doden op Bali en Java 4. Schenkkan (kendi). China, Wanli periode (1573-1619). Porselein, blauw onderglazuur, zilver. Hoogte 24 cm. 5. Amulet-keris, gesmeed met een gestileerd antropomorfische greep. Java, 16de eeuw of vroeger. Ijzer, nikkel-inleg (pamor), hoogte 12 cm. 3. Rawana gezeten op Wilmana en geplaatst op de ingsbalken in een paviljoen ter protectie. De eigenaar van de collectie heeft in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw op Bali geleefd en een uitgelezen collectie opge bouwd. Het overgrote deel van zijn ver zameling is in het voorjaar van 1997 verkocht via het veilinghuis Christie's. De belangrijkste voorwerpen waren ech ter niet aangeboden met de bedoeling ze hopelijk een keer tentoon te stellen. Dat is nu mede dankzij de BGL mogelijk geworden. Zelf ben ik verantwoordelijk voor de inhoudelijke kant van zowel de expositie als de catalogus. Oud conservatrice van het Wereldmuseum van Rotterdam, drs. Alit Djajasoebrata, heeft aan de catalogus bijgedragen met een persoonlijke herinnering, die de subtitel van de expositie toelicht. De tentoonstelling en bijbehorende catalo gus proberen de relatie tussen de mens en de complexe geestelijke wereld op Bali en Java te verklaren aan de hand van voorwerpen. Zoals Alit Djajasoebrata schrijft kan de Javaanse cultuur, en voor een groot deel ook de Balische, gezien worden als een ui: laag over laag over laag. Elke laag geeft in deze vergelijking een periode weer waarin een bepaalde geloofsovertuiging de overhand heeft. Zo kwam over de oorspronkelijke kern van animisme en voorouderverering de laag van hindoeïs me, boeddhisme, vervolgens de islam, het westerse rationele denken en het christendom. Tegelijk met deze opeen volging van lagen nam de complexiteit en omvang van de samenleving toe. Maar door de lagen heen, niettegen staande de groei, bleef het karakter, de essentie van het binnenste van de ui in stand. 46 ste jaargang - nummer 4 - oktober 2001 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 29