door Frances Larder Finds enige tijd is het mijn droom om een project te maken over mijn cultuur en achtergrond. Mijn ideeën kregen vaste vorm na verschillende bezoeken aan Neder/and. liet resultaat was een stortvloed aan herinneringen en gevoelensdie lange tijd in de vergetelheid waren geraakt. Ik ben geboren in Bandoeng, net voor de oorlog. Herinneringen aan mijn vroegste jeugdjaren heb ik niet, waar schijnlijk heb ik ze verdrongen. In deze jaren overleden mijn grootmoeder en mijn vader door de Japanse bezetting. Mijn vader was krijgsgevangene, over leefde zowel de Changi-gevangenis als de beruchte Birma-spoorlijn, maar over leed net na de bevrijding in Thailand. Na de oorlog verhuisden wij naar Nederland. Enkele jaren daarna keerde mijn familie (met een nieuwe stiefvader) terug naar Java om in de jaren vijftig te vertrekken naar Australië. Hier volgde ik voortgezet- en hoger onderwijs. Ik kreeg (onderwijs)ervaring in Beeldende Kunst en ontwikkelde me verder in verschil lende druktechnieken, gecombineerd met collage, aquarellen en pastelkleuren. Dankzij mijn moeder raakte ik als kind al gefascineerd door de wereld van tex tiel, draden en kleuren. Nu maak ik bij het patroonknippen en naaien gebruik van de kennis die ik als kind spelender wijs heb opgedaan. Mijn eerste quilts, gewatteerde kleden, ontwierp ik voor de Olympische Spelen voor Gehandicapten in 2000. Een lokale groep van quiltnaaisters maakten het kunststuk. De quilts werden door vele mensen bekeken en wonnen de Quilt 2000 Award Certificate. Deze quilts zijn te zien in de publicatie Quilts 2000. Dit project bracht me op het idee om samen met Nederlandse en Indische vrouwen onze jeugdherinneringen te verwerken in twee wandkleden. Twaalf vrouwen waren bereid om twee jaar lang consequent aan dit project te werken. Soms met enige aarzeling, want elke deelnemer werd aangemoedigd om over haar jeugd te praten. Alle herinne ringen kwamen samen in een stroom van creativiteit. Het creëerde een saam horigheidsgevoel tussen de vrouwen die moessQn Indische 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 12