De presidentiële jaren van Een onevenwichtige biografie van een megalomaan staatshoo a door Hans Meijer Op het eerste gezicht heeft Giebels zich bekwaam gekweten van zijn taak deze zeker in Nederland zo controversiële man toegan kelijk te maken voor een groot publiek. Hij toont zich ook nu weer een goed ver teller. Toch overheerst de teleurstelling. Dat het boek wemelt van de slordighe den, valt de auteur nog te vergeven omdat het meestal kleinigheden zijn. Zij zijn bovendien nu eenmaal inherent aan Giebels werkwijze: hij is een snelschrijver die zich te weinig tijd gunt echt zorgvul dig te werk te gaan. Het boek is primair een politieke biografie en besteedt relatief weinig aandacht aan Soekarno's privé- en gezinsleven. Dat valt goed te legitimeren. Op politiek terrein ligt immers het belang van de man. Hoewel essentieel om te worden belicht, hebben zijn talrijke huwe lijken en buitenechtelijke escapades geen beslissende betekenis gehad op zijn func tioneren als staatsman. Giebels weet in dit opzicht gelukkig maat te houden en geeft mijns inziens terecht een gedetailleerd overzicht - zij het soms te - van de poli tieke geschiedenis van de jonge Indonesische staat. Hij laat zien hoe Soekarno gaandeweg van een ceremo nieel staatshoofd zonder veel bevoegdhe den op ongrondwettige wijze steeds meer macht naar zich toe wist te trekken en uiteindelijk de allesbepalende figuur werd. Waar ik me echter aan gestoord heb, is de onevenwichtigheid van het boek en het gemak waarmee Giebels te werk is gegaan. Een man als Soekarno verdient het dat men zeer grondig is in zijn onder zoek. Giebels nu heeft zich bepaald niet /er gelegenheid van zijn honderdste geboortedag verschenen twee boehen over Indonesië's eerste president Soeharno. Behalve een fotoboek kwam het tweede deel uit van de biografie die Lambert Giebels over Bung Karno heeft geschreven. Het eerste deel handelde over Soekarno's leven onder koloniaal bestel, in het tweede staan zijn jaren als Indonesisch staatshoofd zijn neergang centraal. en uitputtend gedocumenteerd. Alles wat in het Indonesisch is geschreven, is gene geerd onder het mom dat het van te geringe wetenschappelijke waarde zou zijn om serieus te worden genomen. Dat nu is een zwaktebod. Waarom zou een boek dat in het Indonesisch is gepubli ceerd niet relevant zijn? Het lijkt er meer op dat Giebels het Indonesisch onvol doende beheerst. Zeg dat dan! Het gebrek aan Indonesische informatie heeft hij geprobeerd te compenseren door Indonesiërs te interviewen die Soekarno van dichtbij hebben gekend. Het resultaat van al die gesprekken is ook mager. Giebels mag dan wel pronken met alle personen die hij gesproken heeft, hij heeft ze niet echt aan het praten gekregen. Daarentegen citeert de auteur wel erg vaak de welhaast onvermijdelijke Roeslan Abdulgani, die als naaste raads man van Soekarno en lid van tal van kabinetten jarenlang nauw aan diens zijde heeft gestaan. Abdulgani is evenwel een uiterst gewiekst man die er eerder op uit is te benadrukken hoe belangrijk hij zelf wel niet is geweest. Giebels heeft zich ten opzichte van hem wel heel erg serviel opgesteld. O ivichtic Ook wat het bronnengebruik betreft is sprake van onbalans. Zo heeft Giebels nagenoeg uitsluitend geput uit de dossiers die op het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken over Soekarno wer den samengesteld. Gezien de alom gedeelde afkeer van 'Big Bad Bung' in het keurige Nederland na 1949, mag het duidelijk zijn dat de berichtgeving van de Nederlandse diplomaten over het nogal onorthodoxe gedrag van het Indonesische staatshoofd uiterst selectief en sterk nega tief getint waren. Uitgebreid wordt in de rapportages bijvoorbeeld ingegaan op Soekarno's sterk erotomane levenswan del. Om het zo weinig objectieve Hollandse beeld bij te stellen, ware het aanbevelenswaardig geweest indien Giebels ook in het buitenland (de VS?) onderzoek had verricht over hetgeen daar over hem werd gerapporteerd. Al met al is het door hem geschetste beeld van Soekarno niet alleen erg vanuit westerse optiek geschreven, maar bovenal veel te sterk neerlandocentrisch van aard. Het doet Soekarno dan ook onrecht. Wellicht beïnvloed door zijn eenzijdige bronnen en het feit dat de schaduwkant van een mens nu eenmaal boeiender is, spaart de auteur Soekarno bepaald niet. Het klopt allemaal wel wat hij schrijft, maar het is wel geschreven met een te negatief gekleurde bril op. Zo schetst Giebels het beeld van een narcistische, wispelturige en impulsieve man met een superego, die koste wat het kost in het centrum van de belangstelling wenste te staan, zichzelf voortdurend wilde etaleren en verslaafd raakte aan bewondering en applaus. Hij was een charismatisch man, moessQn nevenwicnug 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 10