Tine Bonnema
(1880-1952)
f
Schrijfsters uit het Damescompartiment:
"miiiii|ii|i||iiiniiiii,iptwwflm
moessQn
door Vilan van der Loo
Daar had je 'm Pang!!'
Illustratie van
W.G. v.d. Hulst jr.
.Mil 'i'l
""1 ""v it boek is geschreven onder
den indruk van sommige toe-
1 S standen in Indië die bij velen
uit ons christelijk publiek in Nederland
onbekend zijn. De wensch, onze jonge-
meisjes en jongemannen, die naar Indië
gaan, en hunne ouders, eenigszins op de
hoogte te brengen van het leven op vele
plaatsen daar en ze voor een bepaald
gevaar te behoeden, ligt aan het schrijven
van dit boek ten grondslag.'
Dat schreef Tine Bonnema voorin haar
Over de grenzen (1921). Suggestief gefor
muleerd was dat: 'sommige toestanden'
en 'bepaald gevaar'. Daarin verscholen
zich wellicht opiumschandalen of ontucht
die moest leiden tot natte zweren die nooit
meer over gingen. Had destijds een jonge
lezer een dergelijke verwachting, dan was
de teleurstelling groot. In Over de grenzen
schetst Tine het levensdilemma van Lien
Ronda. Zij wordt verliefd op Wim
Vredenburg, die van zijn geloof is geval
len. Alsof dat niet erg genoeg is, heeft
Wim bovendien een onzedelijk verleden,
zo vertelt hij haar: 'Ik heb een dochtertje
van een inlandsche vrouw, die voor een
paar jaar geleden in m'n huis heeft
geleefd. De moeder is al lang naar haar
familie terug, maar het kind is bij mij
gebleven... het draagt mijn familienaam.'
Dat valt I ,ien erg tegen. In haar kringen
gelden andere normen. Ze zegt: 'Voor ons
is het precies hetzelfde of een vrouw
36
bruin of blank is. In mijn voorstelling lijkt
mij de zonde hetzelfde.' Ziehier het gevaar
waarvoor de schrijfster haar jeugdige
publiek wilde waarschuwen: in Indië leeft
men in zonde, leeft men moreel 'over de
grens'. Niet de kleur van de huid telt,
Tine Bonnema
met haar kinderen
Paula en Willy
in Batavia,
juli 1915.
'Talent in dienst van warm geloof' kopte het dagblad Trouw prijzend na haar
overlijden. En dat was Tine Bonnema ten voeten uit: voor alles dien stbaar aan
het Koninkrijk Gods, en dan pas kwamen de aardse zaken. Logisch dat ze in
haar werk vaak een moralistisch vingertje opgeheven hield. Bat biedt ons een
interessante blik op de Indisch-Europese wereld uit de eerste decennia van de
Qde eeuw. Wie tegen de zonde waar
schuwt, is immers genoodzaakt die te
beschrijven. Hoe zouden wij als
onschuldige lezers anders weten wat
het verkeerde is?