlijk de Militaire Willemsorde (het MW04). Dit alles dank zij de invoering van de klewang, die samen met de karabijn en de bam- boehoed, tot het embleem van het KNIL is geworden. Klewang Catalogus van het Legermuseum door J.P. Puype en R.J. de Stürler Boekweit Eburon: 344 pag. (gebonden) ISBN 90 5166 836 8 prijs 79,50 34,00 46 ste jaargang - nummer 3 - september 2001 Klewang, een wapen 39

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 41