Herinneringen aan Boeton dat er op Boeton geen school was. Alles wat zij had, liet Pa namaken bij de Chinese timmerman, die daar heel kundig in was. Zo kreeg Jan thuis zijn eigen blok ken om mee te spelen. Jan was toen drie jaar. Er was een lange galerij met aan het einde het toilet. Jan vond dat te ver en plaste liever in de grote schelpen, die aan het begin van de galerij stonden. Op den duur ging dat stinken en werd hij daar voor flink onder handen genomen. Pa tenniste vaak met de zoon van de Sultan, die in Nederland gestudeerd had en goed Nederlands sprak. Op een dag werd er een uitnodiging bezorgd om op de thee te komen bij de Sultan in de tuin van het paleis. Zij gingen in groot tenue op audiëntie. De Sultan had vele bijvrouwen. Iedere morgen werden zij 'gelucht'. Ze liepen allemaal gesluierd. De bediende die Pa en Ma meena men uit Makassar is niet bij hen gebleven. Het volgende heeft zich voor gedaan. De kamar mandi bevond zich altijd in de bijgebou wen. Je moest eerst over de galerij tot aan het einde lopen. Boven in de houten muur was een raam, dat afgezet was met gaas om te voor komen dat het ongedierte in de badkamer kwam. Op een dag merkte Ma, terwijl zij aan het baden was, dat zij begluurd werd. De bediende was tegen de houten wand geklommen en keek door het raam de badkamer binnen. Nu is Ma niet zo preuts, maar leuk vond zij dit niet. Zij trok haar badjas aan, liep naar het voorhuis en deel de Pa mee, dat de bediende weg moest. Pa sprak goed Maleis en gaf hem te verstaan dat hij met de eerste boot mee naar Makassar kon vertrekken. Regelmatig kwamen er marine schepen aan bij Boeton. Ze gooi den hun anker uit in de baai en de bemanning werd met sloepen aan wal gebracht. Je moest als plaatsvervangend commandant de bemanning ontvangen en uitnodigen voor het eten. Nu waren er ongeveer tien gezinnen van het KNIL- detachement. De matrozen, onderofficie ren en officieren werden dan bij die gezinnen uitgenodigd. Bij Pa en Ma kre gen zij altijd Hollandse pot, daar waren zij gek op. Ma kookte samen met onze kok kie, Panni. Panni kon heerlijke risolles bereiden, die Ma tot op hoge leeftijd nog heeft gemaakt. Dat waren dunne flensjes gevuld met gehakt. Eenmaal kwamen ook vliegboten van de marine. Zij streken neer in de baai van Boeton. Ook deze beman ning werd te eten gevraagd. Na afloop gingen Ma en Jan in de sloepen mee terug naar de watervliegtuigen en Jan mocht plaats nemen in de cockpit. Wanneer zij weggingen, vlogen zij altijd laag over het huis om hen gedag te zeggen. Jans vierde verjaardag werd gevierd met een huis vol marinemensen. 's Middags hield Ma altijd een siësta. Op een dag lag zij op bed toen zij wakker werd omdat het bed geweldig heen en weer schudde. Het was een ijzeren ledi kant met aan de vier uiteinden lange stan gen met grote koperen bollen er op. Daarover was de klamboe bevestigd tegen het ongedierte. Zij zag de stangen bewegingen maken en dacht, word ik nou gek? Ze vluchtte naar buiten en zag dat de aarde bewoog. Panni, de bediende was ook buiten en Ma vroeg 'Apa itoe?' en Panni vertelde haar dat het een aardbe ving was. Pa was in de kazerne en had er niets van gemerkt. Als de militairen werden overgeplaatst, lieten zij vaak hun huisdieren achter. Dit gebeurde ook met de papagaai Jacob. Hij was zeer kien en kon al Maleis praten toen hij bij de familie in huis kwam. Jacob was gekortwiekt, hoefde niet aan de ket ting en bleef ook in de tuin, waar hij alles kon volgen. Mooie jaren Jan kan zich van de tijd op Boeton weinig herinneren, hij was daar te klein voor. Wel herinnert hij zich de bak met een jonge krokodil. De luitenant die naast hen woonde, had er een aangeschaft. Wanneer de kokkie vleesafval had, werd dat in de bak gegooid. Jan vond het doodeng. Tijdens hun verblijf op Boeton zijn zij een keer naar het eiland Moena geweest. Het was namelijk zo, dat er tussen de militairen van beide eilanden een voetbal wedstrijd gespeeld moest worden. Zij vertrokken met een kleine stoomboot. De passagiers waren de militairen en hun gezinnen. Zij moesten voor dit toernooi een nacht overblijven en logeerden in een pasanggrahan. Pa verbleef waarschijnlijk met het elftal in de kazerne. Ma sliep samen met mevrouw Schapelhouman en Jan in een groot vierkant bed met klamboe en voorzien van koperen knoppen op de vier spillen van het ledikant. Tijdens zijn slaap is Jan uit bed gevallen, kroop onder het bed door om vervolgens aan de andere kant naar boven te komen. Hij ging tussen de beide dames in liggen om een tweede val te voorkomen. De volgende morgen was dit het gesprek van de dag. Jan moet ongeveer vier jaar geweest zijn. In de pasanggrahan was geen elektriciteit, maar als verlichting dienden kleine lampoe templèk. Toen Pa na drieënhalf jaar werd overgeplaatst, werden hun spul len weer verkocht door het ven dukantoor. Nu wilde het toeval, dat Ma ook net weer een stopfles met zure haring had gemaakt. Het eerste wat onder de hamer kwam, was deze stopfles en die bracht heel wat op, want iedereen wilde hem hebben. De dag brak aan om te vertrekken. Ma vond het heel jammer. De tijd op Boeton was één van de mooiste uit haar leven. Weer vertrokken zij met een boot van de KPM. Zij gingen via Makassar naar Soerabaja. Hier moesten zij overnachten om de volgende dag per trein door te rei zen naar de volgende standplaats. Magelang. Dit keer ging ook de papegaai Jacob mee. 46 ste jaargang - nummer 4 - oktober 2001 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 35