een wapen, hoe hoger zijn rang. De keris wordt in de Balische en Javaanse samenleving echter niet zo zeer als een wapen beschouwd, doch eerder als een magisch object. Dit laatste aspect wordt nog versterkt indien een bepaalde keris van generatie op generatie is overgedra gen, zoals Alit Djajasoebrata in haar bij drage bloemrijk verhaald. De expositie toont een zeer vroeg wapen dat vermoedelijk uit de Majapahit perio de stamt. Gezien het formaat zal het zeker niet als steekwapen zijn bedoeld, maar vermoedelijk alleen als amulet heb ben gediend (illustratie 5). De ziel van iedere keris is het ijzeren lemmet dat meestal met een specifiek nikkel patroon (pamor) is gesmeed. De smid speelt bij de vervaardiging van een keris een grote rol. Hij is degene die de vorm, pamor en stijl bepaalt, die overeen moet komen met het karakter van de toekomstige drager. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de smid priesterlijke kwaliteiten wordt toebedacht. Nadat hij het lemmet klaar heeft, wordt het behandeld met arsenicum en citroensap dat de nikkelen aderen laat glimmen. De combinatie van de diverse lemmetvormen en pamorpa- tronen resulteerden in een bijna oneindi ge variëteit aan lemmets. Hierna worden de steekwapens opgeluisterd met soms zeer fraai bewerkte scheden en grepen. De op de inhoudspagina van Moesson afgebeelde ivoren greep laat treffend zien tot welke enorme prestaties de Balische handwerkslieden in staat waren. Wayangf Gedurende vele familie- en tempelcere moniën was (en is nog steeds) de opvoe ring van wayang populair. Dergelijke opvoeringen benadrukken de nauwe contacten en afhankelijkheid van de voorouderwereld met die van de mens. De poppenspeler (dalang) bemiddeld tussen de beide werelden en bezit uit 7. Paar voorouderbeelden die aan een haak in een huis hangen. Atauro. Hout, katoen. Hoogte 23 en 21 cm (van links naar rechts). dien hoofde priesterlijke kwaliteiten. De oudste wayangvorm is van leer vervaar digd (kulit) en haar stijl gaat naar alle waarschijnlijkheid terug tot ten minste de dertiende eeuw. Pas veel later ont stonden de platte, houten poppen (keli- tik) en driemensionale houten figuren met textiele kleren (golek)De wayang kulit is populair op zowel Bali als Java, terwijl de beide andere uitvoeringen vooral op Java toegepast worden. Mythologische verhalen kunnen even eens uitgebeeld worden door acteurs met een masker op (topeng)Bali is bij velen vooral bekend van de specifieke Barongdans. Hierbij dragen de deelne mers grote maskers met beweegbare onderkaken (illustratie 6) en kostuums van palmbladeren. Deze dansen zijn gebaseerd op een ritueelmagisch con cept. Centraal staat de confrontatie tus sen de positieve (barong) en de negatieve kracht (rangda). Toch mag de eerste geen permanente overhand krij gen, omdat het evenwicht tussen beide krachten gehandhaafd dient te blijven. De tentoonstelling sluit met een ldeine, maar bijzondere verzameling voorwer pen van de overige eilanden in de Indonesische archipel. Ook hier staat de relatie tussen de goddelijke en menselijke wereld centraal. Want uiteraard kent men niet alleen op Bali en Java familie- en tempelceremoniën. Ook de bevolking op de grote eilanden Sumatra, Kalimantan en Sulawesi, en die van bij voorbeeld de Kleine Sunda Eilanden (onder andere Flores, Atauro, Timor, Sumba en Sumbawa) hebben ieder hun eigen festiviteiten. Velen volgen nog meest oude, inheemse en gedeeltelijk animistische tradities. Hier zijn een paar uiterst zeldzame houten voorouderfigu ren afgebeeld uit Atauro (illustratie 7), een Hein eilandje ten noorden van Flores. Vooral de kuststreken van de grotere eilanden zijn beïnvloed door ver schillende uitheemse culturele en religi euze golven. Zo lieten hindoeïsme, boeddhisme, islam, christendom en wes terse rationele stromingen hun invloed achter, zoals zij dat ook deden op Bali (met uitzondering van de islam) en Java. Hoewel deze verschillende stromingen laag over laag over laag brachten, gelijk een ui, bleef het oorspronkelijke karakter in stand. 46 ste jaargang - nummer 4 - oktober 2001 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 31