Kind in S
oera
aja
Dit is het tweede fragment uit Kind in Soerabaja, een kinderhoek
van Wieteke van Dort dat binnenkort verschijnt. Wieteke is nu zelf
oma en om haar kleinkinderen een beeld te geven van haar jeugd -
zij werd in 7 Q43 geboren in Soerabaja - heeft zij dit boek
geschreven. Misschien leuk voor oma's en opa's onder de lezers om
aan hun kleinkind (eren) voor te lezen. En de tekeningen kunnen
kan natuurlijk ingekleurd worden.
door Wieteke van Dort
Op een middag was ik wat eerder uit
bed gekomen na het middagslaapje. Ik
ging spelen op de waranda van het huis.
Daar was aan de voorkant een hek met
spijlen. Dat heette balustrade.
Op de grond legde ik een bantal (kus
sen) en de poppen. Eerst ging ik water
halen. IJswater uit de frigidaire. Ik
schonk kopjes ijswater uit de theepot van
het poppenserviesje. Pff, het was wel
warm. Even staan. Tegen de balustrade
aan; ik hing er een beetje overheen. Met
mijn benen bewoog ik tussen spijlen.
Dat ging wat stroef. En opeens... zat
mijn been vast. Vanaf de knie kon ik me
niet meer terugtrekken. Ik brulde om
hulp. Niemand kwam. Eindelijk hoorde
de kebon mij. Die haalde Mos, de
djongos, erbij en ook Tattoe onze huis
houdster. Voorzichtig probeerde Mos
mijn been op en neer te bewegen. Hij
keek of er onder aan meer ruimte was
om los te komen. Niks hoor. Het been
zat vast. Hij zei: 'Toenggoe sebentar,
non.' (Even wachten meisje) 'Saja pang-
gil oom Prans (Ik roep oom Frans).'
Copyright Stichting Beeldrecht, Amstelveen
Ik begon te huilen en hard aan mijn
been te trekken. Nee hoor, ik kon het
niet los krijgen. Paniek. Zou ik mijn
leven lang zo vast moeten blijven zitten?
Zouden ze mij hier te eten moeten geven
en op de pot zetten? Erger dan een aap,
die had nog een lang touw.
Daar kwam oom Frans aan, in zijn
kamerjas. En even later oma en tante El
in hun kimono's. Oom Frans bekeek het
even goed en zei toen tegen Mos: 'Minta
tolong Mos.' (Help even, Mos)
'Als jij aan die spijl trekt, trek ik aan
deze.'
Mos stond onder aan de balustrade in
de tuin en oom Frans boven. De een
trok aan de linker en de ander aan de
rechter spijl. Zo trokken ze de spijlen
van de balustrade uit elkaar.
'Satoe, doea, tiga!' (Een, twee, drie!) Ja,
los! Mijn been schoot eruit. Pfff. Wat
een geluk. Iedereen klapte in de handen.
'Kom. We drinken eerst een glas asem-
stroop voor de schrik,' zei oma.
(Asemstroop wordt van de tamarinde
vrucht gemaakt. Lekker zuurzoet.)
Toen nam ik mijn serviesje en de pop
pen maar mee de tuin in om daar te spe
len. Ik ging ook nog wat oude lappen
halen om een tent te bouwen.
de Web cm CcU bu^ncNcn)
moessQn
b
De l>alnstrade
16