Kon okal i Ron d POlBRZEtS PERIKELEN Als je met leeftijdgenoten bij elkaar zit, wordt er steevast gesproken over de goeie ouwe tijd. ik denk dat iedere generatie dat op latere leeftijd doet. Maar in ons geval geloof ik er niks van. Goed, in Solo kon je voor drie cent tien (magere) stokjes saté krijgen en voor een halve cent twee porties van iets wat nu voor een snack (je) zou kunnen doorgaan. Maar verder was het vaak droefenis. Eigenlijk mocht je als kind niks en moest je veel van de volwassenen. Als die in de buurt waren, behoorde je je netjes te gedragen en vooral met twee woorden te spreken. Nog beter was het als je buiten hun gezichtsveld bleef, want dan kon je ook niet opvangen waar ze het over hadden. Dat was immers niet voor 'hangoren' bestemd. En als je een keer moest opdraven, was het alleen maar omdat de ouwe lui wilden pronken met je piano- of vioolspel. Dat mocht mijn zus altijd. Ik nooit, want ik kon alleen maar 'Sarie Mareis' en 'Terang Boelan' op de mondharmonica spelen. Omdat ik meestal buitengaats was, vond ik dat allemaal niet zo erg. Maar het was natuurlijk wel zo dat ik door het vaak afwezig zijn, verstoken bleef van de sociale contacten die later van groot belang hadden kunnen zijn voor mijn carrière. Dat is iets waarvan de waarde niet onderschat mag worden. Het gebeurt immers vaak dat iemand op het goede spoor voor een geweldige maat schappelijke positie wordt gezet door een bekende uit zijn of haar jeugd. Dat wordt wel 'kongkalikong' genoemd of gewoonweg corruptie, maar feit is dat het er bij hoort en vaak veel effectiever is dan een koffertje vol diploma's. Ik weet van een geval, waarin een perso neelschef bij het inkijken van het cv-tje van een sollicitant plotseling verrast uit riep: 'Hé, bent u niet het jongetje dat destijds op het veertigjarig huwelijks feest van mijn ouders die prachtige piano-uitvoering geeft gegeven? Mijn complimenten, ze praten er nog steeds over.' Van de 67 sollicitanten die zich hadden aangediend, werd die ene pianospelende slijmjurk van vroeger aangenomen. Later vernam ik dat hij bij hetzelfde bedrijf de ene promotie na de andere had gemaakt, omdat hij in het verleden ook z'n kunsten had vertoond op een soortgelijk feest van de ouders van een directielid. Het meest storende aan dit soort voortrekkersen is nog dat er zelfs onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende instrumenten. Los van de discriminatie van het mondorgel, kun je stellen dat ook de ukelele nauwelijks wordt gerespecteerd. Behoudens in Hawaii en enkele andere landen, maar ook daar zal een uitvoering op dit ins trument wel enig applaus ontvangen maar nimmer fraaie toekomstpoorten openen. Bewijzen genoeg. Arrogante jochies Toen wij voor de oorlog met verlof naar Holland gingen, hadden mijn ouders Joop Viele tijdelijk onder hun hoede. Joop was de zoon van de onderluitenant Viele, die met zijn gezin naast ons woon de in Kotaradja. Die jongen was een paar maten slimmer dan ik en zou in Holland gaan studeren. Bovendien was hij een verdienstelijk 'ukeleler' en kon hij goed zingen. Toen we goed en wel op de Van Oldenbarneveldt van de Stoomvaartmaatschappij Nederland zaten, had hij het vrijwel meteen voor elkaar. Op het overdekte tussendek van de tweede Idas gaf hij een concert weg om van te rillen. De toegestroomde pas sagiers vonden het hartstikke gezellig en zongen naar hartelust mee. Ik was er ook bij met mijn ukelele, maar ben toen stille tjes door de achterdeur weggeglipt. Mijn spel was beneden peil en van de liedjes kende ik de tekst niet, als ik die liedjes al kende. Hoewel Joop veel succes oogstte met zijn uitvoering, weet ik zeker dat hij daar geen voordeel van heeft gehad in zijn maatschappelijke carrière. Daar zou hij tenminste een vioolconcert voor heb ben moeten geven. Maar daar was Joop niet op uit. Volgens mij was hij intelligent genoeg om geen gebruik te hoeven maken van zulk ge-kongkalikong. Komt bij mij ineens opborrelen dat we aan boord tijdens een zwerftocht door allerlei gangen in het voor ons verboden eerste klas gedeelte belandden en daar een clan destiene tafelvoetbalwedstrijd speelden tegen twee arrogante jochies. Verloren we ook nog. Als een zoon van één van die twee nu bij mij zou komen solliciteren, zou ik zeggen: 'Hé, was jouw vader niet dat geniepige ettertje dat zo akelig vals speelde op de Van OldenbarneveldtKon hij meteen naar huis. 46 ste jaargang - nummer 5 - november 2001 Voortrekken jen 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 13