Je stand daar bij de wateraal tiet meest één metjezelf waar stralen licfit en water samenkomen eeuwigdurende diepte tiet land oorbanden aan de meten eiland ander de gouden pajong waar een karbouw aan de horizon oerdwijnt aan an ze naar zaten de wassende regenboog eeuwig in bet bait gescbreaen neerdalende kleuren losse waarden en kakend bloed zon, sta stil boor, boe water in water aalt traag bangen daar de nachten aan sctiap en wolken in bet azuur de machtige tamarinde en de orchidee zullen niet steroen ik nerwner my een stem als ee

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 45