van de Ind IS Clri Dronkenschap en brasserijen, Gulzigheden en overdaad, Gaan hier hand aan hand ter zijde Bacchus leiden bij de straat. Eertijds placht het schand' te wezen Dat men dronken was bij nacht, Nu is 't kwaad zo hoog gerezen Dat men er ere van verwacht. Velen stoffen ende blazen Nog op dit hun boos bedrijf, Dat ze menig kan en glazen Storten in hun ziltig lijf. 't Is een ere ver van beesten, Voegt het dan niet wel een mens? Spreekt eens, mom- en wijn'ge geesten, Waar de keel roept, nimmer lens. Ach! hoe zult gij nog eens treuren Over uw gezopen nat - Tenzij gij 't hoofd komt op te beuren En betreedt een beter pad. Matthijs Cramer samengesteld door Bert Paasman en Peter^van ZonnevêÊË Reeds in de Compagniestijd waren er Europeanen in Indië die door hun gedrag niet bepaald een voorbeeld waren voor de Aziatische bewoners. De dichter Matthijs Cramer, die omstreeks 1670 in Batavia ver bleef, schreef moralistische gedichten over hun ondeugden: dronkenschap, hoererij, roddel en jaloezie. In het volgende gedicht klaagt hij de dronken schap aan, het in het openbaar offeren aan de wijngod Bacchus. Sommigen zijn er zelfs trots op: ze 'stoffen ende blazen', dat wil zeggen ze scheppen er over op. Hij hoopt overigens dat ze hun gedrag beteren.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 53